Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

11-03-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4111

Zaaknummer

R. 4051/12.185

Inhoudsindicatie

Verzet ongegrond. Evenals de voorzitter op basis van de stukken heeft geoordeeld is niet komen vast te staan dat verweerder werd gechanteerd door de wederpartij van zijn cliente

Uitspraak

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de Raad van Discipline van 10 oktober 2012  met kenmerk K252 2011/2012, door de raad ontvangen op 11 oktober 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    Bij beslissing van 8 november 2012 heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 9 november 2012 aan partijen is verzonden.

1.3    Bij brief van 21 november 2012, door de raad ontvangen op 21 november 2012, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter.

1.4    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 14 januari 2013 in aanwezigheid van klaagster en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5    De raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 Advocatenwet, ten kantore van de griffier, ter inzage hebben gelegen.

2    FEITEN EN KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3    BEOORDELING

3.1    De raad verenigt zich met het uitgangspunt voor de beoordeling van de klacht, zoals de plaatsvervangend voorzitter dit onder nummer 3.1 van de bestreden beslissing heeft vermeld.

3.2    De behandeling van het verzet heeft niet geleid tot andere beschouwingen of conclusies ten aanzien van de onderdelen van de klacht dan die van de plaatsvervangend voorzitter. De raad verenigt zich met diens beoordeling van de klacht(onderdelen) en maakt die tot de zijne. Dit brengt mee dat het verzet ongegrond is.

4    BESLISSING

De Raad van Discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter, mrs. W.P. Brussaard, L.P.M. Eenens, P.O.M. van Boven-de Groot en E.J. van der Wilk, leden, bijgestaan door mr. M. Boender-Radder als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 11 maart 2013.

griffier    voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 13 maart 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klaagster

-    verweerder

-    de deken voor de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.