Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

07-09-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRLEE:2012:11

Zaaknummer

73/11

Inhoudsindicatie

Bij vonnis is klager veroordeeld tot het stellen van een bankgarantie. De bank die de garantie afgaf, eiste een contragarantie.  Verweerder heeft  rechtstreeks telefonisch contact gezocht met de kennis van klager die de contragarantie afgaf. Klager beklaagt zich daarover omdat daardoor de contragarantie werd beperkt tot één jaar. De contragarant zou  door het telefoontje geïntimideerd zijn. Verweerder meent dat hij handelde in het belang van zijn cliënt. De raad oordeelt dat de klacht gegrond is, omdat verweerder door het gesprek onnodig  het risico liep klager te schaden. Er is echter geen maatregel opgelegd.

Uitspraak

Beslissing van 7 september 2012

in de zaak 73/11

naar aanleiding van de klacht van:

 

de heer en mevrouw [    ]

klagers

 

tegen:

mr. [    ]

verweerder

 

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 11 augustus 2011 met kenmerk 010/011, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Groningen de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 13 juli 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    De raad heeft kennis genomen van:

-    het van de deken ontvangen dossier;

-      een nadien binnengekomen brief van klagers van 14 september 2011 aan de deken

 

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    Klagers huurden een gedeelte van een bedrijfspand van verweerders cliënt. Op grond van een vonnis na een kort geding dienden klagers een bankgarantie aan verweerders cliënt af te geven. Een derde, de heer S., was bereid om voor één jaar als contragarant te fungeren voor de door de ING aan klagers af gegeven bankgarantie. Verweerder heeft op 29 september  telefonisch contact gezocht met de heer S.

2.3    Bij brief met bijlagen van 22 maart 2011 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

 

3    KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder telefonisch contact heeft gezocht met de heer S. die bereid was contragarant te staan in verband met de door klagers af te geven bankgarantie. In dat gesprek heeft verweerder bij de heer S. geïnformeerd of "hij eigenlijk wel wist waar hij mee bezig was" en of hij besefte dat hij zijn geld eigenlijk al kwijt was. Ook werd hij gevraagd naar zijn relatie met klagers. Daardoor heeft de heer S. besloten om voor één jaar contragarant te staan en is hij gaan aarzelen om de contragarantie na een jaar te verlengen. Dat komt door het telefoongesprek dat verweerder met de heer S. heeft gevoerd.

 

4    VERWEER

In de door de klagers advocaat aan verweerder toegezonden concepttekst van de door de ING te stellen bankgarantie ten behoeve van klagers, bleek dat de heer S. contragarant zou staan. Verweerder kende de heer S. niet. Verweerder heeft telefonisch contact met hem opgenomen en heeft hem op neutrale wijze een drietal vragen gesteld. Hij heeft gevraagd of de heer S. wist dat hij in de garantieverklaring genoemd werd, wat zijn relatie tot klagers was en of hij zich bewust was van de inhoud en de mogelijke gevolgen van de te stellen bankgarantie. Hij ontkent de door klagers genoemde opmerkingen in dat gesprek gemaakt te hebben. Hij meent dat uit de feiten valt op te maken dat de heer S. zich door het gesprek niet geïntimideerd heeft gevoeld. Hij heeft de contragarantie immers afgegeven.

Verweerder meent dat zijn handelwijze in het belang van zijn cliënt was.

 

5    BEOORDELING

Het gaat in de zaak om een klacht tegen de advocaat van de wederpartij van klagers. Die heeft in principe een grote vrijheid om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem in overleg met zijn cliënt goeddunkt. Hij mag daarbij echter de belangen van zijn wederpartij – in dit geval klagers – niet onnodig schaden.

De raad is van oordeel, dat het in het geheel niet nodig was dat verweerder telefonisch contact met de heer S. opnam. Als hij al vragen had over de (contra-)garantie, had hij die aan de advocaat van klagers kunnen stellen. Verweerder heeft door rechtstreeks contact te zoeken met de heer S. onnodig het risico genomen dat de inhoud van het gesprek klagers zou schaden.

De klacht is derhalve gegrond.

 

6    MAATREGEL

De raad is van oordeel dat gezien het feit dat het handelen van verweerder geen directe nadelige gevolgen heeft gehad, er geen maatregel behoeft te worden opgelegd.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht gegrond doch legt verweerder geen maatregel op.

 

Aldus gewezen door mr. C. van den Noort, voorzitter, en de mrs. E. van Asselt-Pronk, M.E. Derix, F. Klemann, P.Buisman, leden, met bijstand van mr. J.M.G. Kuin - van den Akker, plaatsvervangend griffier en uitgesproken ter openbare zitting 7 september 2012.

 

 

griffier                                                                     voorzitter                           

 

Deze beslissing is in afschrift op 10 september  2012 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Groningen

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Groningen

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.     Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

 

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl