Rechtspraak
Uitspraakdatum
26-11-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3542
Zaaknummer
H 81 - 2012
Inhoudsindicatie
Voldoende aannemelijk gemaakt dat aanwezigheid van verweerder ter zitting niets zou hebben toegevoegd aan de zaak van klager, aangezien het standpunt van klager reeds voldoende schriftelijk was toegelicht, onder overlegging van de daartoe noodzakelijk medische stukken en met het verzoek een medisch deskundige te benoemen.
Inhoudsindicatie
Klacht ongegrond
Uitspraak
Beslissing van 26 november 2012
in de zaak H 81 - 2012
naar aanleiding van de klacht van:
A
klager
tegen:
B
verweerder
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief aan de raad van 8 maart 2012 met kenmerk 20120120K, door de raad ontvangen op 9 maart 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement ’s-Hertogenbosch de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 1 oktober 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van:
- de brief van de deken van 8 maart 2012, met bijlagen.
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:
2.1 Verweerder heeft klager bijgestaan in een tweetal procedures tegen het UWV voor de Centrale Raad van Beroep, inzake de WAO-uitkering resp. de Ziektewetuitkering van klager, welke hebben geleid tot uitspraken op 25 juli 2008 resp. 26 oktober 2011. Klager had vóór de data van de zittingen aan verweerder te kennen gegeven niet ter zitting te kunnen verschijnen. Verweerder heeft hierop aan klager bericht dat hij dan ook niet zou verschijnen. Verweerder en klager zijn in beide procedures niet ter zitting verschenen.
3 klacht
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
verweerder twee maal niet ter zitting van de Centrale Raad van Beroep is verschenen en verwachtingen heeft gewekt die hij niet is nagekomen.
3.2 Klager heeft ter toelichting op zijn klacht het volgende naar voren gebracht:
Verweerder heeft door niet ter zitting te verschijnen, en daardoor niet de bezwaren van klager te verwoorden, de zaken van klager niet goed en niet zorgvuldig behandeld. Zodra de data van de zittingen bekend waren, heeft klager contact met verweerder opgenomen om aan te geven dat hij zelf niet naar de zitting zou kunnen gaan. Verweerder gaf toen aan zelf ook niet naar de zitting te zullen gaan. Hij gaf hierbij als reden dat hij vaker dergelijke rechtszaken had gewonnen zonder ter zitting te verschijnen. Verweerder heeft hierdoor verwachtingen gewekt, welke hij niet heeft kunnen inlossen.
4 VERWEER
4.1 Na ontvangst van de oproeping heeft verweerder met klager afgesproken de medische informatie op te zullen vragen. Afhankelijk daarvan zou worden beslist of het zinvol was om de mondelinge behandeling bij te wonen. Verweerder heeft klager uitgelegd dat het, met name in arbeidsongschiktheidsprocedures, meestal - zo ook in het geval van klager - puur om een medische kwestie gaat, waarbij het medisch procesdossier bepalend is.
4.2 Het is niet verplicht ter zitting te verschijnen. Het is juist dat verweerder klager heeft medegedeeld dat het bijwonen van een zitting door verweerder geen toegevoegde waarde heeft, zeker als de rechtzoekende zelf niet aanwezig is. Verweerder heeft klager uitdrukkelijk aangeboden hem te vergezellen ter zitting, maar klager gaf te kennen zelf niet te zullen gaan.
4.3 Verweerder heeft het niet-verschijnen gemeld aan de Centrale Raad van Beroep onder toezending van de nog opgevraagde medische informatie met daaraan gekoppeld het verzoek om een onafhankelijke deskundige te benoemen.
5 BEOORDELING
5.1 Een advocaat heeft bij de behandeling van een zaak de leiding en dient vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid te bepalen met welke aanpak de belangen van zijn cliënt het beste zijn gediend. Daarbij komt de advocaat een grote mate van vrijheid toe om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt, uiteraard zonder handelingen te verrichten tegen de kennelijke wil van de cliënt. In het algemeen zal een tuchtrechtelijke maatregel pas dan geïndiceerd zijn als de advocaat bij de behandeling van de zaak kennelijk onjuist optreedt dan wel adviseert en de belangen van de cliënt daardoor worden geschaad of kunnen worden geschaad.
5.2 Vast staat dat klager aan verweerder te kennen heeft gegeven dat hij niet ter zitting zou verschijnen. Klager stelt in zijn klachtbrief van 9 januari 2012 vervolgens dat verweerder hierop heeft geantwoord dat hij dan evenmin ter zitting zou verschijnen. Aldus staat vast dat verweerder met klager heeft besproken dat ook hij niet ter zitting zou verschijnen.
5.3 Verweerder heeft ter zitting van de raad voldoende aannemelijk gemaakt dat zijn aanwezigheid ter zitting niets zou hebben toegevoegd aan de zaak van klager, aangezien het standpunt van klager reeds voldoende schriftelijk was toegelicht, onder overlegging van de daartoe noodzakelijk medische stukken en met het verzoek een medisch deskundige te benoemen.
5.4 Niet gebleken is dat verweerder, door niet ter zitting van de Centrale Raad van Beroep te verschijnen, de zaken van klager niet goed dan wel onvoldoende zorgvuldig zou hebben behandeld. De raad zal de klacht daarom als ongegrond afwijzen.
6 BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart de klacht ongegrond.
Aldus gegeven door mr. E.P. van Unen, voorzitter, en mrs. E.P.C.M. Teeuwen, A.L.W.G. Houtakkers, P.A.M. van Hoef en J.D.E. van den Heuvel, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 26 november 2012 .
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 27 november 2012
per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement ‘s-Hertogenbosch
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- klager
- verweerder
- de deken van de orde van advocaten te ‘s-Hertogenbosch
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl