Rechtspraak
Uitspraakdatum
13-02-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2526
Zaaknummer
11-141
Inhoudsindicatie
Klacht tegen advocaat wederpartij over vermeend tegenstrijdig belang, onwelwillende en oncollegiale opstelling en misleidende informatie. Het onderdeel over onwelwillendheid en oncollegialiteit is gegrond vanwege een door verweerder geschonden toezegging dat geen proceshandelingen zouden worden verricht zonder vooraankondiging.
Uitspraak
11-141
BESLISSING VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM
Bij brief d.d. 10 november 2011 heeft mr. P.M. Wilmink, deken van de orde van advocaten in het arrondissement Arnhem, ter kennis van de raad gebracht de klacht van klager tegen verweerder.
1. De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 19 december 2011, waar zowel klager als verweerder is verschenen.
De raad heeft bij de behandeling van de klacht zitting gehouden in de volgende samenstelling: Mr. M.J. Blaisse, voorzitter, en mrs. J. Brouwer, P.R.M. Noppen, I.P.A. van Heijst, A.M.T. Weersink, leden van de raad, en is bijgestaan door mr. S. Le Noble als griffier.
2. Verweerder is advocaat van drie vennootschappen, te weten Telematch Holding B.V., Telematch B.V. en De Grijs Holding B.V. Deze vennootschappen hadden een geschil met de vennootschap van klager, H B.V. De Grijs Holding B.V. heeft in februari 2006 een deel van de aandelen van de vennootschap van klager in Telematch Holding B.V. overgenomen. De koopsom van de aandelen was gebaseerd op concept jaarcijfers van Telematch B.V. over 2005, waarover nog geen accountantsverklaring was afgegeven. Partijen hadden afgesproken dat in afwachting van de definitieve jaarcijfers de aandelen overgedragen werden tegen een voorlopige koopprijs, die achteraf gecorrigeerd zou kunnen worden op basis van door de accountant goed te keuren aanpassingen in de jaarrekening van 2005. Volgens De Grijs Holding bleek uit later onderzoek dat de koopsom van de aandelen onjuist was vastgesteld. Daarover is tussen partijen geprocedeerd. In eerste aanleg is de vennootschap van klager in het gelijk gesteld en tegen dat vonnis van 7 mei 2008 is De Grijs Holding B.V. in hoger beroep gegaan. Op 9 september 2008 heeft verweerder de advocaat van klager, mr. Y, per fax bericht dat hij voornemens was namens zijn cliënt het hoger beroep in te trekken. In deze fax staat onder meer: “Vanzelfsprekend worden hangende mijn nadere berichten geen verdere proceshandelingen verricht in het hoger beroep.” Na deze fax heeft verweerder de procedure niet ingetrokken, maar heeft overleg tussen partijen plaatsgevonden over een regeling. Bij fax van 4 februari 2009 heeft de advocaat van klager verweerder om het rolnummer gevraagd waaronder de procedure aanhangig was bij het gerechtshof. Op 12 januari 2010 heeft verweerder een memorie van grieven genomen in de hoger beroepsprocedure zonder de advocaat van klager daarover te informeren.
Thans klaagt klager er over dat verweerder zich niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt door:
a. Willens en wetens meerdere cliënten met een tegenstrijdig belang te vertegenwoordigen, aangezien stellingen van verweerder namens De Grijs Holding B.V. tot gevolg zouden kunnen hebben dat het eigen vermogen van Telematch B.V. zou verminderen.
b. Ten opzichte van andere advocaten niet welwillend en collegiaal op te treden door bewust te weigeren informatie te verstrekken over de stand van het hoger beroep en door stukken aan de rechter over te leggen zonder gelijktijdig bericht te zenden aan de (advocaat van) wederpartij.
c. Aan de rechtbank misleidende informatie te verstrekken, althans feitelijke gegevens waarvan hij weet, althans behoorde te weten, dat deze onjuist en volledig waren.
3. Verweerder betwist ter zake klachtonderdeel a dat hij tegenstrijdige belangen dient, omdat een eventueel gevolg voor het eigen vermogen van Telematch B.V. door de procedure tussen partijen niet onder zijn verantwoordelijkheid valt. Verweerder stelt dat dit een gevolg is van door deskundige opgestelde opinies, waarbij bovendien Telematch B.V. zelf betrokken is geweest. Met betrekking tot het klachtonderdeel b stelt verweerder dat hij de advocaat van klager heeft geïnformeerd over het uitbrengen van de dagvaarding in hoger beroep. Dat de memorie van grieven niet in kopie is toegezonden aan de advocaat van de vennootschap van klager is omdat deze zich nog niet in de procedure had gesteld, aldus verweerder. Verweerder stelt dat zijn handelen geen vertraging in de procedure noch extra kosten bij de wederpartij heeft veroorzaakt. Ten aanzien van klachtonderdeel c stelt verweerder dat hij geen misleidende informatie dan wel onjuiste feitelijke gegevens heeft verstrekt. Verweerder beroept zich op de vrijheid als advocaat van de wederpartij om te bepalen welke stukken door hem in het geding worden gebracht.
De raad beoordeelt de klacht als volgt:
4. Klachtonderdeel a
Met het door hem gestelde tegenstrijdige belang, heeft klager het oog op de belangen van andere vennootschappen dan de zijne, namelijk Telematch B.V. en De Grijs Beheer B.V. Uit de stellingen van klager kan de raad niet afleiden dat klager een belang heeft bij deze klacht. Het enkele feit dat hij ook crediteur was van de cliënten van verweerder maakt dit niet anders. Klachtonderdeel a is ongegrond.
Klachtonderdeel b
Bij de beoordeling van dit klachtonderdeel stelt de raad voorop dat in de verhouding van advocaten onderling een goede beroepsuitoefening is gediend met de sfeer van vertrouwen en welwillendheid. Daarnaast mag een advocaat zich op grond van de gedragsregels slechts schriftelijk tot de rechter wenden onder gelijktijdige toezending van een afschrift van de brief en stukken aan de advocaat van wederpartij. In dit geval heeft verweerder niet alleen de gedragsregels geschonden door zonder gelijktijdig bericht aan de wederpartij een memorie van grieven te nemen in de hoger beroepsprocedure, maar ook heeft hij daarmee een eerdere schriftelijke toezegging aan zijn collega veronachtzaamd. Immers in de brief van 9 september 2008 bevestigt verweerder aan de advocaat van klager dat hij hangende zijn nader bericht geen verdere proceshandelingen zal verrichten in het hoger beroep. Klager en zijn advocaat mochten er naar aanleiding van deze toezegging op vertrouwen dat geen proceshandelingen zouden worden verricht zonder vooraankondiging. Daarnaast heeft verweerder niet gereageerd op het schriftelijke verzoek van de advocaat van klager bij brief van 4 februari 2009 om het rolnummer van de procedure door te geven. Een en ander tezamen merkt de raad aan als onwelwillend en oncollegiaal gedrag waarop in dit geval de cliënt van de advocaat van wederpartij zich op mag beroepen. Klager had immers rechtstreekse belangen bij collegiaal gedrag door verweerder. Dit klachtonderdeel is derhalve gegrond.
Klachtonderdeel c
Noch uit het dossier noch uit het onderzoek ter zitting is komen vast te staan dat het rapport dat verweerder heeft overgelegd in de procedure niet het juiste rapport was. Voorts is niet gebleken dat verweerder terwijl hij wist of behoorde te weten dat er ook een andere versie van het rapport was, besloten heeft tot overlegging. Het laatste klachtonderdeel is daarmee ongegrond.
5. De raad acht, alle omstandigheden in aanmerking nemend de maatregel van een enkele waarschuwing passend en geboden.
De beslissing van de raad luidt als volgt:
De klachtonderdelen a en c zijn ongegrond.
Klachtonderdeel b is gegrond.
De raad legt op aan verweerder de maatregel van een enkele waarschuwing.
Aldus beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op 13 februari 2012.
griffier voorzitter