Rechtspraak
Uitspraakdatum
20-02-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2841
Zaaknummer
R. 3632/11.34
Inhoudsindicatie
De advocaat heeft nagelaten klager schriftelijk te berichten dat zij de opdracht niet zou aanvaarden. Dit wordt de advocaat tuchtrechtelijk verweten, temeer nu sprake was van een vervaltermijn en er door klager stukken waren afgegeven aan verweerster. Klacht gegrond, maatregel een enkele waarschuwing
Uitspraak
PROCEDUREVERLOOP
1.1 Bij brief van 6 september 2010 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerster. Het door de Advocatenwet voorgeschreven onderzoek is verricht door de Deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden. Het dossier is door de Raad ontvangen op 7 februari 2011.
1.2 De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet, ten kantore van de griffier, ter inzage hebben gelegen.
1.3 De zaak is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 12 december 2011. Ter zitting zijn de gemachtigde van klager, mr. P., advocaat te Amsterdam en verweerster verschenen.
FEITEN
2.1 Klager heeft begin september 2009 verweerster benaderd om hem te adviseren over de hoogte van de aanslag inkomstenbelasting betreffende het jaar 2006.
2.2 Op 9 september 2009 heeft klager persoonlijk papieren op het kantoor van verweerster afgegeven. De termijn waarbinnen klager in beroep kon gaan tegen de uitspraak op bezwaar verstreek op 12 oktober 2009.
2.3 Op 14 november 2009 heeft klager twee brieven geschreven. Eén aan verweerster en één aan een kantoorgenoot van verweerster.
2.4 De kantoorgenoot van verweerster heeft op 17 november 2009 gereageerd en heeft in zijn brief gesteld dat de betreffende aanslag juist is en ook de berekening van de voorlopige teruggave. De kantoorgenoot van verweerster heeft aangegeven bereid te zijn een en ander nader toe te lichten, maar voor eventuele vervolgvragen of nieuwe problemen het kantoor niet meer te benaderen en geen stukken meer langs te brengen.
KLACHT
3. Klager verwijt verweerster dat zij:
a. in strijd met haar toezegging klager niet heeft geadviseerd in een kwestie betreffende een aanslag inkomstenbelasting over het jaar 2006;
b. de termijn heeft laten verlopen waarbinnen hij in beroep kon gaan tegen een uitspraak op bezwaar.
VERWEER
Ten aanzien van de klachtonderdelen a en b
4. Verweerster heeft gesteld dat zij begin september 2009 telefonisch contact heeft gehad met klager tijdens welk gesprek hij haar van wat informatie had voorzien. Verweerster heeft gesteld dat zij klager heeft geadviseerd een andere adviseur te zoeken nu zij de komende tijd veelvuldig afwezig zou zijn. Verweerster heeft dit advies nadien nog eenmaal telefonisch aan klager herhaald. Desalniettemin heeft klager stukken op het kantoor van verweerster afgegeven. Verweerster stelt dat zij geen opdracht van klager heeft aanvaard en te dien aanzien ook geen opdrachtbevestiging heeft verzonden. Het enkele feit dat klager stukken op haar kantoor heeft afgegeven, leidt er volgens verweerster niet toe dat zij gehouden zou zijn hem bij te staan. Verweerster is van mening dat klager er niet van uit mocht gaan dat zij hem zou adviseren.
BEOORDELING VAN DE KLACHT
Ten aanzien van de klachtonderdelen a en b
5.1 Op basis van de stukken stelt de Raad vast dat verweerster klager in het verleden verschillende malen heeft geadviseerd. De standpunten van partijen lopen ten aanzien van het al dan niet aanvaarden van de opdracht uiteen. Uit de stukken volgt echter dat de handelwijze van verweerster ertoe heeft geleid dat klager er van uitging dat verweerder de opdracht had aanvaard. Het had op de weg van verweerster gelegen, gelet op de eerdere relatie die tussen haar en klager bestond, om hem schriftelijk te informeren omtrent de vraag of zij de opdracht al dan niet zou aanvaarden. Dit geldt temeer nu er sprake was van een vervaltermijn en er door klager stukken waren afgegeven op het kantoor van verweerster. Voorzover verweerster al na het eerste telefoongesprek mocht aannemen dat zij voldoende duidelijk was geweest, had zij na ontvangst van de stukken moeten begrijpen dat het voor klager allerminst duidelijk was dat zij hem niet zou adviseren. De beide klachtonderdelen zijn gegrond.
5.2 Voorzover klager aanspraak maakt op schadevergoeding dient hij zich te wenden tot de civiele rechter.
MAATREGEL
6. Gelet op de aard en de ernst van de begane overtreding acht de Raad de maatregel van een enkele waarschuwing passend en geboden.
BESLISSING
7. De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:
- verklaart de klachtonderdelen a en b gegrond en legt aan verweerster terzake de maatregel van een enkele waarschuwing op.
Aldus gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter, mr. W.P. Brussaard, mr. P.C.M. van Schijndel, mr. A.J.N. van Stigt, mr. E.J. van der Wilk, leden, en mr. M. Boender-Radder, griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 20 februari 2012.
griffier voorzitter
Van deze beslissing kan met inachtneming van art. 56 Advocatenwet binnen dertig dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.
De eerste dag van deze termijn van dertig dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiter¬lijk op de dertigste dag dient Uw appèlmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appèlmemorie maar om tijdige ontvangst door de griffie van het Hof van Discipline.
U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.
Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.
De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.
De appèlmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484608.
Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.
Voor het inwinnen van informatie: het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484607.