Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

25-01-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2360

Zaaknummer

11-131A

Inhoudsindicatie

Klacht eigen advocaat  betreffende communicatie,  inhoudelijke behandeling zaak en de gedeclareerde uren bij de Raad voor Rechtsbijstand.  Bij klacht over onjuist declareren heeft klaagster geen eigen, rechtstreeks belang, nu advocaat haar bijstaat op toevoegingsbasis. Overige klachtonderdelen ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 25 januari 2012

in de zaak 11-131A     

naar aanleiding van de klacht van:

Mevrouw

klaagster

tegen:

Mevrouw mr.

verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 2 mei 2011, door de raad ontvangen op 5 mei 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 22 november 2011      in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de genoemde brief van de deken aan de raad, van de stukken genummerd 1 tot en met 15, genoemd in de bij die brief ge-voegde inventarislijst, en de ter zitting door klaagster overgelegde twee nadere stukken.

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1 Klaagster heeft een geschil met Nuon. Klaagster stelt zich daarin op het standpunt dat zij al jaren te veel energiekosten betaalt ten gevolge van niet goed functionerende warmte-meters. Nuon zou voorts een aantal teveel ingehouden be-dragen niet aan klaagster hebben terugbetaald.

2.2 Verweerster heeft klaagster van maart 2010 tot 5 oktober 2010 bijgestaan in het genoemde geschil op basis van een daartoe verleende toevoeging.

2.3 Na telefoongesprekken met en brieven van verweerster heeft Nuon zich be-reid verklaard de warmte-meters door een officieel erkend ijkbureau te laten ijken en de kosten daarvoor voor haar rekening te nemen indien uit die ijking zou blijken dat de meters niet goed zouden functioneren. Dit voorstel is door klaagster afge-wezen.

2.4 Op verzoek van verweerster heeft Nuon op 17 mei 2010 zonder daarvoor kosten in rekening te brengen een uitdraai gemaakt van het gebruik van warm wa-ter en centrale verwarming vanaf de aanvang van de huur.

2.5 Ook heeft verweerster de woningbouwvereniging bereid gevonden om de centrale verwarming te controleren. Bij e-mail van 2 juni 2010 heeft verweerster aan klaagster daarover als volgt bericht:

“Hierdoor bericht ik u dat op dinsdag 8 juni om 15.00 uur een monteur van Bonarius langskomt om de radiator/CV te checken.

Echter: indien blijkt dat het mankement/verhoogd gas gebruik is ontstaan doordat alle radiators dichtstaan en de thermostaat op heel laag, dan zullen de kosten van deze check voor uw rekening komen.

(…)

Als ik niets van u hoor ga ik ervan uit dat u akkoord bent met de afspraak en de gemaakte aankondiging dat u de kosten voor bezoek/controle zelf betaalt indien het gebrek niet ligt aan het bovenstaande.

(…)

Indien u de afspraak NIET wilt laten doorgaan kunt u mij bellen [telefoon-nummer] of rechtstreeks bellen met [telefoonnummer] vraagt u naar WENDY.

2.6 Klaagster heeft op deze e-mail niet gereageerd en de controle heeft op 8 juni 2010 daadwerkelijk plaatsgevonden.

2.7 Nadat klaagster bij verweerster had geklaagd dat Nuon de jaarafrekening over 2004/2005 nog niet had herzien naar aanleiding van een in 2006 gebleken defect van de warmte-meters, heeft verweerster daarover bij brief van 5 oktober 2010 het volgende aan klaagster bericht:

“Vervolgens vroeg u mij na te gaan waarom enkele bedragen door Nuon te-veel ingehouden danwel op basis van geheel andere berekeningen aan u zouden toekomen, nooit aan u zouden zijn uitbetaald. Ik heb vervolgens direct destijds contact opgenomen met Nuon en een en ander direct met u doorgesproken en via de mail doorgegeven. Na overleg met Nuon bleek niets meer te vorderen te zijn van uw zijde op Nuon.

Recent heeft u wederom gevraagd om betaling van bedragen die naar uw mening door Nuon verschuldigd zouden zijn. Ik heb derhalve nogmaals de-zelfde vragen aan Nuon voorgelegd en nu gevraagd schriftelijk te antwoor-den, zodat deze kwestie voor eens en altijd uit de wereld kan worden gehol-pen. Ik zond u enige dagen geleden een klip en klaar antwoord van de Nuon. Uit genoemde E-mail van 29 september 2010, waarin de data en bedragen worden genoemd, blijkt dat de bedragen door Nuon al geruime tijd geleden aan u zijn uitbetaald.

(…) 

In uw dossier heb ik inmiddels 14 uren gewerkt. Al uw vragen zijn, mijns in-ziens voldoende en duidelijk, beantwoord en ik zie niet dat ik nog meer voor u kan betekenen. Voor de door u thans opnieuw opgeworpen vragen verwijs ik u naar mijn eerdere e-mails en brieven en de tussentijds vele gevoerde te-lefoongesprekken.

Mijn werkzaamheden in uw zaak beschouw ik tot een einde te zijn gekomen. Redenen waarom ik geen nieuwe werkzaamheden ter zake voor u kan ver-richten.

Indien u daar anders over denkt, geef ik u in overweging een andere advo-caat in de arm te nemen. In dat geval zal ik uw dossier ter verdere behande-ling aan deze advocaat overdragen. Indien ik binnen 14 dagen na heden niet van een andere advocaat van u heb vernomen, ga ik er van uit dat ook u in deze zaak berust.

Ik zal overgaan tot sluiting van uw dossier onder dankzegging voor het in mij gestelde vertrouwen.”

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij:

a) na het eerste gesprek in maart 2010 pas op 5 oktober 2010 duidelijkheid heeft geschapen over de vraag of zij klaagster kon bijstaan in een zaak tegen Nuon;

b) klaagster niet op de hoogte heeft gehouden van het gevoerde overleg met de woningbouwvereniging om de cv-installatie te laten controleren;

c) ten onrechte uren in rekening heeft gebracht.

4 BEOORDELING

5.1 De klacht heeft betrekking op het handelen van de eigen advocaat.

5.2 Naar vaste jurisprudentie van het Hof van Discipline – de hoogste instantie in het advocatentuchtrecht – heeft verweerster bij de behandeling van de zaak de lei-ding en dient zij vanuit haar eigen verantwoordelijkheid te bepalen met welke aan-pak de belangen van klaagster het best zijn gediend. Wél moet verweerster duidelijk maken hoe zij te werk wil gaan en waartoe zij wel of niet bereid is. Van tucht-rechtelijk verwijtbaar handelen is overigens in het algemeen pas sprake als de ad-vocaat bij de behandeling van de zaak kennelijk onjuist optreedt en adviseert en de belangen van de cliënt daardoor worden geschaad of kunnen worden geschaad. Het handelen van verweerster zal aan de hand van deze maatstaf worden beoor-deeld.

5.3 Ter zitting is gebleken dat kern van de klacht is, dat verweerster het probleem van de jaarafrekening 2004/2005 niet zou hebben opgelost. Dit was een van de twee punten waarop zij de rechtsbijstand van verweerster heeft gevraagd, aldus klaagster. Klaagster heeft in dit verband benadrukt dat Nuon bij brief van 15 maart 2007 zelf heeft geschreven dat de jaarafrekening van 11 juni 2005 niet is gecorri-geerd. Evenmin heeft Nuon volgens klaagster uitgelegd dat op een andere wijze correct is afgerekend over de periode waarin de warmtemeter eerder defect is ge-weest.

5.4 De raad kan klaagster niet volgen in dit betoog. In de brief van 15 maart 2007 legt Nuon immers al uit hoe zij over de bewuste periode met klaagster tot een cor-recte afrekening is gekomen. Dat is niet door een correctie op de jaarafrekening van 11 juni 2005 gebeurd, maar wel door correcties op de twee daarop volgende jaarafrekeningen. Die uitleg is door klaagster niet bestreden, zodat niet valt in te zien in welk opzicht die uitleg niet juist zou zijn. Zonder een nadere toelichting – die ontbreekt – valt dan ook niet in te zien welke nadere actie van verweerster ver-wacht had mogen worden. Overigens heeft verweerster hierover nog nadere cor-respondentie met Nuon gevoerd en aan klaagster verslag gedaan van de nadere uitleg van Nuon over de jaarafrekening 2004/2005, zodat ook niet gezegd kan worden dat verweerster nalatig is geweest in de communicatie met haar cliënt op dit punt. Klachtonderdeel a is derhalve ongegrond.

5.5 Klachtonderdeel b is ook ongegrond. Verweerster heeft klaagster op 2 juni 2010 over het op 8 juni 2010 geplande onderzoek naar de centrale verwarming ge-informeerd, zodat niet kan worden gezegd dat verweerster tekort is geschoten in de communicatie met haar cliënte over die controle. Klaagster heeft verweerster naar aanleiding van het bericht van 2 juni 2010 niet laten weten dat zij het met de voorgestelde aanpak niet eens was. Voor zover klaagster wil betogen dat verweer-ster zich uitsluitend op Nuon had moeten richten en de woningbouwvereniging bui-ten de zaak had moeten laten, overweegt de raad dat de beslissing daarover  op grond van de hiervoor onder 4.2. genoemde maatstaf bij de behandelend advocaat ligt. De gekozen aanpak komt de raad niet kennelijk onjuist voor.

5.6 Het laatste klachtonderdeel treft evenmin doel. Nog daargelaten dat ver-weerster gemotiveerd betwist dat zij meer tijd heeft geschreven dan haar werk-zaamheden ten behoeve van de zaak rechtvaardigen, heeft klaagster geen eigen, rechtstreeks belang bij de klacht, nu verweerster haar bijstaat op basis van een door de Raad voor Rechtsbijstand verleende toevoeging. Een klachtrecht in het al-gemeen belang komt slechts de deken toe. Klaagster is in klachtonderdeel c der-halve niet-ontvankelijk.

6. BESLISSING

6.1 De raad van discipline verklaart:

- klaagster in klachtonderdeel c niet-ontvankelijk;

  - de klachtonderdelen a en b ongegrond;

Aldus gewezen door mr. A.P. Schoonbrood-Wessels, voorzitter, mrs. S.M. Gaas-beek-Wielinga, M.J. Westhoff, L.D.H. Hamer en M. Ynzonides, leden, bijgestaan door mr. R.N.E. Visser als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 25

januari 2012.

griffier    voorzitter                     

Deze beslissing is in afschrift op 25 januari 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam     

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klaagster

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Ver-lenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Dis-cipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl