Rechtspraak
Uitspraakdatum
04-06-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2929
Zaaknummer
H87-2012
Inhoudsindicatie
Het vertrouwen van de rechterlijke macht in de advocatuur is gebaseerd
Inhoudsindicatie
op het beginsel dat een advocaat op zijn woord wordt geloofd. Door het welbewust doen van onjuiste mededelingen aan een rechterlijke autoriteit wordt het vertrouwen in de advocatuur geschaad, wat verweerder tuchtrechtelijk valt aan te rekenen.
Inhoudsindicatie
gegrond; enkele waarschuwing
Uitspraak
Beslissing van 4 juni 2012
in de zaak H 87 - 2012
naar aanleiding van het bezwaar van:
de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement
H
deken
tegen:
A
verweerder
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief aan de raad van 14 maart 2012 met kenmerk 20120128k, door de raad ontvangen op 15 maart 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement H zijn bezwaar ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 16 april 2012 in aanwezigheid van de deken en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van:
- de brief van de deken van 14 maart 2012, met bijlagen.
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:
2.1 Verweerder heeft nadat eerdere verzoeken van hem om uitstel van een comparitie na aanbrengen van de zaak door het gerechtshof waren afgewezen bij brief van 2 februari 2012 aan het gerechtshof opnieuw om aanhouding van de comparitie na aanbrengen verzocht. Verweerder schreef onder meer het volgende:
“Voor de goede orde bericht ik u dat de advocaat van de wederpartij in kan stemmen met een nieuwe datumbepaling”.
2.2 Bij brief dd. 2 februari 2012 aan de advocaat van de wederpartij schreef verweerder onder meer het volgende:
“Inmiddels heeft het Gerechtshof een comparitie na aanbrengen bepaald op 22 februari 2012. Helaas ben ik echter op die datum verhinderd, zodat ik het Gerechtshof een nieuwe datum wil verzoeken.
Ik verzoek u mij uw verhinderdata voor de maanden februari en maart 2012 door te willen geven, opdat een nieuwe zittingsdatum kan worden bepaald.”
Verweerder heeft aan de advocaat van de wederpartij geen afschrift van zijn brief dd. 2 februari 2012 aan het gerechtshof toegezonden.
2.3 Het gerechtshof heeft de comparitie vervolgens uitgesteld en partijen per fax dd. 9 februari 2012 hiervan op de hoogte gesteld. De advocaat van de wederpartij heeft per fax dd. 9 februari 2012 om 17.00 uur gereageerd op het faxbericht van de griffie van het gerechtshof van die dag om 14.43 uur. Hij schreef onder meer het volgende:
“Het is echter pertinent onwaar dat ik zou instemmen met een nieuwe
datumbepaling, zoals mr. X niettemin wel schrijft. Ik heb met mr. X tot op heden geen contact gehad, en hij heeft mij ook niet verzocht om medewerking aan uitstel, zodat daarmee ook niet is ingestemd.”
2.4 Verweerder heeft bij brieven van 9 februari 2012 aan het gerechtshof en de advocaat van de wederpartij zijn excuses aangeboden.
Verweerder schreef in zijn brief aan het gerechtshof onder meer het volgende:
“Ik ben er vanuit gegaan, kennelijk ten onrechte, dat tegen een dergelijk uitstel geen bezwaar zou bestaan, nu het een goed collegiaal gebruik is, om bij verhindering uitstel te verlenen en gezamenlijk een nieuwe datum te verzoeken. Het is correct dat ik deze vraag niet expliciet aan mr. Y heb gesteld. In zoverre is de opmerking……te prematuur geweest”.
Verweerder heeft zijn uitstelverzoek gehandhaafd.
2.5 Het gerechtshof heeft medio februari 2012 besloten de comparitie na aanbrengen niet door te laten gaan en heeft de zaak verwezen naar de rol van 3 april 2012 voor de memorie van grieven.
2.6 De president van het gerechtshof heeft de brief van 2 februari 2012 van verweerder aan het gerechtshof bij brief van 21 februari in 2012 onder de aandacht van de deken gebracht. De President van het gerechtshof schreef onder meer:
“Het hof kan begrip opbrengen voor de druk waaronder een advocaat soms moet handelen. Het verstrekken van dit soort onjuiste informatie tast echter het vertrouwen in de advocatuur aan. Dit is de reden waarom ik, ondanks de aangeboden excuses, deze handelswijze onder uw aandacht breng”.
3 bezwaar
Verweerder heeft zich niet gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt doordat:
verweerder in een brief aan het gerechtshof in strijd met de waarheid heeft medegedeeld dat de wederpartij instemde met aanhouding van de comparitie.
4 VERWEER
4.1 Verweerder realiseert zich, dat hij de mededeling dat de advocaat van de wederpartij had ingestemd met een nieuwe datumbepaling het gerechtshof onjuist heeft geïnformeerd. Verweerder heeft te lichtvaardig aangenomen dat de advocaat van de wederpartij met het verzoek zou instemmen. Verweerder betreurt deze onzorgvuldigheid in hoge mate.
4.2 Verweerder heeft geenszins de bedoeling gehad om het gerechtshof te misleiden, omdat een eerder uitstelverzoek werd afgewezen. Verweerder heeft beoogd met zijn brief aan het gerechtshof en gelijktijdig aan de advocaat van de wederpartij op correcte wijze instemming te verkrijgen. Daarin is verweerder onvoldoende zorgvuldig te werk gegaan door de gewraakte tekst te schrijven, terwijl die instemming niet vast stond.
5 BEOORDELING
5.1 Een advocaat dient zich te onthouden van het verstrekken van feitelijke gegevens waarvan hij weet, althans behoort te weten, dat die onjuist zijn.
5.2 Vast staat dat verweerder het gerechtshof onjuist heeft geïnformeerd door te vermelden dat de advocaat van de wederpartij kon instemmen met een nieuwe datumbepaling, terwijl hij de advocaat van de wederpartij niet om instemming had verzocht en hem zelfs geen afschrift van het verzoek om aanhouding had toegestuurd. Verweerder wist derhalve dat hij onjuiste informatie aan het gerechtshof verstrekte.
5.3 Het vertrouwen van de rechterlijke macht in de advocatuur is gebaseerd op het beginsel dat een advocaat op zijn woord wordt geloofd. Door het doen van onjuiste mededelingen aan een rechterlijke autoriteit wordt het vertrouwen in de advocatuur geschaad, wat verweerder tuchtrechtelijk valt aan te rekenen.
5.4 De raad zal het dekenbezwaar op grond van het bovenstaande gegrond verklaren.
6 MAATREGEL
De raad acht de maatregel van enkele waarschuwing passend en geboden.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het bezwaar van de deken gegrond en
legt ter zake aan verweerder op de maatregel van enkele waarschuwing.
Aldus gewezen door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, mrs. I.E.M. Sutorius, Th. Kremers , A.A. Freriks, en R. G.A.M. Theunissen, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 4 juni 2012 .
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op5 juni 2012
per aangetekende brief verzonden aan:
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement ’s-Hertogenbosch
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- verweerder
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl