Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

02-07-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3148

Zaaknummer

R.3765/11.167

Inhoudsindicatie

Verweerder heeft klager bijgestaan in een zaak betreffende een verblijfsvergunning voor klager. Verweerder heeft de uitspraak van de betrokken rechtbank wel ontvangen, maar niet aan klager gestuurd. Toen klager zelf bij verweerder informeerde, bleek dat de appeltermijn al verstreken was.

Inhoudsindicatie

Verwijt dat verweerder heeft nagelaten om klager binnen een redelijke termijn na ontvangst van de beslissing van de rechtbank daarover schriftelijk te informeren gegrond. Maatregel: berisping.

Uitspraak

1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de Raad van Discipline van 9 augustus 2011, door de raad ontvangen op 9 augustus 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 14 mei 2012 in aanwezigheid van verweerder. Klager is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

 

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Verweerder heeft klager bijgestaan in een vreemdelingenzaak betreffende een verblijfsvergunning voor klager.

2.3 Verweerder heeft voor klager een procedure gevoerd bij de Rechtbank ’s-Hertogenbosch, waarin op 24 februari 2011 uitspraak is gedaan in het nadeel van klager.

2.4 De voornoemde uitspraak is op 1 maart 2011 door de rechtbank aan het kantoor van verweerder verstuurd.

2.5 Ongeveer zes weken na de zitting heeft klager contact gezocht met verweerder om te informeren naar de uitspraak. Toen is gebleken dat verweerder de uitspraak van 24 februari 2011 wel had ontvangen, maar dat verzuimd was deze aan klager toe te zenden.

2.6 Op het moment dat klager deze informatie verkreeg, was de appeltermijn verstreken.

2.7 Bij brief van 4 maart 2011 heeft verweerder aan klager bevestigd dat hij de beslissing van de rechtbank niet direct na ontvangst daarvan aan klager had toegestuurd, maar dat hij die beslissing eerst aan klager had overhandigd op het moment dat de hoger beroepstermijn was verstreken.

2.8 Bij brief van 10 april 2011 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

 

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.

3.2 Meer in het bijzonder verwijt klager verweerder dat deze eerst na het verstrijken van de hoger beroepstermijn een afschrift van de beslissing van de Rechtbank ’s-Hertogenbosch aan klager heeft overhandigd. Daardoor is klager de mogelijkheid ontnomen tegen die beslissing hoger beroep in te stellen en is hij zijn verblijfsvergunning in Nederland kwijtgeraakt.

 

4 VERWEER

4.1 Verweerder heeft zich tegen de klacht verweerd, op welk verweer de raad hierna waar nodig zal ingaan.

 

5 BEOORDELING

5.1 Uitgangspunt is dat de advocaat zijn cliënt op de hoogte dient te brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken en dat hij, waar nodig ter voorkoming van misverstand, onzekerheid of geschil, belangrijke informatie en afspraken schriftelijk aan zijn cliënt dient te bevestigen.

5.2 Gelet op de feiten staat vast dat verweerder heeft nagelaten om klager binnen een redelijke termijn na de ontvangst van de beslissing van de rechtbank daarover schriftelijk te informeren.

5.3 Verweerder heeft zijn verzuim om klager tijdig te informeren erkend. Hij stelt dat het aan een omissie van zijn secretaresse te wijten is. Ter zitting heeft verweerder echter bevestigd dat dit onder zijn verantwoordelijkheid valt.  

Verweerder heeft ter zitting voorts meegedeeld dat hij de zaak aan zijn aansprakelijkheidsverzekeraar heeft gemeld nadat klager de klacht had ingediend.

5.4 Verweerder heeft voorts aangevoerd dat klager door de gang van zaken niet in zijn belang is geschaad, omdat een hoger beroepsprocedure naar het oordeel van verweerder geen kans van slagen zou hebben.

5.5 Verweerder heeft nagelaten om klager tijdig en schriftelijk te informeren over de uitspraak van de rechtbank, hetgeen hem tuchtrechtelijk te verwijten valt.

De vraag of een hoger beroepsprocedure kans van slagen zou hebben gehad is in dit verband tuchtrechtelijk niet van belang. Waar het op aankomt is dat verweerder door zijn verzuim klager de mogelijkheid heeft ontnomen om zijn situatie nogmaals ter beoordeling aan de rechter voor te leggen.

5.6 Het voorgaande brengt mee dat de klacht gegrond is.

 

6 MAATREGEL

 Gelet op de aard en de ernst van de verweten gedraging en de omstandigheid dat verweerder er in de stukken en ter zitting niet blijk van heeft gegeven de ernst van zijn gedraging werkelijk in te zien, acht de raad de hierna te melden maatregel passend en geboden.

 

7 BESLISSING

De Raad van Discipline:

- verklaart de klacht gegrond;

- legt als maatregel een berisping op.

Aldus gewezen door mr. M.F. Baaij, voorzitter, mrs. M. Aukema, R. de Haan, J.P. Heinrich, H.E. Meerman, leden, bijgestaan door mr. P. Rijpstra als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 2 juli 2012.

griffier voorzitter                     

 

Deze beslissing is in afschrift op 4 juli 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl