Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

06-08-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA3079

Zaaknummer

11-338A + 11-339A

Inhoudsindicatie

Klacht advocaat tegen advocaat. Verweerders hebben nadat om vonnis was gevraagd, zich zonder toestemming van klager tot de rechter gewend. Geen bijzondere omstandigheden die uitzondering op Gedragsregel 15 rechtvaardigen. Klacht gegrond zonder maatregel.

Uitspraak

Beslissing van 6 augustus 2012

in de zaak 11-338A en 11-339A

naar aanleiding van de klacht van:

Mr.

Advocaat te

klager

tegen:

 1. De heer mr.

 2. Mevrouw mr.

Advocaten te Amsterdam

verweerders

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 14 december 2011 met kenmerk 1011-972, door de raad op 15 december 2011 ontvangen, heeft de deken van de Orde van Ad-vocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 4 juni 2012 in aanwezigheid van partijen, klager vergezeld van zijn kantoorgenote mr. H. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van:

- de genoemde brief van de deken aan de raad;

- de stukken genummerd 1 tot en met 10 in de bij die brief gevoegde inventarislijst.

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1 Klager behartigt in een geschil tussen Holding X B.V. c.s. en T. B.V. c.s. de belangen van laatstgenoemden. Verweerders treden op als advocaten van Holding X B.V. c.s.

2.2 Bij faxbrief van 29 juli 2011 heeft klager de cliënten van verweerders als volgt bericht:

“Namens TC vorder ik uw medewerking om aan de aangegeven wij-ziging van de tenaamstelling uw medewerking te geven, dit mede met een beroep op art 5 en 5b Handelsnaamwet, hierna geciteerd:

(….)

Zonder uw medewerking voor maandagmiddag 1 augustus 14.00 uur sommeer ik u nu reeds voor dat tijdstip opdat u uw onvoorwaar-delijke medewerking op eigen kosten hieraan zult verlenen, en dit aan mij op dat moment kenbaar zult maken. Bij gebreke hiervan zal ik voor T haar eis vermeerderen in het kort geding op 4 augustus 2011 en ook veroordeling vragen van de buitengerechtelijke en gerechtelijke kosten op basis van art 1019h Rv. die hiermee samenhangen.”

2.3 Bij e-mail van 2 augustus 2011 te 7.55 uur heeft verweerder sub 1 klager als volgt bericht:

Zoals gisteren al besproken, -productions zal meewerken aan de overdracht van de domeinnaam. Voor de goede orde: namens cliënte betwist ik alle beschuldigingen en aantijgingen als neergelegd in uw brief, nog daargelaten wat de juridische relevantie ervan is. Dhr. [S] formuleerde het gisteren zelf trouwens als volgt: “als ze het gewoon gevraagd hadden, had ik ‘m ook gewoon overgedragen”.”

2.4 Namens zijn cliënten heeft klager in een kort gedingprocedure – bij vermeer-dering van eis - een vordering ingesteld tot wijziging van de tenaamstelling van X B.V. c.s., onder verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van X B.V. c.s. in de proceskosten ex artikel 1019h Rv.

2.5 De mondelinge behandeling van het kort geding heeft plaatsgevonden op donderdag 4 augustus 2011.

2.6 Bij e-mail van 5 augustus 2011 te 18.29 uur heeft klager verweerders als volgt bericht:

“3. T. NL: deze staat sinds vanmiddag op naam van “T”, zodat dit ook geen issue meer is.

4. T. NL staat op naam van _ Productions BV (die partij vertegenwoordigt u), zodat deze domein naam nog wel onder het eerdere verzoek valt.”

2.7 Bij e-mail van vrijdag 5 augustus 2011 te 18.47 uur heeft verweerder sub 1 klager als volgt bericht:

“Dank. Bericht u de voorzieningenrechter dan, met kopie aan mij, dat de vermeerdering van eis van tafel is? Graag even een bevestiging. Ik kom maandag terug op die andere drie domeinnamen.”

2.8 Bij e-mail van maandag 8 augustus 2011 te 15.02 uur heeft klager verweer-ders onder meer als volgt bericht:

“De domeinen “T.NL” (met tussenstreep) en T.BE zijn nog openstaande punten.

Op verzoek van de heer [S] vindt mogelijk een gesprek plaats met de heer [IJ] voor een schikking.

Een brief aan de voorzieningenrechter over de eisvermeerdering, zo-als u mij vrijdagavond voorstelde, acht ik nu niet opportuun, omdat de voorzieningenrechter het algehele beeld moet beoordelen, ook in het licht van de proceskosten. Ik neem aan dat u daar begrip voor heeft,”

2.9 Bij faxbrief van 9 augustus 2011 heeft verweerder sub 2 de voorzieningen-rechter te Rotterdam als volgt bericht:

“In aansluiting op de zitting van donderdag 4 augustus jl. laat ik u hierbij namens cliënten weten dat zij de domeinnaam www.t.nl op vrijdag 5 augustus jl. heeft overgedragen aan T. B.V. Op maandag 8 augustus jl. zijn eveneens de domeinnamen www.t.nl en www.t.be aan T. overgedragen. Uit bijgevoegde screenshots blijkt dit.

Hiermee ontvalt het belang aan de eisvermeerdering van T. B.V. Aangezien de advocaat van T. B.V. heeft aangegeven U hierover niet te zullen berichten, ontvangt U dit bericht namens gedaagden. Kopie dezes zond ik gelijktijdig aan de advocaat van eiseressen, mr. [klager].”

2.10 Bij brief van 9 augustus 2011 heeft klager de voorzieningenrechter als volgt bericht:

“In bovengenoemde zaak hebben de advocaten van de wederpartijen hedenmiddag aanvullende stukken aan u gezonden per fax. Hierbij maak ik namens cliënten uitdrukkelijk bezwaar tegen het inbrengen van deze stukken terwijl is bepaald dat er vonnis wordt gewezen. Ik verzoek u de bewijsstukken niet toe te laten in de procedure. [Ver-weerders] overtreden artikel 15 lid 2 van onze gedragsregels (“Nadat om een uitspraak is gevraagd, is het de advocaat niet geoorloofd zich zonder toestemming van de wederpartij tot de rechter te wenden”) en heden wordt een klacht tegen beiden ingediend bij de deken van het arrondissement Amsterdam.”

2.11 Bij (kort geding)vonnis van 15 augustus 2011 zijn de vorderingen van de Holding X B.V. c.s. afgewezen, waarbij ten aanzien van de naamwijziging als volgt is overwogen:

“4.14 Het betreft hier een vordering, waar kennelijk door X en D al aan is voldaan. Dit leidt de voorzieningenrechter af uit het namens hen, na het sluiten van de zitting, toegezonden faxbericht d.d. 9 augustus 2011, waarop de advocaat van T. c.s. heeft gereageerd. Gelet hierop hebben T. c.s. geen belang meer bij het onder 6 gevorderde. De voorzieningenrechter zal daarom wel rekening houden met de als zodanig niet betwiste mededeling dat de domeinnaam is overgedragen. Hoewel het niet aan de voorzienin-genrechter is om vast te stellen of de advocaten van X en D door het na de zitting toezenden van voornoemde fax aan de voorzie-ningenrechter, tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld, merkt de voorzieningenrechter op dat deze gang van zaken als bepaald on-wenselijk moet worden gekwalificeerd. Een brief met een inhoud als de onderhavige kan immers de voorzieningenrechter toch op een be-paalde wijze beïnvloeden, terwijl dat niet meer behoort plaats te kun-nen vinden nadat de behandeling ter zitting is gesloten.”

2.12 Bij brief van 9 augustus 2011 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerders.

3 KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerders tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij zich zonder toestemming van klager tot de rechter hebben gewend, nadat partijen om vonnis hadden gevraagd.

4 VERWEER

4.1 Verweerders voeren tegen de klacht verweer. Op de inhoud daarvan zal hierna, voor zover van belang, worden ingegaan.

5 BEOORDELING

5.1 De raad hanteert bij de beoordeling als uitganspunt dat het de advocaat, nadat om een uitspraak is gevraagd, niet geoorloofd is zich zonder toestemming van de wederpartij tot de (in casu: voorzieningen)rechter te wenden. Bij gebreke van genoemde toestemming kan een advocaat zich volgens de gel-dende jurisprudentie (HvD 4 juli 1994, 1893. Adv.bl. 1997, p. 356. Advoca-tentuchtrecht p.146 en HvD 10 april 1995, 1979, Adv.bl. 1997, p. 357 en 358) alleen op grond van bijzondere omstandigheden tot de rechter wenden zonder dat sprake hoeft te zijn van het overschrijden van het tuchtrechtelijke toe-laatbare.

5.2 Verweerders kan worden toegegeven dat de e-mail van klager van 29 juli 2011 (feiten onder 2.2) en de bevestiging van 2 augustus 2011 (zie feiten onder 2.3) ruimte laten om te zeggen dat aan de sommatie is voldaan en dat meer in het algemeen kan worden gediscussieerd over het moment waarop de wijzing van tenaamstelling op zijn laatst zou moeten zijn geëffectueerd om belang bij  een daartoe strekkende vordering te houden. Het debat daarover dient echter plaats te vinden tot uiterlijk het moment dat om vonnis wordt ge-vraagd. Het argument dat de naamwijziging de dag na de mondelinge be-handeling daadwerkelijk zou zijn geëffectueerd levert in dit geval geen bij-zondere omstandigheid meer op die rechtvaardigt dat men zich bij wijze van uitzondering na vonnisvragen nog eenzijdig tot de rechter kan wenden, juist om te voorkomen dat nadat het debat is gesloten de rechter – zoals de voor-zieningenrechter naar het oordeel van de raad dan ook terecht overweegt – nog kan worden beïnvloed. De klacht is daarom gegrond.

6 MAATREGEL

6.1 Hoewel de klacht gegrond is, zal de raad verweerders geen maatregel op-leggen, nu zij tijdens de mondelinge behandeling hebben aangegeven in te zien dat zij een tuchtrechtelijke grens hebben overschreden, klager daarvoor ruimhartig excuses hebben aangeboden en zij er voor zullen zorgen dat het niet nogmaals gebeurt.

6.2 Het vorengaande leidt tot de volgende beslissing.

 BESLISSING

De raad van discipline verklaart:

- de klacht tegen verweerders gegrond;

Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mrs. L.D.H. Hamer, M. Pannevis, J.H.P. Smeets en J.J. Trap, leden, bijgestaan door mr. R.N.E. Visser als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 6 augustus 2012.

griffier   voorzitter   

     

Deze beslissing is in afschrift op 6 augustus 2012 per aangetekende brief verzon-den aan:

- klager

- verweerders

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- verweerders

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Ver-lenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Dis-cipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl