Rechtspraak
Uitspraakdatum
17-12-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3669
Zaaknummer
12-145
Inhoudsindicatie
Klaagster verwijt verweerster dat zij haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Omdat klaagster niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat verweerster dit heeft gedaan
Inhoudsindicatie
is dit onderdeel van de klacht ongegrond.
Inhoudsindicatie
De financiële afspraken met klaagster heeft verweerster correct vastgelegd. Daarom is het door klaagster hierover gemaakte verwijt ongegrond.
Inhoudsindicatie
Verweerster mocht klaagster een nota sturen nadat de Raad voor Rechtsbijstand de toevoeging wegens het behaalde resultaat had ingetrokken. Ook het verwijt op dit punt is ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 17 december 2012
in de zaak 12-145
naar aanleiding van de klacht van:
klaagster
tegen:
verweerster
advocaat te [X]
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 21 augustus 2012 met kenmerk RvT 1112-9185/LB/SD, door de raad ontvangen op 22 augustus 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Utrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 12 november 2012 in aanwezigheid van mr. M.M. Lorist, voorzitter, mrs. R.P.F. van der Mark, P.R.M. Noppen, P.P. Verdoorn en A.S.M. Zweerman-Oude Breuil, leden, bijgestaan door mr. A. Huber als griffier.
1.3 Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.4 De raad heeft kennis genomen van:
- de in 1.1 genoemde brief van de deken aan de raad en van de stukken zoals vermeld op de bij de brief gevoegde inventarislijst.
- de brief van 1 november 2012 met bijlage van mevrouw mr. M. Cortet.
2 FEITEN
2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.
2.2 Medio [….] 2011 heeft klaagster zich tot verweerster gewend omdat zij schade heeft geleden door een lekkage in haar woning.
2.3 Bij brief van [….] 2011 heeft verweerster aan klaagster bevestigd dat zij haar terzijde zal staan inzake het vorderen van schadevergoeding van haar inboedelverzekeraar en dat na afwikkeling van deze zaak zal worden bezien welke schade niet is vergoed omdat die niet onder de dekking van de inboedelverzekering valt waarna, indien mogelijk, de waterleidingsmaatschappij zal worden aangesproken ter vergoeding van deze schadeposten.
2.4 In de brief van [….] 2011 heeft verweerster tevens aan klaagster bevestigd dat zij een toevoeging voor haar zal aanvragen bij de Raad voor Rechtsbijstand en dat de verstrekte toevoeging met terugwerkende kracht kan worden ingetrokken als door de verleende rechtsbijstand een financieel resultaat is behaald dat hoger is dan 50% van het van toepassing zijnde heffingsvrije vermogen en dat zij in dat geval haar werkzaamheden op betalende basis zal verrichten. Voorts heeft verweerster aan klaagster bevestigd dat het gezien de hoogte van de geraamde schade zeer waarschijnlijk is dat de toevoeging met terugwerkende kracht zal worden ingetrokken en dat zij in dat geval haar uurtarief van € 155,- exclusief 6% kantoorkosten, belaste en onbelaste verschotten en 19% b.t.w., aan haar in rekening zal brengen.
2.5 De Raad voor Rechtsbijstand heeft voor het vorderen van schadevergoeding van de inboedelverzekeraar van klaagster na peiljaarverlegging op [….] 2011 een toevoeging verleend, waarbij aan klaagster een eigen bijdrage is opgelegd van € 757,- voor welk bedrag verweerster klaagster op [….] 2011 een nota heeft gestuurd.
2.6 Nadat verweerster de inboedelverzekeraar van klaagster heeft aangesproken tot betaling van de schade, heeft de inboedelverzekeraar € 23.500,- aan schadevergoeding aan klaagster betaald.
2.7 Bij brief van [….] 2011 heeft verweerster aan klaagster bericht dat zij zich onttrekt als advocaat in de zaak tegen de waterleidingsmaatschappij. Er is voor die zaak geen toevoeging afgegeven en verweerster heeft voor deze zaak geen kosten aan klaagster in rekening gebracht.
2.8 Nadat de toevoeging voor de zaak tegen de inboedelverzekeraar was ingetrokken door de Raad voor Rechtsbijstand heeft verweerster op [….] 2012 een nota ad € 4.036,77 voor haar werkzaamheden in deze zaak aan klaagster gestuurd. Na aftrek van het reeds door klaagster betaalde bedrag ad € 757,--, resteerde blijkens de nota van [….] 2012 door haar te voldoen een bedrag van € 2.443,22. Laatstgenoemd bedrag is vervolgens door verweerster gecorrigeerd in het bedrag van € 3.279,77, welk bedrag ook wordt genoemd in de brief van verweerster aan klaagster van [….] 2012. Klaagster is het niet eens met deze nota.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij:
a) haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden door details over het geschil van klaagster met haar verzekeraar te vertellen aan een wederzijdse vriendin
b) de financiële afspraken met klaagster niet juist heeft vastgelegd
c) klaagster een factuur heeft verzonden nadat de Raad voor Rechtsbijstand de toevoeging had ingetrokken.
4 TOELICHTING OP DE KLACHT
4.1 Op [….] 2011 is klaagster gebeld door haar zuster, die haar vertelde dat zij tijdens een kraamvisite had gehoord dat verweerster inhoudelijk over haar zaak heeft gesproken met derden. Deze mensen zijn op de hoogte van feiten die alleen bekend zijn bij verweerster en de contra-expert. Een kennis van zowel verweerster als klaagster heeft haar verteld dat verweerster haar alles over klaagsters zaak heeft verteld waaronder het exacte bedrag dat zij aan schadevergoeding heeft ontvangen en tal van andere details. Deze wederzijdse kennis is niet bereid een verklaring hierover af te geven omdat het kantoor van verweerster nog de belangen van haar familie behartigt.
4.2 De brief van [….] 2011, waarin verweerster de opdracht in de zaak tegen haar inboedelverzekeraar bevestigt, is achteraf opgesteld.
4.3 Tijdens het gesprek met de contra-expert op [….] 2011 is alleen aan het begin een vriendin van haar aanwezig geweest.
4.4 Op [….] 2011 heeft zij verweerster per e-mail geschreven dat zij de eigen bijdrage zojuist heeft overgemaakt en dat het voor haar niet helemaal duidelijk is of de eigen bijdrage ook geldt voor het aansprakelijk stellen van de waterleidingsmaatschappij. Ook in die zaak heeft zij geen opdrachtbevestiging ontvangen, terwijl verweerster haar ook niet heeft geïnformeerd over de verdere gang van zaken.
4.5 Verweerster heeft haar niet geïnformeerd over de kosten die aan haar in rekening zullen worden gebracht voor de aan haar verleende rechtsbijstand.
4.5 Haar vertrouwen in verweerster is ernstig beschadigd.
5 VERWEER
5.1 Klaagster is bij haar terecht gekomen via een wederzijdse kennis. Deze kennis heeft haar volledig op de hoogte gesteld van de problemen die klaagster ondervond bij het verkrijgen van schadevergoeding.
5.2 Zij betwist ten stelligste dat zij met anderen, waaronder de wederzijdse kennis, heeft gesproken over de zaak van klaagster anders dan tijdens het gesprek waarbij klaagster zelf aanwezig was.
5.3 Ook betwist zij ten stelligste dat zij haar brief van [….] 2011, waarin zij de aan haar verleende opdracht bevestigt, achteraf heeft opgesteld.
5.4 Klaagster heeft de problematiek betreffende de lekkage in haar woning met heel veel vriendinnen besproken en van haar vorderingen en tegenslagen verslag gedaan op Facebook.
5.5 Klaagster heeft haar eenmaal bezocht in het bijzijn van haar zus en een vriendin. De partner van de vriendin heeft een bouwbedrijf. Hij heeft een offerte opgesteld voor het herstellen van de schade in de woning van klaagster. Deze offerte is tijdens het gesprek uitvoerig besproken en in de schadestaat opgenomen. Ook tijdens het bezoek van de contra-expert bij haar op kantoor op [….] 2011 werd klaagster vergezeld door een vriendin, die op de hoogte bleek te zijn van de situatie van klaagster. De contra-expert heeft dat per e-mail bevestigd. Voorts heeft klaagster haar tijdens privé bijeenkomsten aangesproken over haar zaak in aanwezigheid van derden.
5.6 Klaagster, verweerster zelf en hun wederzijdse kennis alsmede een aantal anderen maakten deel uit van een vriendinnengroep. In november 2011 is er binnen deze vriendinnengroep ruzie ontstaan. Zij wilde niets met deze ruzie te maken hebben. Klaagster nam haar dat niet in dank af en heeft daarom de onderhavige klacht ingediend.
5.7 Zij heeft klaagster correct geïnformeerd over de kosten van de door haar verleende rechtshulp, die voor klaagsters rekening kwamen.
5.8 Zij heeft zich ten zeerste voor klaagster ingezet en een goed resultaat voor haar behaald.
6 BEOORDELING
Ad klachtonderdeel a): de schending van de geheimhoudingsplicht door verweerster.
6.1 Klaagster stelt dat verweerster haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Verweerster betwist dat.
6.2 Vast staat dat klaagster op Facebook foto’s heeft getoond van de lekkage in haar woning en dat er vriendinnen aanwezig zijn geweest bij gesprekken met verweerster en ook bij gesprekken met verweerster en de contra-expert. Aldus waren vriendinnen van klaagster in elk geval van een deel van de feiten betreffende het geschil met haar inboedelverzekeraar op de hoogte. Niet uitgesloten kan worden dat deze vriendinnen de wederzijdse vriendin op de hoogte hebben gesteld van de feiten die bij hen bekend waren, terwijl de wederzijdse vriendin ook reeds door klaagster op de hoogte is gesteld van een aantal feiten. Via haar is klaagster immers bij verweerster terecht gekomen. Dat de wederzijdse vriendin door verweerster op hoogte is gesteld van feiten die zij niet reeds van klaagster of vriendinnen van klaagster had vernomen, heeft klaagster onvoldoende aannemelijk gemaakt. Daarom is dit onderdeel van de klacht ongegrond.
Ad klachtonderdeel b): het niet juist vastleggen van de financiële afspraken met klaagster
6.3 Bij brief van [….] 2011 heeft verweerster klaagster bericht welke kosten voor klaagsters rekening komen indien verweerster haar op basis van een toevoeging zal bijstaan. Voorts heeft verweerster klaagster er op gewezen dat de kans groot is dat de toevoeging achteraf zal worden ingetrokken gezien de hoogte van de te vorderen schadevergoeding. Tevens heeft verweerster de hoogte van haar honorarium meegedeeld voor het geval dat klaagster zelf de kosten van de aan haar verleende rechtsbijstand moet betalen. Aldus heeft verweerster de financiële gevolgen voor klaagster van de aan haar verleende rechtshulp correct vastgelegd. Klaagster heeft haar stelling, dat deze brief achteraf is opgesteld, onvoldoende feitelijk onderbouwd. Daarenboven volgt ook uit de door de de Raad voor Rechtsbijstand op [….] 2011 afgegeven toevoeging, waarvan klaagster heeft bevestigd deze te hebben ontvangen, dat de toevoeging achteraf kan worden ingetrokken. Daarom is dit onderdeel van de klacht ongegrond.
Ad klachtonderdeel c): het sturen van een factuur aan klaagster nadat de toevoeging was ingetrokken
6.4 Vast staat dat aan klaagster een schadevergoeding is toegekend van € 23.500,-. Dit bedrag is hoger dan de helft van het van toepassing zijnde heffingsvrije vermogen Daarom heeft de Raad voor Rechtsbijstand de toevoeging ingetrokken. De Raad zendt hiervan zowel bericht aan de rechtshulpverlener als aan de rechtshulpzoekende en deze kan desgewenst bezwaar aantekenen tegen de beslissing van de Raad voor Rechtsbijstand. Gesteld noch gebleken is dat klaagster bezwaar heeft aangetekend tegen de intrekking van de toevoeging door de Raad voor Rechtsbijstand. Daarom heeft verweerster klaagster een factuur mogen zenden voor de door haar voor klaagster verrichte werkzaamheden. Ook dit onderdeel van de klacht is ongegrond.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart alle onderdelen van de klacht ongegrond.
Aldus gewezen door mr. M.M. Lorist, voorzitter, mrs. R.P.F. van der Mark, P.R.M. Noppen, P.P. Verdoorn en A.S.M. Zweerman-Oude Breuil, leden, bijgestaan door mr. A. Huber als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 17 december 2012.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 17 december 2012 per aangetekende post verzonden aan:
- klaagster
- verweerster
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Utrecht
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.