Rechtspraak
Uitspraakdatum
15-07-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2013:246
Zaaknummer
R. 4088/12.222
Inhoudsindicatie
Verzet. Klager heeft geen te rechtvaardigen eigen belang bij zijn klacht. Verzet ongegrond.
Uitspraak
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de Raad van Discipline van 6 december 2012 met kenmerk 12.06, door de raad ontvangen op 10 december 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het (toenmalige) arrondissement Dordrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 3 januari 2013 heeft de voorzitter van de raad de klacht niet-ontvankelijk verklaard, welke beslissing op 3 januari 2013 aan partijen is verzonden.
1.3 Bij fax gedateerd 18 januari 2013, door de raad ontvangen op 17 januari 2013, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 27 mei 2013 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.
2 FEITEN EN KLACHT
Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.
3 VERZET
De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat de voorzitter ten onrechte heeft geoordeeld dat klager geen te rechtvaardigen eigen belang bij zijn klacht zou hebben.
4 VERWEER
Verweerder heeft zich tegen de klacht verweerd, op welk verweer de raad hierna waar nodig zal ingaan.
5 BEOORDELING
5.1 De raad verenigt zich met het uitgangspunt voor de beoordeling van de klacht, zoals de voorzitter dit onder 3.1 van de bestreden beslissing heeft vermeld.
5.2 De behandeling van het verzet heeft niet geleid tot andere beschouwingen of conclusies ten aanzien van de klacht dan die van de voorzitter. De raad verenigt zich met diens beoordeling van de klacht(onderdelen) en maakt die tot de zijne. Dit brengt mee dat het verzet ongegrond is.
5.3 Ten overvloede overweegt de raad dat elke rechtzoekende zich in het geval hij niet of niet tijdig een advocaat bereid vindt hem zijn diensten te verlenen in een zaak, waarin vertegenwoordiging door een advocaat is voorgeschreven dan wel bijstand uitsluitend door een advocaat kan geschieden, zich op grond van artikel 13 Advocatenwet kan wenden tot de deken van de orde van advocaten in het arrondissement waar de zaak moet dienen, met het verzoek een advocaat aan te wijzen.
6 BESLISSING
De Raad van Discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voorzitter, mrs. W.J. Hengeveld, P.J.E.M. Nuiten, T. Hordijk, C.A. de Weerdt, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier en uitgesproken ter
openbare zitting van 15 juli 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 16 juli 2013 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.