Rechtspraak
Uitspraakdatum
05-03-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2607
Zaaknummer
H 156-2011
Inhoudsindicatie
Sprake van te zeer vereenzelvigen met standpunt van cliënt. Door de zinsnede “Andermaal een schofterige leugen” nodeloos grievend jegens wederpartij uitgelaten.
Inhoudsindicatie
Klacht gegrond; enkele waarschuwing
Uitspraak
Beslissing van 5 maart 2012
in de zaak H 156-2011
naar aanleiding van de klacht van:
A
klaagster
tegen:
B
verweerster
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief aan de raad van 18 augustus 2011 met kenmerk C, door de raad ontvangen op 19 augustus 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement D de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 16 januari 2011 in aanwezigheid van klaagster en verweerster . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van:
- de brief dd. 20 december 2011, door de raad ontvangen op 23 december 2011, met bijlage, van klaagster.
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:
2.1 Verweerster treedt op als advocaat van de ex-partner van klaagster in een geschil over de boedelverdeling. Verweerster schreef in haar brief dd. 21 juni 2011 aan de advocaat van klaagster onder meer het volgende:
“Overigens ben ik van mening dat wanneer uw cliënte tegenover allen een keer oprecht zou zijn, ….. (…)
Andermaal een schofterige leugen.(…)
Sterker nog ook van de verkoop in maart 2010 heeft uw cliënte geen melding gemaakt, noch heeft uw cliënte de stukken daartoe aangereikt.(…)
Uw cliënte is kennelijk heel snel met het opeisen van stukken en bedragen, maar zeer traag wanneer zij actie moet ondernemen zoals het overleggen van stukken aan cliënt.(…)
De houding van uw cliënte ter zake getuigt er andermaal van dat uw cliënte zich zeer onredelijk opstelt en alles in het werk stelt om zelf niets te hoeven (doen)maarwel haar hand open te houden.(…)
Indien cliënt zich op het niveau van uw cliënte zou verlagen, …..(…)
Gezien de herhaaldelijke leugens waarop uw cliënte terugvalt, … (…)
Uw cliënte wil ook dat er ter zake van alles gebeurt, doch communiceert op geen enkele wijze met de makelaar. Ik adviseer haar ook zelf eens een actieve rol ter zake aan te nemen.”
2.2 Bij brief van 4 juli 2011 [met bijlage] heeft klaagster zich bij de deken beklaagd over verweerster.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerster zich in een brief aan de advocaat van klaagster op zeer kwetsende en beledigende wijze over klaagster heeft uitgelaten.
4 VERWEER
4.1 Verweerster kan zich voorstellen dat haar brief dd. 21 juni 2011 door klaagster als kwetsend is ervaren. Het was geenszins de intentie van verweerster om klaagster persoonlijk te kwetsen. De woordkeuzes/zinnen zijn op verzoek van de cliënt van verweerster opgenomen. Het was de taak van verweerster om de belangen van haar cliënt te behartigen. Daartoe behoort het tot uitdrukking brengen van diens gevoelens.
4.2 Verweerster heeft ter zitting van de raad verklaard dat het woordgebruik “schofterige leugen” achteraf gezien ongelukkig was en haar excuses daarvoor jegens klaagster aangeboden.
5 BEOORDELING
5.1 De klacht betreft het optreden van de advocaat van een wederpartij. Bij de beoordeling van een dergelijke klacht behoort er van te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. In aanmerking dient te worden genomen dat in een procedure en zeker in een familierechtelijke procedure, de emoties tussen partijen hoog kunnen oplopen. In het algemeen zullen de standpunten die de advocaat van de wederpartij inneemt, dan wel diens aanpak van de zaak de andere partij niet welgevallig zijn. De raad zal de klacht beoordelen met inachtneming van dit standpunt.
5.2 Gebleken is dat de emoties in het geschil tussen klaagster en haar ex-partner hoog waren opgelopen. In dat verband is het niet onbegrijpelijk dat ook de toon van de correspondentie tussen de advocaten steviger werd aangezet. Het staat een advocaat vrij de toon van zijn correspondentie aan te passen aan de omstandigheden van de betreffende zaak en de houding van de wederpartij, waartegen zijn cliënt zich wenst te verzetten. De advocaat dient er hierbij wel steeds voor te waken dat hij zich niet nodeloos grievend jegens de wederpartij uitlaat. Daarnaast mag van een advocaat worden verwacht dat hij voldoende afstand ten opzichte van een zaak bewaart en zich niet vereenzelvigt met zijn cliënt.
5.3 De raad overweegt dat het verweerster in beginsel vrij stond het standpunt van haar cliënt weer te geven op een wijze die haar passend voorkwam. Het is niet onbegrijpelijk dat verweerster, gelet op de hoog opgelopen spanningen, stevig woordgebruik heeft gehanteerd. De raad is evenwel van oordeel dat verweerster in de zinsnede “Overigens ben ik van mening dat wanneer uw cliënte tegenover allen een keer oprecht zou zijn …..” (p1) onvoldoende afstand van de zaak heeft gehouden en zich te zeer heeft vereenzelvigd met het standpunt van haar cliënt. Door de zinsnede “Andermaal een schofterige leugen” heeft verweerster zich naar het oordeel van de raad nodeloos grievend jegens klaagster uitgelaten, waarvan haar tuchtrechtelijk een verwijt te maken valt.
6 MAATREGEL
6.1 De raad acht de maatregel van enkele waarschuwing passend en geboden.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart de klacht gegrond
en
legt aan verweerster op de maatregel van enkele waarschuwing
Aldus gewezen door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, mrs. A. Groenewoud, H.C.M. Schaeken, E.J.P.J.M. Kneepkens, M. B. Ph. Geeraedts, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 5 maart 2012 .
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op6 maart 2012.
per aangetekende brief verzonden aan:
- klaagster
- verweerster
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- verweerster
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl