Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

14-02-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2472

Zaaknummer

11-160A

Inhoudsindicatie

Advocaat start tegen de wil van cliënt geen gerechtelijke procedure in letselschadezaak gelet op de negatieve adviezen van medische adviseurs. Advocaat heeft cliënt niet schriftelijk bevestigd dat zij tot sluiting van het dossier is overgegaan. Een advocaat is niet verplicht een in zijn ogen kansloze procedure te starten. Schriftelijke vastlegging van het sluiten van het dossier was wenselijk geweest, maar in de gegeven omstandigheden van onvoldoende gewicht om verweerster tuchtrechtelijk een verwijt te maken. Klacht ongegrond. 

Uitspraak

BESLISSING van 14 februari 2012

in de zaak 11-160 A

naar aanleiding van de klacht van:

De heer

klager

tegen:

Mevrouw mr.

verweerster

1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1   Bij brief van 19 mei 2011, bij de raad binnengekomen op 20 mei 2011, heeft de deken

van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2   De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 7 december 2011. Klager en

verweerster zijn ter zitting verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3   De raad heeft kennis genomen van de in 1.1 bedoelde brief van de deken aan de

raad, van de stukken genummerd 1 t/m 9 op de bij de brief gevoegde inventarislijst en de door klager ter zitting overhandigde stukken.

2. FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan.

2.2  Klager heeft op 21 september 1995 een kijkoperatie aan zijn knie ondergaan. Klager heeft na deze operatie medisch onverklaarbare klachten gehouden. Klager heeft zich

  in 2005 gewend tot verweerster. Klager had toen reeds twee negatieve procesadviezen ontvangen van andere advocaten.

2.3  Verweerster heeft tijdens een bespreking, die op 12 november 2007 tussen partijen heeft plaatsgevonden, klager geïnformeerd dat zij op basis van het schriftelijke advies van de door haar ingeschakelde medisch adviseur tot de conclusie was gekomen dat de aansprakelijkheidskwestie juridisch geen kans van slagen had wegens gebrek aan bewijs. Klager heeft het schriftelijk advies van de medisch adviseur na afloop van de bespreking niet meegenomen.

2.4  Verweerster heeft klager niet schriftelijk bevestigd dat zij na de op 12 november 2007 gehouden bespreking tot sluiting van het dossier was overgegaan. Evenmin heeft zij klager het advies van haar medisch adviseur nagezonden. Verweerster heeft klager hiervoor haar excuses aangeboden.

2.5  Klager heeft in een brief aan verweerster van 1 februari 2010 onder verwijzing naar de bespreking van 12 november 2007 verzocht hem te informeren over wat zij voor hem zou kunnen betekenen om tot een redelijke oplossing in zijn letselschadezaak te komen.   Verweerster heeft klager bij brieven van 18 en 19 november 2010 - kortweg - geantwoord dat er onvoldoende bewijs is voor het aannemen van aansprakelijkheid. Verweerster heeft het secretariaat van de klachtencommissie van het ziekenhuis nog wel verzocht om een gesprek met de voorzitter van de klachtencommissie om langs deze weg te bewerkstelligen dat klager de drie negatieve procesadviezen zou accepteren. Dit verzoek van verweerster is niet gehonoreerd.

2.6  Verweerster is - indien nodig - bereid mee te werken aan het intrekken van de toevoeging, teneinde klager in staat te stellen om zijn zaak voort te laten zetten door een andere advocaat.

3. DE KLACHT

3.1  De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster met haar dienstverlening onvoldoende kwaliteit heeft geleverd, gebrekkig met klager heeft gecommuniceerd en zijn belangen niet goed heeft behartigd door het dossier onnodig lang te hebben aangehouden en in een periode van vijf jaar vrijwel geen concrete acties te hebben ondernomen. Hierdoor zijn termijnen verlopen en is de sterke juridische positie die klager had bij de aanvang van de dienstverlening van verweerster, volledig teniet gedaan.

3.2  Door aldus te handelen c.q. na te laten, heeft verweerster volgens klager de norm neergelegd in artikel 46 Advocatenwet overschreden. 

4. BEOORDELING

4.1 Voorop staat dat de advocaat bij de behandeling van een zaak de leiding heeft en vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid, in overleg met de cliënt, dient te bepalen met welke aanpak van zaken de belangen van zijn cliënt het beste zijn gediend. Daarbij kan een advocaat niet verplicht worden om een opdracht aan te nemen die hij onhaalbaar acht. Het is immers ook de taak van een advocaat zijn cliënt te behoeden voor kansloze en kostbare procedures. De advocaat moet dit dan wel goed uitleggen aan zijn cliënt. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is overigens in het algemeen pas sprake als de advocaat bij de behandeling van de zaak kennelijk onjuist optreedt en adviseert en de belangen van de cliënt daardoor worden geschaad of kunnen worden geschaad. Het handelen van verweerder zal aan de hand van deze maatstaf worden beoordeeld.

 

4.2 Uit het klachtdossier en hetgeen ter zitting is besproken is de raad niet gebleken dat verweerster met haar dienstverlening onvoldoende kwaliteit heeft geleverd. Naar het oordeel van de raad stond het verweerster, mede gelet op de negatieve adviezen van de verschillende medische adviseurs, vrij om de zaak van klager niet verder voort te zetten. De raad heeft niet geconstateerd dat de juridische positie van klager door de behandeling van verweerster is verslechterd, laat staan teniet zou zijn gedaan.

 

4.3 De raad is van oordeel dat het beter ware geweest als verweerster na de op 12 november 2007 gehouden bespreking klager schriftelijk had bevestigd dat zij tot sluiting van het dossier zou overgaan. Ook had verweerster het bij haar medisch adviseur ingewonnen advies aan klager moeten nazenden, toen hij dit advies op het kantoor van verweerster had achtergelaten. Dit verzuim is gemeten naar de in onderdeel 4.1 genoemde maatstaf, van onvoldoende gewicht om verweerster tuchtrechtelijk een verwijt te maken. Het klachtonderdeel is daarmee ongegrond.

4.4 Het ter zitting door klager gedane verzoek om bemiddeling van de raad bij het vinden van een andere advocaat valt buiten de bevoegdheid van de raad. Klager kan zich hiervoor wenden tot de deken of contact opnemen met het Juridisch Loket (tel: 0900 – 2020180) of de website www.alleadvocaten.nl raadplegen en daarbij zoeken op het specialisme (letstel)schade en aansprakelijkheid. 

 

BESLISSING

De raad van discipline verklaart:

- de klacht ongegrond.

Aldus gewezen door mr. Th.S. Röell, voorzitter, mrs. P. van Lingen, M. Pannevis, H.B. de Regt, B.J. Sol, leden, bijgestaan door mr. H. Oomen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 14 februari 2012. 

Voorzitter                                                                                                                   griffier

De beslissing is in afschrift op 14 februari 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerster

- de deken van advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Het beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a. Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c. Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076 – 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

d. Telefonische informatie

076 – 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl