Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

02-07-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3091

Zaaknummer

H 15 - 2012

Inhoudsindicatie

Mede gelet op door klager afgegeven machtiging, feit dat klager zelf een advocaat had en de correspondentie moet het klager duidelijk zijn geweest dat verweerder in materieel opzicht niet zijn advocaat was, maar de advocaat van M. Geen sprake van tegenstrijdige belangen. Evenmin is gebleken dat klagers belangen zijn geschaad doordat verweerder in de tegen klager gevoerde zaak informatie heeft gebruikt die hij enkel van klager heeft kunnen verkrijgen.

Inhoudsindicatie

Klacht ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 2 juli 2012

     in de zaak H 15-2012

naar aanleiding van de klacht van:

 

                                        A.

                                       

                                        klager

 

                                        tegen:

 

                                        B.

 

                                        verweerder          

 

 

1                Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 11 januari 2012 heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement ‘s-Hertogenbosch de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2         De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 21 mei 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder, vergezeld van een kantoorgenoot . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3         De raad heeft kennis genomen van:

-          de brief van de deken d.d. 11 januari 2012 en de daarbij gevoegde stukken.

 

 

2        FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1     Klager is jarenlang de eigenaar en exploitant geweest van een camping te Z.. Bij huurovereenkomst d.d. 25 september 2007 heeft klager aan M (althans diens BV “B”) de exploitatie van de camping overgedragen en is ook een optierecht tot koop overeengekomen. Bij het opstellen van die overeenkomst is verweerder niet betrokken geweest. Na het sluiten van de overeenkomst heeft M verweerder in de arm genomen, die heeft vastgesteld dat de erfpachtovereenkomst die klager had gesloten met de gemeente Z. een verbod van onderverhuur, een verbod van exploitatieoverdracht en een verbod van overdracht van erfpacht bevatte. Dat betekende dat de gemeente Z. klager wanprestatie zou kunnen verwijten, immers door het sluiten van de huurovereenkomst handelde klager in strijd met de met de gemeente Z. gesloten erfpachtovereenkomst.

2.2     Teneinde in eventuele procedures jegens de gemeente Z. te voorkomen dat duidelijk werd dat klager in feite de exploitatie van de camping al had overgedragen, moest verweerder zich in procedures jegens die gemeente en jegens derden als advocaat van klager presenteren. Vervolgens heeft verweerder, via een machtiging door klager aan “B” BV, ook als advocaat voor klager opgetreden, tegen huurders van de camping en de gemeente Z.. Verweerder is daarnaast blijven optreden als advocaat van M. De aanpak van de zaak werd door verweerder besproken met de advocaat van klager. Uiteindelijk is verweerder tegen klager gaan optreden.

 

3        KLACHT

3.1     De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in.    

Verweerder heeft, via een machtiging door klager aan M, ook als advocaat voor klager opgetreden, tegen huurders van de camping en de gemeente Z. Verweerder is daarnaast blijven optreden als advocaat van M, uiteindelijk zelfs tegen klager, waarbij hij informatie heeft gebruikt die hij van klager had verkregen.

 

4               VERWEER

4.1     Verweerder is van mening dat hem geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

          Verweerder heeft voor klager opgetreden op basis van een door klager aan M verstrekte volmacht. Verweerder heeft aangegeven dat hij evident de advocaat is van M en dat hij niet voor klager wilde optreden als dat zou betekenen dat hij in de toekomst niet vrij zou staan. Klager heeft daarmee ingestemd. De contacten die verweerder met de gemeente Z. en derden onderhield heeft hij met klagers advocaat afgestemd. In de brief van 10 juli 2008 aan klagers advocaat heeft verweerder vastgelegd dat hij in eventuele procedures vrij zou staan. Klagers advocaat heeft daarop instemmend gereageerd bij e-mailbericht d.d. 31 juli 2011. Verweerder heeft nooit de indruk gewekt dat hij voor klager optrad anders dan voor de buitenwacht ter voorkoming van problemen. Voor klager was duidelijk dat verweerder advocaat was en bleef van M. Klager heeft nooit facturen van verweerder ontvangen en verweerder heeft nooit met klager buiten aanwezigheid van M of klagers advocaat gesproken. Van tegenstrijdige belangen is en was geen sprake. Bij het opstellen van de huurovereenkomst is verweerder niet betrokken geweest. Verweerder heeft geen vertrouwelijke informatie verkregen van klager die van belang kon zijn in de zaak tegen klager.

         

5        BEOORDELING

5.1     Klager verwijt verweerder dat hij in strijd heeft gehandeld met gedragsregel 7, waarin is bepaald dat een advocaat zich niet met de behartiging van de belangen van twee of meer partijen mag belasten indien de belangen van deze partijen tegenstrijdig zijn of een daarop uitlopende ontwikkeling aannemelijk is.

5.2     In het optreden voor M heeft verweerder – omdat de behandeling van de zaak dat vereiste – zich weliswaar bediend van de benaming van klagers vennootschap onder firma, doch enkel voor zover dat nodig was voor de behartiging van de belangen van M. Klager kon naar het oordeel van de raad redelijkerwijs niet veronderstellen dat verweerder zijn advocaat was gezien de door klager gegeven machtiging.

5.3     Over het optreden van verweerder is tussen klagers advocaat en verweerder gecorrespondeerd. Klager had een eigen advocaat, die uitdrukkelijk met het optreden van verweerder heeft ingestemd. Dit blijkt onder meer uit de brief van verweerder van 10 juli 2008 en de daarop volgende bevestiging van klagers advocaat d.d. 31 juli 2008 waarin het volgende is vastgelegd:

“in ieder geval bevestig ik hierbij dat indien zich geschillen tussen [klager] en [M] voordoen, zowel jij als ik voor onze cliënten kunnen blijven optreden.”

5.4     De raad is op basis van het bovenstaande van oordeel dat het klager duidelijk moet zijn geweest dat verweerder in materieel opzicht niet zijn advocaat was, maar de advocaat van M. Onder de gegeven omstandigheden kan niet worden geoordeeld dat verweerder tegenstrijdige belangen heeft behartigd. Evenmin is gebleken dat klagers belangen zijn geschaad doordat verweerder in de tegen klager gevoerde zaak informatie heeft gebruikt die hij enkel van klager heeft kunnen verkrijgen.

5.5     De raad komt tot de slotsom dat verweerder van zijn optreden geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De raad zal de klacht dan ook als ongegrond afwijzen.

             

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht ongegrond.

 

Aldus beslist door mr. E.P. van Unen, voorzitter, mrs. E.P.C.M. Teeuwen, A.L.W.G. Houtakkers, P.J.W.M. Theunissen, J.D.E. van den Heuvel, leden, bijgestaan door mr. Th.H.G. van de Langenberg als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van de raad van 2 juli 2012

 

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                     

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 4 juli 2012     

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-         klager

-         verweerder

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement ‘s-Hertogenbosch

-         de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-         klager

-         verweerder

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement ‘s-Hertogenbosch

-         de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.       Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.       Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.       Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl