Rechtspraak
Uitspraakdatum
22-06-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA2889
Zaaknummer
72/11
Inhoudsindicatie
Een advocaat handelt onbehoorlijk indien hij aan zijn cliënte, die tevens schoonmaakwerkzaamheden bij hem op kantoor verricht, seksueel getinte sms-jes verstuurd terwijl niet gebleken is dat de cliënte zelf berichten stuurde die aanleiding gaven tot dergelijke seksueel getinte reacties. Klacht gegrond; waarschuwing
Uitspraak
Beslissing van 22 juni 2012
in de zaak 72/11
naar aanleiding van de klacht van:
mevrouw [ ]
klaagster
tegen
mr. [ ]
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 11 augustus 2011 met kenmerk 010/011 GK 065 jd/gf, door de raad ontvangen op 12 augustus 2011, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Groningen de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 23 maart 2012 in aanwezigheid van klaagster en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van:
het van de deken ontvangen dossier.
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:
2.1 Klaagster heeft schoonmaakwerkzaamheden verricht op het kantoor van verweerder. Deze werkzaamheden zijn geëindigd in of omstreeks april 2011.
2.2 Klaagster heeft zich in 2009 tot verweerder gewend. Op of omstreeks 10 april 2010 heeft klaagster verweerder verzocht haar bij te staan in verband met een financieel probleem.
2.3 Blijkens een “nadere overeenkomst schuldbekentenis” heeft klaagster op 10 november 2009 van verweerder een bedrag geleend van € 5.000,00 tegen een rente van 5% per jaar, welke bedrag op 25 november 2009 door klaagster aan verweerder is terugbetaald.
Verder heeft verweerder aan klaagster nog enkele kleinere bedragen geleend, die (geheel dan wel grotendeels) zijn terugbetaald dan wel verrekend met aan klaagster toekomende vergoedingen voor haar schoonmaakwerk.
2.4 Bij brief van 13 mei 2011 heeft klaagster zich, via haar advocaat, bij de deken beklaagd over verweerder.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
Klaagster door verweerder in de periode van 2009 tot 2011 enkele malen op onheuse wijze, tegen haar zin, seksueel is bejegend; hij heeft aan haar kleding getrokken, haar daarbij betast en orale seks en geslachtsgemeenschap gehad. Verweerder heeft daarmee onvoldoende afstand gehouden in de verhouding tot klaagster als werkneemster en als cliënte.
Onderbouwing
3.2 Klaagster voert onder meer aan dat verweerder haar in mei 2009 heeft gebeld met de mededeling dat hij voor hen beiden op klaagsters naam een kamer had gereserveerd in een motel in de gemeente Z. Klaagster moest met een taxi naar het motel komen en de taxikosten zouden door verweerder worden betaald. Klaagster is op dit verzoek niet ingegaan.
3.3 In 2010 heeft er seksueel contact plaatsgevonden tussen klaagster en verweerder op diens kantoor. Klaagster was op kantoor aanwezig om een financiële kwestie met verweerder te bespreken. In de loop van het gesprek greep verweerder klaagster bij haar arm en zei:
“Ik regel dat wel voor je, maar nu moet je me eerst even verwennen”.
Vervolgens heeft verweerder haar meegetrokken naar de kamer van een kantoorgenoot en zijn broek naar beneden gedaan en tegen klaagster gezegd:
“Ik wil je neuken.”
Klaagster wilde dit niet en heeft zich verweerd. Vervolgens heeft verweerder zijn ondergoed uitgetrokken, rukte aan het ondergoed van klaagster en heeft vervolgens orale seks gehad en vervolgens geslachtsgemeenschap.
3.4 In de maanden juni, juli en augustus 2010 heeft verweerder klaagster lastig gevallen met seksueel getinte sms-berichten. In de inleidende klachtbrief van de toenmalige advocaat van klaagster, mr. S., d.d. 13 mei 2011, pagina 2, tweede helft, staan deze berichten met datum en tijdstip geciteerd, nl. vanaf 17 juni 2010 om 19.58 uur tot en met 31 augustus 2010 om 14.19 uur. Onder 3.3. van de aanbiedingsbrief van de deken zijn dezelfde sms-berichten weergegeven. Het betreft de navolgende berichten:
• 17 juni 2010 om 19.58 uur: ‘Graag, kan je vanavond bedienen, stuur je dochter naar een vriendje of vriendin voor een uurtje of twee en je krijgt je lening.”
• 17 juni 2010 om 22.34 uur: “Als je morgen van 10 tot 12 alleen thuis kunt zijn breng ik het, zo niet dan vergeten we het.”
• 15 juli 2010 om 23.32 uur: “Hallo R(afk. raad), ben je nog wakker?”
• 12 augustus 2010 om 15.23 uur: “Hallo R(afk. raad), ben weer beter, kan wel een mooie zwarte vrouw gebruiken. Weet jij een goede kandidate?”
• 12 augustus 2010 om 15.29 uur: “Maar wel lekker vlezig, wat is er mogelijk?:
• 12 augustus 2010 om 15.33 uur: “Graag vanmiddag nog, ben zo ….. als een beer”.
• 12 augustus 2010 om 16.13 uur: “Als ik niet binnen 5 min van je hoor (sms/telefoon) neem ik een nieuw hulpje!”
• 12 augustus 2010 om 16.35 uur: “Wat heb je dan wel”
• 12 augustus 2010 om 16.38 uur: “Wat wil je met me doen dan?”
• 12 augustus 2010 om 16.55 uur: “Kom na je werk naar mijn kantoor met de trein, zeg maar om schoon te maken dan zie ik je daar wel”.
• 12 augustus 2010 om 17.13 uur: “Hoor ik nog wat?”
• 30 augustus 2010 om 16.10 uur: “Ik ben onderweg, ben je alleen?”
• 31 augustus 2010 om 11.22 uur: “Waar ben je nu?”
• 31 augustus 2010 om 14.15 uur: “Heb mijn bril bij je laten liggen.”
• 31 augustus 2010 om 14.19 uur: “Op het bed.”
3.5 Omstreeks 30 augustus 2010 heeft er wederom geslachtsgemeenschap plaatsgevonden tussen klaagster en verweerder in de woning van klaagster. Klaagster was op dat moment thuis in verband met een knieoperatie. Onder het mom van bespreking van een zaak van klaagster (betrekking hebbende op een huurschuld) is verweerder bij klaagster thuis geweest.
3.6 Begin 2011 en in april 2011 heeft er wederom geslachtsgemeenschap plaatsgevonden tussen klaagster en verweerder.
4 VERWEER
4.1 Verweerder ontkent dat er tussen hem en klaagster seksueel contact heeft plaatsgevonden, noch op zijn kantoor noch bij klaagster thuis dan wel elders. Het enige lichamelijke contact heeft plaatsgevonden bij de deur als zij elkaar de hand schudden.
4.2 Verweerder erkent dat hij klaagster omstreeks april 2010 heeft bijgestaan ter zake van een financieel probleem. Verweerder heeft klaagster toen een bedrag geleend van € 756,00 waarvoor schuldbekentenissen zijn getekend op 28 juni 2010, 1 september 2010 en 1 april 2011. De schoonmaakwerkzaamheden zijn geëindigd op 21 april 2011. Klaagster is verweerder nog een bedrag van circa € 450,00 verschuldigd.
Voorts ontkent verweerder dat hij een kamer heeft geboekt in een motel op naam van klaagster.
4.3 Sms-contact tussen verweerder en klaagster vond slechts sporadisch plaats. Een enkele maal vroeg zij, meestal ’s avonds, verweerder om raad in verband met haar medische problemen, ziekenhuisopname en persoonlijke problemen. Op geen enkel moment heeft de relatie tussen verweerder en klaagster een ander karakter gehad dan een puur zakelijke. De door klaagster in haar klaagschrift aangehaalde sms berichten zijn geheel onschuldig van aard en uit hun verband gerukt. Er had een beter beeld kunnen worden geschetst indien verweerder de sms-berichten van klaagster, waarop de geciteerde berichten een reactie waren, niet had gewist. De sms-berichten hadden over het algemeen geen erotische lading. Het sms-bericht van 12 augustus 2010 en met name de tekst:
“Graag vanmiddag nog, ben zo ……. als een beer.”
betrof een oud studentikoos woordgrapje, dat bedoeld is om mensen op het verkeerde been te zetten. Als gevraagd wordt wat op de “…….” moet staan komt het antwoord: hongerig. Verweerder realiseert zich dat de sms-teksten zonder context, enigszins dubbelzinnig kunnen worden uitgelegd. Een derde zou daaruit verkeerde conclusies kunnen trekken. Verweerder is bereid hierover het boetekleed aan te trekken en klaagster zijn verontschuldigingen aan te bieden.
4.4 Verweerder erkent dat hij op 30 augustus 2010 bij klaagster thuis is geweest. Dit betrof de huurkwestie. Zij was net geopereerd aan haar knie en kon niet reizen. Ook thuis was zij niet in staat om te zitten en vandaar dat zij verweerder in haar slaapkamer ontving. Verweerder ervoer dit niet als een compromitterende situatie. Hij heeft met klaagster het dossier doorgesproken en aantekeningen gemaakt en vervolgens bleek dat hij zijn bril had laten liggen. De bewering van klaagster dat verweerder een seksmaniak is, is belachelijk.
4.5 Voorts voert verweerder aan dat klaagster ernstig getraumatiseerd is door het verlies van haar zaak. Haar levenswerk is, zoals zij dat zag, vernietigd. Het is betreurenswaardig dat verweerder als veroorzaker wordt bestempeld, maar ook onjuist. Hij was juist degene die haar heeft geholpen en waar mogelijk nog wat geld heeft geleend. De manier waarop klaagster zich over verweerder uitlaat is een symptoom van een labiele geestestoestand.
5 BEOORDELING
5.1 Vaststaat dat verweerder rechtsbijstand heeft verleend aan klaagster in een zakelijk geschil. Naar aanleiding daarvan heeft er sms-verkeer plaatsgevonden tussen klaagster en verweerder, zulks staat eveneens vast.
5.2 Het verwijt van klaagster dat verweerder geslachtsgemeenschap met haar heeft gehad, is onvoldoende komen vast te staan, nu verweerder dat heeft ontkend en klaagster dat niet nader heeft kunnen onderbouwen.
5.3 Ter beoordeling staat derhalve de inhoud van de litigieuze sms-berichten en de vraag of deze sms-berichten passend zijn in de relatie advocaat-cliënt.
5.4 De raad overweegt dat de inhoud daarvan, zoals bovenstaand nader aangegeven onder de klachtomschrijving, vaststaat. Verweerder heeft aangevoerd dat die berichten uit hun context zijn gehaald en dat deze in een ander daglicht komen te staan als ook de berichten van klaagster daarbij worden betrokken. Dat kan echter niet meer want verweerder heeft deze gewist.
5.5 De raad is van oordeel dat het een advocaat niet past dergelijke sms berichten naar een cliënt(e) te sturen. Verweerder heeft ter zitting aangegeven dat de sms berichten van de kant van klaagster puur zakelijk waren, zodat niet gesteld kan worden dat verweerder reageerde op prikkelende berichten van de kant van klaagster. Dan zouden de berichten wellicht in een ander daglicht komen te staan, maar daarvan is thans geen sprake. De litigieuze berichten zijn, naar het oordeel van de raad, seksueel getint en moeten door hun aantal en in onderling verband en samenhang bezien, als onbehoorlijk worden bestempeld. Door deze handelwijze bestaat het gevaar dat er een verstrengeling van (persoonlijke) belangen ontstaat, die aan een goede beroepsuitoefening in de weg staat.
6 MAATREGEL
Gelet op bovenstaande kan volstaan worden met een enkele waarschuwing.
BESLISSING
De raad van discipline:
oordeelt de klacht gegrond en legt verweerder de maatregel van een enkele waarschuwing op.
Aldus gewezen door mr. P. Schulting, voorzitter, mrs. A.D.G. Bakker, A.J.H. Geense, G.E.J. Kornet, J.V. van Ophem, leden, bijgestaan door mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 22 juni 2012.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 25 juni 2012 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Groningen
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- verweerder
- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Groningen
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl