Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

20-03-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2539

Zaaknummer

11-174A

Inhoudsindicatie

Klacht over meenemen enkele kantoorenveloppen door verweerster, voormalig werkneemster van klaagster, van onvoldoende gewicht en daarom ongegrond. Overige klachten ongegrond omdat de verweten gedragingen niet vast zijn komen te staan.

Uitspraak

Beslissing van 20 maart 2012

in de zaak 11-174A    

naar aanleiding van de klacht van:

mevrouw mr.

klaagster

tegen:

mevrouw mr.

verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 26 mei 2011, met kenmerk 1011-486 K, door de raad ontvangen op 27 mei 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 16 januari 2012 in aanwezigheid van klaagster en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van:

- de hiervoor genoemde brief van deken

- de stukken genummerd 1 tot en met 5, genoemd in de inventarislijst bij de brief van de deken.

 

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1 Verweerster is in dienstbetrekking werkzaam geweest bij het kantoor van klaagster. Nadat verweerster haar dienstverband had opgezegd, heeft zij op 1 maart 2010 de dossiers van faillissementen, waarin zij curator was, meegenomen en is zij haar eigen kantoor begonnen.

2.2 Verweerster heeft bij het ontruimen van haar bureau op het kantoor van klaagster drie enveloppen van het kantoor van klaagster meegenomen. Een van deze enveloppen heeft de failissementsmedewerkster van verweerster gebruikt voor de verzending van post aan een failliet. Deze envelop is vervolgens onbestelbaar retour gezonden aan het kantoor van klaagster.

2.3 Partijen hebben afspraken gemaakt over de financiële afwikkeling van deze faillissementsdossiers. Over die afwikkeling is vervolgens een geschil ontstaan.

2.4 Bij brief van 11 februari 2011 heeft klaagster zich bij de deken beklaagd over verweerster.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerster:

a) wederrechtelijk enveloppen van het kantoor van klaagster heeft meegenomen en gebruikt, althans deze ten onrechte heeft gebruikt;

b) stelselmatig onrust heeft veroorzaakt binnen het kantoor van klaagster door collega's van klaagster te bellen en aan te spreken om met hen inhoudelijk over haar geschil met klaagster te praten

c) onjuiste uitlatingen heeft gedaan, in het bijzonder dat er 15 mensen bij het kantoor van verweerster zijn weggegaan omdat verweerster moeite zou hebben met conflictsituaties en over haar verbod aan klaagster in een bepaald faillissement uren te schrijven.

4 BEOORDELING

 Ad klachtonderdeel a)

4.1 Verweerster heeft erkend dat zij bij het ontruimen van haar bureau op het kantoor van klaagster abusievelijk drie enveloppen van het kantoor van klaagster heeft meegenomen, waarvan er vervolgens een is gebruikt door haar faillissementsmedewerkster voor de verzending van post aan een failliet.

4.2 Deze gedraging is, indien al sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, van dien aard dat een klacht daarover naar het oordeel van de raad van onvoldoende gewicht is. Reeds om die reden is de klacht ongegrond. Verweerster heeft klaagster bovendien ter zitting haar excuses aangeboden voor de gang van zaken.

Ad klachtonderdeel b)

4.3 Tegenover de verwijten van klaagster staat de gemotiveerde betwisting van verweerster dat zij haar oud-kantoorgenoten heeft aangesproken over het geschil tussen haar en klaagster en aldus onrust heeft veroorzaakt. Gelet op de tegengestelde standpunten van partijen zijn de verweten gedragingen niet vast komen te staan. Gelet hierop is dit klachtonderdeel ongegrond.

 Ad klachtonderdeel c)

4.4 Ook voor dit klachtonderdeel geldt dat de raad, gelet op de tegengestelde standpunten van partijen, de juistheid van de gewraakte uitlatingen niet kan vaststellen. Reeds om die reden is dit klachtonderdeel ongegrond.

 

 BESLISSING

De raad van discipline:

-  verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond

 

Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mrs. A. de Groot, H.C.M.J. Karskens, M. Pannevis en M.W. Schüller, leden, bijgestaan door mr. S.C. Zum Vörde Sive Vörding als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 20 maart 2012.

griffier voorzitter                     

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 20 maart 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klaagster

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl