Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

24-05-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3116

Zaaknummer

R. 3961/12.95

Inhoudsindicatie

Niet kan worden vastgesteld dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld jegens klager. Verweerster heeft gemotiveerd gesteld om welke reden zij de kort geding procedure niet heeft doorgezet.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Uit het dossier volgt dat verweerster zich afdoende voor klager heeft ingespannen om het geschil tot een goed einde te brengen. Op verweerster berust een inspanningsverplichting en geen resultaatsverplichting.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Alle klachtenonderdelen worden als kennelijk ongegrond afgewezen.

Uitspraak

De (plaatsvervangend) voorzitter van de Raad van Discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden d.d. 27 april 2012, door de Raad ontvangen op 1 mei 2012, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan.

1.1 Verweerster heeft de belangen van klager behartigd in een geschil met Volkstuindervereniging L.

1.2 Klager heeft in januari 2009 een beroerte gehad, waardoor hij geen lichamelijke werkzaamheden kon verrichten.

1.3 De voorzitter van de Volkstuindervereniging voornoemd heeft klager verweten dat hij over een periode van 16 jaar de tuin niet goed heeft onderhouden. In de periode tussen 17 april 2010 en januari 2011 heeft de Volkstuindervereniging klager diverse malen verzocht de tuin op orde te brengen.

1.4 De Volkstuindervereniging heeft klager vervolgens bij brief van 20 januari 2011 bericht dat hij en zijn echtgenote met ingang van 20 februari 2011 zijn geroyeerd vanwege het zeer langdurig in strijd handelen met de reglementen van de vereniging.

1.5 Klager heeft bij brief van 11 februari 2011 beroep aangetekend en de Volkstuindervereniging medegedeeld, dat hij en zijn echtgenote zich ondanks hun bezwaren zullen neerleggen bij de beslissing van de ALV en dat zij de werkzaamheden zullen (laten) uitvoeren voor zover zij in overeenstemming zijn met de beslissing van de Gemeente Rijswijk.

1.6 Bij brief van 4 april 2011 heeft de Volkstuindervereniging klager en zijn echtgenote bericht dat zij per 20 februari 2011 definitief geroyeerd zijn. Tevens zijn klager en zijn echtgenote gewezen op de gevolgen van het royement, inhoudende:

- de tuin van klager wordt op kosten van klager op orde gebracht door de Volkstuindervereniging;

- taxatie zal plaatsvinden volgens het taxatiereglement;

- aanbieding van de tuin en het huisje aan belangstellenden;

- verwijdering van roerende goederen;

- sloten vervangen;

- na april 2011 geen toegang tot tuin en huisje;

- het in reglementaire orde brengen van de tuin door een gekwalificeerd bedrijf.

1.7 Klager en zijn echtgenote hebben zich op 15 juni 2011 tot verweerster gewend.

1.8 Klager heeft in overleg met de Volkstuindervereniging het huisje en de tuin op vrijdag 24 juni 2011 ontruimd en verlaten.

1.9 De Taxatiecommissie van de Volkstuindervereniging heeft het tuinhuisje op 26 juni 2011 getaxeerd op een bedrag van € 10.830,00.

1.10 Verweerster heeft vervolgens in opdracht van klager en zijn echtgenote een kort geding dagvaarding opgesteld. Deze dagvaarding is na overleg met de wederpartij aangepast en uitgebracht, waarbij verweerster namens klager, voor zover in deze relevant, heeft gevorderd van de Volkstuindervereniging dat zij in zouden stemmen met een bindende hertaxatie, terugplaatsing van het oude slot dan wel overhandiging van de nieuwe sleutel aan klager, teruggave van de ladder aan klager, de tuin op orde brengen op kosten van de Volkstuindervereniging, toelating van klager en zijn echtgenote tot het tuinhuisje in verband met het uit te voeren onderhoud tijdens verkoopperiode, de Volkstuindervereniging te verbieden het huisje af te breken of doen afbreken zonder instemming van klager, alle vorderingen onder verbeurte van een dwangsom.

1.11 De Volkstuindervereniging heeft met alle vorderingen ingestemd met uitzondering van het teruggeven van de ladder. De Volkstuindervereniging heeft gesteld niet te weten waar de betreffende ladder was.

1.12 Op 6 oktober 2011 heeft een hertaxatie plaatsgevonden, die heeft geleid tot een taxatiewaarde van € 11.500,00.

1.13 Bij e-mail bericht van 10 oktober 2011 heeft verweerster op verzoek van klager aanvullende eisen aan de Volkstuindervereniging voorgelegd, met welke eisen op 11 oktober 2011 door de Volkstuindervereniging is ingestemd.

1.14 Verweerster heeft klager op 11 oktober 2011 bericht dat zij het kort geding heeft ingetrokken.

1.15 Klager heeft hierop aangegeven ontevreden te zijn met de aanpak van de zaak door verweerster. Klager heeft gesteld dat hij zijn ladder en kunststof vijver niet retour heeft ontvangen.

1.16 Bij brief, gedateerd 30 januari 2012, door de deken ontvangen op 31 januari 2012, heeft klager een klacht ingediend tegen verweerster.

 

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet.

2.2 Klager verwijt verweerster dat zij zijn belangen niet naar behoren heeft behartigd, meer in het bijzonder verwijt klager verweerster dat zij:

a. tegen klagers zin het kort geding geen doorgang heeft laten vinden;

b. geen schadevergoeding voor klager heeft geëist van klagers wederpartij;

c. zich onvoldoende voor klager heeft ingezet.

 

3 BEOORDELING

3.1 Voorop dient te staan dat een advocaat voor het – in overleg met zijn cliënt – te voeren beleid een ruime vrijheid toekomt en dat in het algemeen een tuchtrechtelijke maatregel eerst geïndiceerd kan zijn indien de advocaat bij de behandeling van de zaak kennelijk onjuist optreedt en adviseert en de belangen van de cliënt daardoor worden geschaad of kunnen worden geschaad. Het handelen van verweerster zal aan de hand van deze maatstaf worden beoordeeld.

Ten aanzien van klachtonderdeel a

3.2 Verweerster heeft gemotiveerd gesteld om welke redenen zij de kort geding procedure voor klager niet heeft doorgezet, maar op 11 oktober 2011 heeft ingetrokken. Indien verweerster de procedure had doorgezet, waren de vorderingen waarschijnlijk wegens gebrek aan spoedeisend belang afgewezen en was klager veroordeeld in de proceskosten. Immers verweerster heeft onbetwist gesteld dat de Volkstuindervereniging aan alle eisen van klager tegemoet is gekomen met uitzondering van teruggave van een ladder en plastic vijver, van welke zaken klager niet kon aantonen dat deze in het bezit van de Volkstuindervereniging waren. Gelet hierop kan niet worden vastgesteld dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar jegens klager heeft gehandeld.

Ten aanzien van klachtonderdeel b

3.3 Het verwijt dat verweerster geen schadevergoeding voor klager heeft geëist van de wederpartij, ziet op een inhoudelijke beoordeling van de door verweerster voor klager verrichte werkzaamheden. Het behoort niet tot de taak van de tuchtrechter om de inhoud van verrichte werkzaamheden te beoordelen, tenzij uit de stukken aanstonds blijkt dat de advocaat tekort is geschoten. Dit laatste is de voorzitter op basis van de stukken niet gebleken.

Ten aanzien van klachtonderdeel c

3.4 Verweerster heeft de gang van zaken in klagers dossier geschetst, onderbouwd met relevante stukken. Hieruit volgt dat verweerster zich afdoende voor klager heeft ingespannen om het geschil tot een goed einde te brengen. Op verweerster berust overigens een inspanningsverplichting en geen resultaatsverplichting. Uit de stukken is overigens ook niet gebleken dat verweerster jegens klager zou hebben gehandeld zoals een behoorlijk advocaat niet betaamt.

3.5 Gelet op het voorgaande dienen de klachtonderdelen a tot en met c kennelijk ongegrond te worden verklaard.

 

4 BESLISSING

Wijst de klachtonderdelen a tot en met c als kennelijk ongegrond af.

 

Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voorzitter, met bijstand van mr. M. Boender-Radder als griffier op 24 mei 2012.

griffier                                                                         voorzitter

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 25 mei 2012 per aangetekende post verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klagers en de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage, Postbus 85850, 2508 CN ’s-Gravenhage (faxnummer: 070-350 10 24). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de Raad van Discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge¬lijk.