Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

02-07-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3304

Zaaknummer

B 3-2012

Inhoudsindicatie

Zonder verder onderzoek uitgaan van de juistheid van  mededelingen van de wederpartij valt een advocaat tuchtrechtelijk aan te rekenen.

Inhoudsindicatie

Gegrond; enkele waarschuwing

Uitspraak

naar aanleiding van de klacht van:

A

klager

 

tegen:

B

verweerder

 

 

1                Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 30 december 2012   met kenmerk K 11 - 111 , door de raad ontvangen op 2 januari 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Breda de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2         De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 14 mei 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3          De raad heeft kennis genomen van:

-       de brief van de deken van 30 december 2011, met bijlagen

 

 

2                FEITEN

2.1     Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.2     Klager is op 2 april 2007 een (tweede) auto-ongeval overkomen. Klager werd van achteren aangereden. Partijen waren beiden verzekerd bij X. Verweerder heeft klager in deze kwestie bijgestaan en de onderhandelingen met X namens klager gevoerd.

2.3     Verweerder heeft bij brieven van 1 september, 26 november  en 12 december 2008 zijn advies schriftelijk aan klager bevestigd. Op 11 december 2008 heeft op kantoor van verweerder een gesprek met een vertegenwoordiger van X plaatsgevonden.

2.4     Bjj brief van 19 december 2008 heeft klager zich akkoord verklaard met een schikkingsaanbod zijdens X ten bedrage van in totaal € 38.300, -.

 

3                klacht

3.1         De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1)      verweerder  klager, tijdens onderhandelingen in een letselschadezaak in december 2008, onder druk heeft gezet om akkoord te gaan met een schikking waarmee hij eigenlijk niet akkoord wilde gaan;

2)      verweerder de pensioenschade van klager ten onrechte niet in die onderhandelingen heeft betrokken.

Klager heeft ter toelichting op zijn klacht het volgende naar voren gebracht:

3.2         Klager is inmiddels gebleken dat de voortgezette pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid niet wettelijk is geregeld, terwijl dit zijdens X tijdens het gesprek op 11 december 2008 aan klager was toegezegd. Verweerder was bij dit gesprek op 11 december 2008 aanwezig. Verweerder heeft de belangen van klager niet goed behartigd, omdat hij tijdens dit gesprek niet heeft opgemerkt dat de toezegging over de voortgezette pensioenopbouw onjuist was, waardoor er voor een te laag bedrag is geschikt. Klager mist namelijk 70% van zijn pensioenopbouw gedurende 8 jaren. Hiermee is geen rekening gehouden.

3.3         Klager heeft het schikkingsbedrag altijd te laag gevonden. Klager voelde zich door verweerder onder druk gezet om het schikkingsaanbod te accepteren. Als hij het bedrag niet zou aannemen, zou hij mogelijk niets krijgen.

3.4         Klager heeft voor het eerst in 2010 bemerkt dat hij geen voortgezette pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid kreeg. Klager bouwt vanaf 1 december 2009 geen pensioen meer op.

 

4                VERWEER

4.1         Verweerder heeft geprobeerd rekening te houden met het gegeven dat het schaderegelingtraject voor klager zeer belastend was, zonder hem in de richting van een lumpsumregeling te sturen. Verweerder heeft klager steeds voorgehouden dat er twee opties waren, namelijk óf alles volledig  uitzoeken inclusief de medische discussiepunten, dan wel een lumpsumregeling waarbij niet de volledige schade zou worden  vergoed, juist vanwege die medische discussiepunten, maar wel met het voordeel dat het schaderegelingtraject niet zou blijven voortslepen ten koste van de gezondheid van klager.

4.2         Verweerder heeft de belangen van klager goed behartigd en hem in alle fasen van de zaak zo goed mogelijk geïnformeerd over de keuzemogelijkheden die hij had. Verweerder heeft klager zelfs geadviseerd een second opinion bij een andere advocaat in te winnen.

 

5                BEOORDELING

5.1         Noch uit de aan de raad overgelegde stukken, noch uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht is gebleken dat verweerder ongeoorloofde druk op klager heeft uitgeoefend om tegen zijn wens akkoord te gaan met een regeling. Verweerder heeft namens klager met X onderhandelingen gevoerd om een regeling in der minne te bereiken. Daarna is aan klager de keuze voorgelegd om ofwel akkoord te gaan met de regeling ofwel te gaan procederen. Verweerder heeft in overeenstemming met zijn taak als advocaat klager gewezen op de risico’s van procederen en hem geadviseerd met de regeling akkoord te gaan. Verweerder heeft klager steeds uitvoerig geadviseerd en hem zelfs voorgehouden dat hij een second opinion kon inwinnen. Van het uitoefenen van ongeoorloofde druk is niet gebleken. Op grond hiervan acht de raad het eerste onderdeel van de klacht niet gegrond.

5.2         Het tweede onderdeel van de klacht heeft betrekking op de door klager gemiste pensioenopbouw. X had hierover gesteld dat dit wettelijk zou zijn geregeld. Verweerder is hierop niet ingegaan. Aldus is gebleken dat het  onderwerp wel aan de orde is geweest, maar niet is meegenomen in de schadeberekening, waarop de regeling in der minne was gebaseerd.

5.3         De stelling van X dat klager, naast de regeling, aanspraak zou kunnen maken op verdere pensioenopbouw tijdens zijn arbeidsongeschiktheid was onjuist. Klager heeft vanaf 2009 geen pensioenopbouw meer.

5.4         Het had op de weg van verweerder gelegen zich ervan te vergewissen of de stelling ten aanzien van de pensioenopbouw van X juist was. In het midden kan blijven of er bij de wetenschap dat er geen sprake zou zijn van verdere pensioenopbouw al dan niet een ander bedrag uit de regeling zou zijn gekomen. Het had voor klager op het moment  dat hij akkoord ging met de door X voorgestelde regeling, duidelijk moeten zijn dat hij geen pensioen meer zou opbouwen Verweerder is ten onrechte zonder verder onderzoek uitgegaan van de juistheid van de mededeling van X of heeft althans aan klager de hiervoor bedoelde duidelijkheid niet verschaft. Dit valt verweerder tuchtrechtelijk aan te rekenen.

 

6                MAATREGEL

6.1         De raad acht op grond van het bovenstaande de maatregel van enkele waarschuwing passend en geboden.

 

BESLISSING

 

De raad van discipline:

 

wijst onderdeel 1 van de klacht als ongegrond af;

 

verklaart onderdeel 2 van de klacht gegrond en legt ter zake aan verweerder de maatregel enkele waarschuwing op.

 

 

Aldus gewezen door mr. P.M. Knaapen , voorzitter, mrs. J.C van den Dries, E.J.P.J.M. Kneepkens, J.J.M. Goumans en J.F.E. Kikken , leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 2 juli 2012 .

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                     

 

Deze beslissing is in afschrift op 4 juli 2012

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-            klager

-            verweerder

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Breda

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-      klager

-            verweerder

-            de deken van de orde van advocaten te Breda

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.    Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.    Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl