Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

28-01-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA3751

Zaaknummer

M171-2012

Inhoudsindicatie

Niet gebleken dat verweerster op voorhand kansloze zaken aanhangig heeft gemaakt en klager daarmee nodeloos op kosten heeft gejaagd. Het enkele feit dat de cliënt van verweerster in een procedure jegens klager is veroordeeld tot voldoening van proceskosten, leidt niet tot deze conclusie.

Inhoudsindicatie

Verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 28 januari 2013

in de zaak M 171-2012

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 28 juni 2012 op de klacht van:

 

A

 

klager

 

tegen:

 

B

 

verweerder

 

 

1               Verloop van de procedure

 

1.1         Bij brief d.d. 7 juni 2012, met kenmerk D, door de raad ontvangen op 8 juni 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement M de klacht ter kennis van de raad gebracht.

 

1.2         Bij beslissing van 28 juni 2012 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 5 juli 2012 is verzonden aan klager.

 

1.3         Bij brief van 14 juli 2012, door de raad ontvangen op 19 juli 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

 

1.4         Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 26 november 2012 in aanwezigheid van verweerster. Klager is, hoewel correct opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

 

1.5         De raad heeft kennisgenomen van:

-            de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop

                 de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

-            het verzetschrift van klager d.d. 14 juli 2012;

-            een verweerschrift van verweerster d.d. 7 november 2012;

-            een brief van verweerster d.d. 15 november 2012.

-             

 

2               FEITEN, klacht en verweer

 

2.1         Bij brief d.d. 26 januari 2012 met bijlagen, heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerster .

 

2.2         Voor een weergave van de vaststaande feiten, de omschrijving van de klacht en het verweer, verwijst de raad naar de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter d.d. 28 juni 2012, aangezien klager daartegen in het verzet niet opkomt en de juiste inhoud er van niet in geschil is

 

 

3        Het VERZET

 

3.1     De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

 

Er was geen enkele reden voor verweerster om de betreffende procedures te starten. Dat blijkt uit het feit dat de rechtbank in een vonnis aan verweerster heeft opgedragen klagers kosten voor het kort geding te betalen en dat meerdere door haar aangespannen kortgedingen zijn afgewezen. De rechtszaken met betrekking tot het psychologisch onderzoek en wijziging van het ouderlijk gezag zijn niet relevant en de verzoeken om een straat- en contactverbod zijn afgewezen, evenals de verzoeken om smartengeld en alimentatie.

 

 

               4      BEOORDELING

 

4.1     De raad verenigt zich met het oordeel van de plaatsvervangend voorzitter dat niet is gebleken dat verweerster op voorhand kansloze zaken aanhangig heeft gemaakt en klager daarmee nodeloos op kosten heeft gejaagd. Voor zover al zou kunnen komen vast te staan dat verweerster bij enig vonnis is veroordeeld de proces-kosten van klager te voldoen en procedures jegens hem zou hebben verloren, kan hieruit  – zoals klager kennelijk wil betogen - nog niet de conclusie worden getrokken dat die procedures op voorhand geen enkele kans van slagen hadden.

 

 

 

5        BESLISSING

 

De raad van discipline:

 

-            verklaart het verzet ongegrond.

 

 

Aldus gewezen door mr. mr.G.J.E. Poerink , v oorzitter, mrs. J.D.E. van den Heuvel, Th. Kremers, A. Freriks en R. Theunissen , leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M.T.A. Verhagen als plaatsvervangend griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 28 januari 2013.

 

 

 

griffier                                                               voorzitter                                     

 

 

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op    29 januari 2013

 

per aangetekende brief verzonden aan:

 

-       klager

-       verweerster

-       de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement M

-       de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.