Rechtspraak
Uitspraakdatum
22-02-2013
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2013:347
Zaaknummer
6374
Inhoudsindicatie
Bekrachtiging ongegrondverklaring. Klacht over niet adequate dienstverlening.
Uitspraak
Beslissing van 22 februari 2013
in de zaak 6374
naar aanleiding van het hoger beroep van:
klager
tegen:
verweerster
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) van 14 februari 2012, onder nummer 11-160A, aan partijen toegezonden op 14 februari 2012, waarbij een klacht van klager tegen verweerster ongegrond is verklaard.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 6 maart 2012 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg;
- de antwoordmemorie van verweerster.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 21 december 2012, waar verweerster is verschenen.
3 KLACHT
De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster met haar dienstverlening onvoldoende kwaliteit heeft geleverd, gebrekkig met klager heeft gecommuniceerd en zijn belangen niet goed heeft behartigd door het dossier onnodig lang te hebben aangehouden en in een periode van vijf jaar vrijwel geen concrete acties te hebben ondernomen. Hierdoor zijn termijnen verlopen en is de sterke juridische positie die klager had bij de aanvang van de dienstverlening van verweerster, volledig teniet gedaan.
4 FEITEN
In overweging 2. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.
5 BEOORDELING
5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.
5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 14 februari 2012, gewezen onder nummer 11-160A.
Aldus gewezen door mr. G.J. Driessen-Poortvliet, voorzitter, mrs. W.M. Poelmann, G.W.S. de Groot, A.D. Kiers-Becking en G.R.J. de Groot, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2013.