Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

04-06-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2924

Zaaknummer

M168-2011

Inhoudsindicatie

Niet is komen vast te staan dat verweerder op goede gronden heeft aangenomen dat klager niet in aanmerking kon komen voor gefinancierde rechtsbijstand en evenmin dat verweerder de financiële consequenties met klager heeft besproken. Voorzover al afspraken over de financiën zijn gemakt, zijn deze niet schriftelijk vastgelegd.

Inhoudsindicatie

Klacht gegrond; enkele waarschuwing

Uitspraak

Beslissing van 4 juni 2012

in de zaak M 168 - 2012

naar aanleiding van de klacht van:

                                               

                                                A

 

klager

 

tegen:

B

verweerder

 

 

1                Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 6 september 2011 met kenmerk DOK 6825 heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement M de klacht ter kennis van de raad gebracht.

 

1.2         De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 16 april 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

 

1.3         De raad heeft kennis genomen van de volgende stukken:

-          brief van de deken dd. 6 september 2011;

-          brieven van klager dd. 12 en 19 januari 2012.

 

 

2                FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1         Klager had zich met een door zijn echtgenote bij de rechtbank ingediend verzoekschrift tot echtscheiding met nevenvorderingen tot verweerder gewend met het verzoek namens hem verweer te voeren. Verweerder heeft klager, gelet op de financiële consequenties, geadviseerd geen verweer te voeren.

2.2         Verweerder heeft klager nadat de verstekbeschikking was gegeven bijgestaan bij de financiele afwikkeling, waaronder de door klager beweerdede vorderingen. Verweerder heeft namens klager bij dagvaarding van 18 oktober 2007 een bedrag van € 78.000,- in rechte gevorderd, waarna de wederpartij in reconventie een vordering van € 112.500,- heeft ingesteld. De wederpartij werd bij vonnis van 5 augustus 2009 door de rechtbank veroordeeld om aan klager een bedrag ad € 16.931,65 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente.

2.3         Bij brief van 4 april 2011 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

2.4         Verweerder heeft zijn advocatenpraktijk op 31 december 2011 neergelegd en is per 1 januari 2012 geschrapt van het tableau.

 

3                KLACHT

3.1         De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

 

verweerder in strijd met gedragsregel 24 klager niet op de hoogte heeft gesteld van de mogelijkheid van gefinancierde rechtshulp.

 

Klager heeft ter toelichting op de klacht het volgende naar voren gebracht:

 

3.2         Klager heeft aan verweerder een bedrag van ca € 30.000,- aan honorarium betaald, terwijl klager in aanmerking had kunnen komen voor gefinancierde rechtsbijstand. Verweerder heeft klager wel degelijk bijgestaan in de  echtscheidingsprocedure. Verweerder heeft niet over de financiële consequenties van de rechtsbijstand gesproken. Klager kon niet weten dat hij wellicht voor een toevoeging in aanmerking kon komen. Het is de taak van een advocaat om dit uit te zoeken of aan te vragen.

 

3.3         Klager heeft vanwege de kosten van rechtsbijstand afgezien van het instellen van appel. In geval van een toevoeging zou klager appel hebben ingesteld.

 

                

4                VERWEER

4.1         Klager heeft zich voor het eerst in 2005 tot verweerder gewend in verband met een vordering op zijn echtgenote. Partijen waren gehuwd met uitsluiting van iedere gemeenschap.

4.2         Verweerder heeft geen echtscheidingsprocedure voor klager gevoerd. De wederpartij had een verzoek tot echtscheiding met nevenvorderingen bij de rechtbank ingediend. Klager heeft zich vervolgens met dit verzoekschrift tot verweerder gewend met het verzoek namens hem verweer te voeren. Verweerder heeft klager geadviseerd geen verweer te voeren. Hierbij zijn de financiële consequenties besproken. Verweerder heeft uit de door klager verstrekte inlichtingen over zijn inkomsten (winsten uit onderneming) en verplichtingen kunnen opmaken dat klager niet in aanmerking zou komen voor gefinancierde rechtshulp. Verweerder heeft dat aan klager medegedeeld. Klager zei dat hij er ook van uit ging dat hij moest betalen, en dat hij dat ook wilde. De kosten van rechtsbijstand was een van de argumenten om in de procedure verstek te laten gaan. Verweerder heeft de besprekingen en de adviezen in de echtscheidingszaak bij klager in rekening gebracht en klager heeft deze betaald,

4.3         Nadat de verstekbeschikking was gegeven heeft klager aan verweerder verzocht hem bij te staan om via de benoemde notaris en de advocaat van de wederpartij te komen tot een verdeling, in het bijzonder bij de incasso van een aantal  vorderingen op zijn ex-echtgenote. Nadat de onderhandelingen over een minnelijke regeling waren mislukt, is verweerder namens klager in 2007 een procedure gestart. Het betrof een bewerkelijke procedure. Verweerder had tijdens het eerste gesprek in 2005 uit de financiele stukken al geconcludeerd dat klager niet voor een toevoeging in aanmerking zou komen. Verweerder heeft dit aan klager medegedeeld. Klager zou nooit een toevoeging hebben gekregen; de inzet van de procedure was € 78.500,- en in reconventie € 112.750,-.

4.4         De wederpartij werd door de rechtbank veroordeeld een bedrag van € 16.931,65 aan klager te betalen. Verweerder heeft klager geadviseerd af te zien van het instellen van appel. Het advies om geen appel in te stellen had niet alleen te maken met de kosten van appel, maar in de eerste plaats met de omstandigheid dat het standpunt dat klager in appel wilde innemen juridisch niet haalbaar was.

4.5         Verweerder heeft in de procedure in totaal € 17.5000,- gedeclareerd. De overige facturen hebben betrekking op andere werkzaamheden van verweerder. Alle facturen zijn steeds zonder protest door klager betaald. Klager heeft zijn financiële positie nooit eerder ter sprake gebracht.

 

5                BEOORDELING

5.1     Wanneer een advocaat een opdracht aanvaardt dient hij de financiële consequenties daarvan met de cliënt te bespreken en inzicht te geven in de wijze waarop en de frequentie waarmee hij zal declareren. Voorts dient een advocaat bij het begin van de zaak en verder telkens wanneer daartoe aanleiding bestaat te overleggen of er termen zijn te trachten door de overheid gefinancierde rechtshulp te verkrijgen, tenzij hij goede gronden heeft om aan te nemen dat zijn cliënt niet in aanmerking kan komen voor gefinancierde rechtshulp. Het systeem van gefinancierde rechtshulp vereist van de advocaten dat zij een grote mate van zorgvuldigheid betrachten bij het onderzoeken van de mogelijkheid van een (voorwaardelijke) toevoeging voor een cliënt die zich tot hen wendt. Als de advocaat die mogelijkheid zelf beoordeelt, behoort hij dat te doen aan de hand van de maatstaven die daarvoor door het bureau voor rechtshulp worden gehanteerd. Van de advocaat mag worden verwacht dat hij de financiele afspraken met zijn client schriftelijk vastlegt

5.2     Gebleken is dat verweerder bij de beoordeling of klager al dan niet in aanmerking kwam voor een toevoeging is afgegaan op mededelingen van klager betreffende zijn inkomsten en verplichtingen. Verweerder heeft geen financiele stukken van klager ingezien. Verweerder heeft niet specifiek met klager gesproken over het al dan niet kunnen verkrijgen van een toevoeging. Ook bij de aanvang van de procedure in 2007 is de financiele situatie van klager met het oog op het verkrijgen van een toevoeging niet besproken.

5.3     Verweerder heeft nagelaten klager te wijzen op de mogelijkheid van gefinancierde rechtshulp. Niet is komen vast te staan dat verweerder op goede gronden heeft aangenomen dat klager niet in aanmerking kon komen voor gefinancierde rechtsbijstand. Evenmin is komen vast te staan dat verweerder de financiële consequenties met klager heeft besproken. Voor zover afspraken zijn gemaakt over de kosten van de rechtsbijstand door verweerder, zijn deze door verweerder niet schriftelijk bevestigd.

5.4     Op grond van het bovenstaande komt de raad tot het oordeel dat verweerder niet heeft gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Gelet op de geringe ernst van dit verwijt kan volstaan worden met een enkele waarschuwing.

 

 

BESLISSING

    De raad van discipline:

verklaart de klacht gegrond en legt ter zake de maatregel van enkele waarschuwing op .           

 

 

Aldus gewezen door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, mrs. I.E.M. Sutorius, Th. Kremers, A.A. Freriks, en R. G.A.M. Theunissen, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van  4 juni 2012 .

 

 

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                     

 

Deze beslissing is in afschrift op5 juni 2012

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-            klager

-            verweerder

-      de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Maastricht

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-            verweerder

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.    Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.    Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl