Rechtspraak
Uitspraakdatum
21-01-2013
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2013:85
Zaaknummer
6353
Inhoudsindicatie
Gronden van appel niet tijdig kenbaar gemaakt. Appel niet-ontvankelijk.
Uitspraak
Beslissing van 21 januari 2013
in de zaak 6353
naar aanleiding van het hoger beroep van:
klager
tegen:
verweerder
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 30 januari 2012, onder nummer B113-2011, aan partijen toegezonden op 31 januari 2012, waarbij een klacht van klager tegen verweerder op beide onderdelen ongegrond is verklaard.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 Bij brief van 22 februari 2012 binnengekomen ter griffie van het hof op 23 februari 2012 heeft klager aan het hof geschreven dat de beslissing van de raad hem teleurstelde en dat hij de beslissing echter wel zal respecteren. Bij brieven en van 3 april 2012 en 13 september 2012 heeft de griffier van het hof aan klager verzocht kenbaar te maken of hij beroep wenste in te stellen. Bij e-mails van 20 april 2012 en 14 september 2012 heeft klager aan het hof laten weten: wel beroep te willen instellen maar het door omstandigheden niet te kunnen opbrengen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg.
- antwoordmemorie van verweerder.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 23 november 2012, waar verweerder is verschenen.
3 BEOORDELING
Zells wanneer het hof in de brief van 22 februari 2012 leest dat klager beroep wenste in te stellen tegen de beslissing van de raad, is klager daarin niet ontvankelijk omdat hij niet voor het verstrijken van de termijn (eindigende op de 30e dag na 31 januari 2012, derhalve op 2 maart 2012) de gronden waarop zijn beroep berust schriftelijk kenbaar heeft gemaakt.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch van 30 januari 2012, gewezen onder nummer B 113-2011
Aldus gewezen door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, mrs. J.S.W. Holtrop, J.P. Balkema, G.J.S. Bouwens en R. Verkijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 21 januari 2013.