Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

12-10-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3810

Zaaknummer

117/11

Inhoudsindicatie

Het te vroeg instellen van appel waardoor dit niet-ontvankelijk is, is een tekortkoming en tuchtrechtelijk verwijtbaar. Ook het te laat indienen van stukken voor een alimentatieberekening is tuchtrechtelijk verwijtbaar; klacht gegrond; waarschuwing.

Uitspraak

Beslissing van 12 oktober 2012

in de zaak 117/11

naar aanleiding van de klacht van:

de heer [   ]

klager

 

tegen:

mr. [   ]

verweerder

 

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 9 december 2011 met kenmerk 010/011 KL 051, door de raad ontvangen op 12 december 2011, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Leeuwarden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 22 juni 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    De raad heeft kennis genomen van:

-    het van de deken ontvangen dossier;

-    brief van de deken van 13 december 2011 met bijlage;

-    brieven van 6 juni, 7 juni en 8 juni 2012 met bijlagen van verweerder aan de raad van discipline.

 

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    Verweerder heeft klager bijgestaan in een tweetal alimentatiezaken. De ene zaak is in eerste aanleg behandeld door de rechtbank Z.en in appèl door het gerechtshof A. Dit betrof onder andere alimentatie ten behoeve van twee minderjarige kinderen uit een relatie van klager met mevrouw H.

2.3    De andere zaak was tegen mevrouw F. en betrof alimentatie ten behoeve van een kind uit de relatie van klager met deze mevrouw F. Tegen de beschikking van de rechtbank L.van 30 september 2009 hierover is door klager appèl ingesteld bij het gerechtshof . Hierop is door het gerechtshof L. een beschikking gegeven d.d. 16 november 2010. In beide zaken is klager bijgestaan door verweerder.

2.4    Bij brief van18 maart 2011 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

 

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a)    verweerder stukken niet of te laat heeft ingediend bij het gerechtshof, waardoor deze niet konden worden meegenomen in de beslissing van het gerechtshof, waarbij verweerder bovendien heeft verzuimd aan te voeren dat klager een arbeidscontract had van 32 uur i.p.v. 40 uur.

b)    stukken van de rechtbank, door toedoen van verweerder, bij de tegenpartij zijn terechtgekomen.

c)    in een andere procedure betreffende de opdracht aan klager om DNA-onderzoek te laten verrichten ter beantwoording van de vraag of hij de verwekker is van een minderjarig kind, verweerder te vroeg en derhalve zinloos hoger beroep heeft ingesteld. Klager werd niet-ontvankelijk verklaard en de kosten zijn op hem verhaald.

 

4    VERWEER

Ad klachtonderdeel a)

4.1    In de procedure tegen mevrouw H. heeft het hof geoordeeld dat een faxbericht van verweerder van 24 maart 2010 met bijlagen buiten beschouwing blijft omdat deze stukken, zonder noodzaak, buiten de van toepassing zijnde termijn zijn ingediend. Klager heeft daar echter geen schade van ondervonden omdat zulks niet heeft geleid tot een draagkrachtberekening op grond van fictieve bedragen. Er zijn drie salarisspecificaties uit 2009 overgelegd welke gegevens zijn geëxtrapoleerd naar een jaarinkomen. Ten aanzien van het arbeidscontract van klager (32 uur per week en geen 40) ontkent verweerder dat hij dat argument niet naar voren heeft gebracht in de procedures, maar het hof heeft daarover geoordeeld dat het klagers keuze was minder te werken en dat er sprake was van verwijtbaar inkomensverlies. 

Ad klachtonderdeel b)

4.2    Door een fout van de rechtbank is een afschrift van de echtscheidingsbeschikking plus bijbehorend convenant bij de wederpartij terechtgekomen. Dit is echter niet aan verweerder te wijten.

Ad klachtonderdeel c)

4.3    Verweerder erkent dat het hoger beroep te vroeg is ingediend en dat dat kosten heeft veroorzaakt voor klager. Hij is bereid de gemaakte proces- en griffiekosten te vergoeden.

 

5    BEOORDELING

Ad klachtonderdeel a)

5.1    Vast staat dat verweerder te laat stukken heeft ingediend bij het gerechtshof in de alimentatieprocedure tegen mevrouw H. zoals uit de beschikking van het gerechtshof A., d.d. 21 oktober 2010, die zich bij de stukken bevindt blijkt. Dit betreft jaaropgaven van 2009 en de eerste drie salarisstroken van 2010, zo heeft verweerder in zijn brief aan de deken d.d. 27 mei 2011 meegedeeld. Of hieruit schade is voortgevloeid voor klager kan de raad niet beoordelen. In ieder geval staat vast dat belangrijke financiële gegevens te laat zijn gediend hetgeen tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Van een advocaat mag worden verwacht dat hij termijnen bijhoudt en zorgt voor tijdige indiening van de nodige stukken. Dit klachtonderdeel is dan ook gegrond.

Niet gebleken is dat verweerder een onjuist standpunt heeft ingenomen in bovengenoemde procedure ten aanzien van het arbeidscontract van klager en m.n. betreffende het aantal uren dat klager werkzaam was. Verweerder heeft gemotiveerd aangegeven dat het hof heeft overwogen dat klager in staat moest worden geacht meer uren te kunnen werken. De raad ziet hierin geen onjuist handelen van verweerder.

Ad klachtonderdeel b)

5.2    Niet gebleken is dat door toedoen van verweerder stukken bij de tegenpartij terecht zijn gekomen. Aannemelijk is de stelling van verweerder dat de rechtbank zich heeft vergist en stukken aan de verkeerde partij heeft gestuurd. Daarvan kan verweerder geen verwijt worden gemaakt. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

Ad klachtonderdeel c)

5.3    Ten aanzien van het feit dat verweerder in de zaak tegen mevrouw F. te vroeg hoger beroep heeft ingesteld, overweegt de raad dat de kosten daarvan door verweerder zijn vergoed. Hij heeft deze, zo heeft hij ter zitting meegedeeld aan de ex-schoonmoeder van klager vergoedt, die deze kosten aanvankelijk had betaald. Het op een onjuist tijdstip instellen van hoger beroep waaruit een niet-ontvankelijkheid voortvloeit, is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Dit klachtonderdeel is gegrond. Voor het overige is de raad niet gebleken dat verweerder evidente misslagen heeft gemaakt.

 

6    MAATREGEL

6.1    De raad overweegt dat volstaan kan worden met een waarschuwing omdat niet duidelijk is of klager financieel nadeel heeft ondervonden van het gestelde in klachtonderdeel a, terwijl het financieel nadeel dat klager heeft geleden door het gestelde in klachtonderdeel c door verweerder is vergoed.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

oordeelt klachtonderdeel a en c gegrond en klachtonderdeel b ongegrond en legt een enkele waarschuwing op.

 

Aldus gewezen door :  mr. P. Schulting, voorzitter, mrs. P.L.G. Buisman, L.J. van der Veen, G.J. van der Veer en M.M. Wiersema, leden, bijgestaan door mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 12 oktober 2012.

 

griffier                                     voorzitter                           

 

Deze beslissing is in afschrift op 16 oktober 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Leeuwarden

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Leeuwarden

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.     Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl