Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

02-09-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2013:34

Zaaknummer

13-22

Inhoudsindicatie

klacht mbt het niet bestuderen van het dossier en declareren kennelijk ongegrond, verzet ongegrond

Uitspraak

Beslissing van 2 september 2013

in de zaak 13-22

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 6 februari 2013 op de klacht van:

H.

klaagster

mr. K.

advocaat te [plaats]

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 16 januari 2013 met kenmerk RvT 1112-9190, door de raad ontvangen op 17 januari 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    Bij beslissing van 6 februari 2013 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 8 februari 2013 is verzonden aan klaagster.

1.3    Bij brief van 11 februari 2013 door de raad ontvangen op 12 februari 2013, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 17 juni 2013 in aanwezigheid van klaagster en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klaagster van 11 februari 2013.

2    FEITEN EN KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klaagster in verzet in zoverre niet opkomt.

3    VERZET

3.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

3.2.    Klaagster vindt dat verweerder heeft verzuimd kennis te nemen van alle stukken en dat verweerder klaagster niet heeft verdedigd en tegelijkertijd te veel heeft gedeclareerd, haar onvoldoende op de hoogte heeft gehouden van de stand van zaken en de samenwerking abrupt heeft beëindigd.

3.3.    Daarnaast zou verweerder hebben verzuimd de voor de zaak relevante stukken naar de opvolgende advocaat door te zenden.

4    BEOORDELING

4.1    De raad is van oordeel dat de plaatsvervangend voorzitter bij zijn beoordeling van de klacht, die slechts het laatste onderdeel beslaat, de juiste maatstaf heeft toegepast door te oordelen dat verweerder in het licht van zijn opvatting dat correspondentie met derden de belangen van klaagster in het kader van de strafvervolging zou schaden, voorstelbaar heeft gehandeld door deze niet aan de opvolgende advocaat toe te sturen.

4.2    Bij de beoordeling heeft de voorzitter acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klaagster aangevoerde overige bezwaren, die in essentie ook andere en nieuwe klachten betreffen, niet slagen. 

4.3    Nu het verzet van klaagster tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

    verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. M.M. Lorist, voorzitter, mrs. H. Dulack, P.J.F.M. de Kerf, P.P. Verdoorn en A.S.M. Zweerman-OudeBreuil, leden bijgestaan door mr. P.H. Burger als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 2 september 2013.

griffier    voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 2 september 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

en per gewone post aan:

-    verweerder

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Midden - Nederland.

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.