Rechtspraak
Uitspraakdatum
30-11-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRLEE:2012:9
Zaaknummer
103/11
Inhoudsindicatie
Klaagster heeft een klacht ingediend namens een stichting. De door de stichting aan haar verstrekte volmacht heeft betrekking op het in en buiten rechte vertegenwoordigen van deze stichting inzake een procedure betreffende het bezwaar aantekenen tegen het afgeven van een kapvergunning.
Inhoudsindicatie
Naar het oordeel van de raad zag de volmacht niet op het indienen van een klacht tegen verweerder. Klacht niet-ontvankelijk.
Uitspraak
Beslissing van 30 november 2012
in de zaak 103/11
naar aanleiding van de klacht van:
mevrouw [ ] namens [ ]
klaagster
tegen:
mr. [ ]
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 1 november 2011, door de raad ontvangen op 2 november 2011, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Zwolle-Lelystad de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 13 juli 2012 in aanwezigheid van klaagster. Verweerder was met kennisgeving afwezig. Van de behandeling is proces verbaal opgemaakt. De beslissing is aangehouden om klaagster in de gelegenheid te stellen nadere stukken in te dienen.
1.3 De raad heeft kennis genomen van:
- het van de deken ontvangen dossier;
- een brief van verweerder van 1 juni 2012;
- een e-mailbericht met bijlage van klaagster d.d. 21 juli 2012.
2 FEITEN
2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.
2.2 De stichting heeft verweerder verzocht zijn belangen te behartigen in een geschil met de gemeente L. over het kappen van een aantal bomen. Het bezwaar van de stichting tegen de verlening van een kapvergunning voor deze bomen was afgewezen. De beroepstermijn tegen deze beslissing eindigde op 5 juli 2010. Verweerder heeft opdracht gekregen beroep in te stellen. Op 19 november 2010 bleek klaagster dat het beroepschrift niet was ingediend. Klaagster heeft middels een andere advocaat alsnog een beroepschrift ingediend. De Voorzieningenrechter in de rechtbank Z. heeft op 7 januari 2011 een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen in verband een niet verschoonbare termijnoverschrijding.
2.3 Bij brief met bijlagen van 4 mei 2010 heeft mevrouw H. als gemachtigde van klaagster zich bij de deken beklaagd over verweerder.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
a) verweerder de termijn van beroep heeft laten verlopen;
b) voorts heeft verweerder nadien niet al het mogelijke gedaan om zich te verschonen voor de termijnoverschrijding, zoals het verstrekken van een medische verklaring.
3.2 Klaagster heeft de klacht nader onderbouwd. De reden die verweerder aan klaagster heeft gegeven voor het overschrijden van de termijn was het feit dan hij een hartaanval had gehad en vervolgens aan geheugenverlies heeft geleden. Verweerder heeft ondanks diverse verzoeken daartoe geen medische verklaring omtrent zijn geheugenverlies af gegeven.
4 VERWEER
4.1 Klaagster is nooit cliënt van verweerder geweest. Hij trad op voor de stichting Z. die vertegenwoordigd werd door de voorzitter en secretaris. Met deze stichting heeft verweerder afgesproken beroep in te stellen tegen het besluit op het bezwaar tegen afgifte van de kapvergunning. Hij heeft geen opdracht van de stichting aanvaard, een toevoeging voor die stichting aangevraagd of een nota gezonden. Ook heeft verweerder nooit een machtiging aan klaagsters gemachtigde gevraagd om te controleren of zij bevoegd was op te treden.
4.2 Op 2 juli 2010 heeft verweerder een hartinfarct gehad. Van die periode kan verweerder zich niets herinneren. Toen bleek dat beroep niet zoals afgesproken tijdig was ingediend, heeft verweerder dat aan de stichting voorgelegd. Deze had begrip voor de situatie en heeft het verweerder niet kwalijk genomen. Vervolgens heeft de gemachtigde van klaagster op agressieve wijze contact met verweerder opgenomen en verweerder verzocht alsnog beroep in te stellen. Hij heeft haar naar een andere advocaat verwezen.
5 BEOORDELING
5.1 Het primaire verweer van verweerder is dat klaagster niet-ontvankelijk is in de klacht.
De raad dient dit verweer voor alle andere verweren te beoordelen.
Mevrouw H. heeft namens klaagster een klacht ingediend. Zij geeft aan dat zij sinds maart 2010 contactpersoon is van de stichting voor de gemeente L. In die hoedanigheid is zij gemachtigd door de stichting in geval er bezwaar zou worden aangetekend tegen de voorgenomen kap van gezonde bomen. Mevrouw H. heeft bij haar klachtbrief als bijlage een brief van de stichting gevoegd van 9 december 2010 waar boven is gesteld “Volmacht” . De tekst van die brief luidt verder (voor zover van belang) dat de directeur van de stichting mevrouw H. machtigt “de stichting in en buiten rechte te vertegenwoordigen inzake de procedure betreffende: - het bezwaar aantekenen tegen het verlenen van een kapvergunning voor 7 lindebomen op de M. te L.; en voorts alle handelingen te (doen) verrichten die noodzakelijk zijn met betrekking tot deze procedure”.
De raad is van oordeel dat onder handelingen als bedoeld in de volmacht kunnen worden begrepen het bespreken van deze procedure, het opstellen van stukken daarvoor, het onderhouden van contacten met diverse bij deze procedure betrokken partijen etc. etc. Het indienen van een klacht tegen de bij bedoelde procedure betrokken advocaat, valt naar het oordeel van de raad buiten de in de volmacht omschreven werkzaamheden. De volmacht spreekt over “deze procedure”, hetgeen naar het oordeel van de raad ziet op de beroepsprocedure tegen de beslissing op bezwaar tegen de afgifte van bedoelde kapvergunning en niet op het indienen van een klacht tegen verweerder.
Wegens het ontbreken van een eigen, rechtstreeks belang bij de klacht moet klaagster derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard.
BESLISSING
De raad van discipline: verklaart de klacht niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door mr. mr. C. van den Noort, voorzitter, mrs. E. van Asselt-Pronk, M.E. Derix, F. Klemann, H.J. Meijer, leden, bijgestaan door mr. J.M.G. Kuin-van den Akker als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 30 november 2012.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 3 december 2012 per aangetekende brief verzonden aan:
- klaagster
- verweerder
- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Zwolle-Lelystad
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- klaagster
- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Zwolle-Lelystad
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl