Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

12-03-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2825

Zaaknummer

R. 3705/11.107

Inhoudsindicatie

Verweerder heeft de zaak niet met de nodige voortvarendheid aangepakt. De Raad acht de klacht gegrond. Maatregel: een onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van een week.

Uitspraak

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de Raad van 6 mei 2011 met kenmerk R 10/11/70, door de Raad ontvangen op 9 mei 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam de klacht ter kennis van de Raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de Raad van 16 januari 2012 in aanwezigheid van klaagster en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De Raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

 

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.1 Verweerder heeft klaagster in het verleden bijgestaan onder andere bij de beëindiging van een samenlevingscontract.

2.2 In januari 2009 is door de advocaat van de wederpartij een verdelingsvoorstel gedaan.

2.3 Bij faxbrief van 15 september 2010 heeft verweerder op dit voorstel gereageerd.

2.4 Bij e-mail bericht van 29 september 2010 heeft verweerder aan klaagster een concept dagvaarding doen toekomen ter zake de verdeling.

2.5 Bij e-mail bericht van 10 oktober 2010 heeft klaagster op- en aanmerkingen op de dagvaarding doen toekomen aan verweerder.

2.6 Op het dekenspreekuur van 14 februari 2011 heeft klaagster zich bij de deken beklaagd over verweerder.

 

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.

3.2 Meer in het bijzonder verwijt klaagster verweerder dat hij haar lange tijd niet heeft geïnformeerd over de stand van zaken en dat hij geen actie heeft ondernomen om te komen tot een procedure tot scheiding en deling hoewel verweerder zulks aan klaagster had toegezegd. Met de concept dagvaarding die verweerder in september 2010 had opgesteld en welke door klaagster een maand later was voorzien van de nodige gegevens, heeft verweerder niets gedaan.

 

4 VERWEER

4.1 Verweerder heeft erkend dat hij jegens klaagster tekort is geschoten. Verweerder heeft aangegeven dat hij door meerdere oorzaken niet was toegekomen aan de behandeling van het dossier. Voorts heeft verweerder gesteld dat hij geen signalen van klaagster heeft gekregen dat de zaak voor haar spoedeisend was. Verweerder heeft erkend dat hij er niet aan toe is gekomen om de dagvaarding ter betekening aan de deurwaarder te doen toekomen, terwijl het meeste werk al was gedaan.

 

5 BEOORDELING

5.1 De Raad stelt voorop dat een advocaat gehouden is de aan hem toevertrouwde belangen met de nodige voortvarendheid te behartigen. Van een advocaat mag worden verwacht dat hij reageert op berichten van zijn cliënt. Op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting is de Raad van oordeel dat verweerder klaagsters zaak, meer in het bijzonder de boedelverdeling, niet met de nodige voortvarendheid heeft aangepakt. De klacht is gegrond.

 

6 MAATREGEL

 Gelet op de aard en de ernst van de begane overtreding en het feit dat verweerder onvoldoende de onjuistheid van zijn handelen inziet acht de Raad de maatregel van een onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van één week passend en geboden. De Raad laat hierbij meewegen dat in het recente verleden sprake is van een relatief groot aantal gegronde klachten tegen verweerder en eerdere lichtere maatregelen kennelijk onvoldoende effectief zijn geweest.

 Indien aan verweerder tegelijkertijd meerdere onvoorwaardelijke schorsingen zijn opgelegd, dienen deze achtereenvolgens ten uitvoer te worden gelegd.

 

7 BESLISSING

De Raad van Discipline:

- acht de klacht gegrond en legt aan verweerder de maatregel van onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van één week op. Indien aan verweerder tegelijkertijd meerdere onvoorwaardelijke schorsingen zijn opgelegd, dienen deze achtereenvolgens ten uitvoer te worden gelegd.

 

Aldus gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter, mr. W.P. Brussaard, mr. L.P.M. Eenens, mr. P.C.M. van Schijndel, mr. A.J.N. van Stigt, leden, bijgestaan door mr. M. Boender-Radder griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 12 maart 2012.

 

griffier voorzitter                     

 

Deze beslissing is in afschrift op 14 maart 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl