Rechtspraak
Uitspraakdatum
19-11-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3857
Zaaknummer
R. 4000/12.134
Inhoudsindicatie
Het is aan de advocaat om ter voorkoming van misverstand, onzekerheid of geschil belangrijke informatie en afspraken te bevestigen aan zijn cliënt.
Inhoudsindicatie
Gelet op het feit dat klager de door verweerder met klager genoemde afspraken betwist had het op de weg van verweerder gelegen om deze volgens hem gevoerde gesprekken vast te leggen. Verweerder heeft voorts ten opzichte van klager onvoldoende zorg betracht door onvoldoende contact te houden met klager gedurende een jaar, dan wel de contacten, zoals verweerder die stelt te hebben gehad met klager, niet schriftelijk te bevestigen.
Inhoudsindicatie
Verweerder heeft de zaak te lang op zijn beloop gelaten en heeft dientengevolge niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt.
Inhoudsindicatie
De klacht wordt gegrond verklaard. De raad legt een maatregel op van enkele waarschuwing.
Uitspraak
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 5 juli 2012 met kenmerk R 11/12/73 cij, door de raad ontvangen op 6 juli 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 17 september 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder, alsmede mr. K,, advocaat te Rotterdam. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende feiten uitgegaan:
2.1 Verweerder heeft klager geadviseerd in een geschil met de gemeente over een door klager te betalen bedrag ter zake aanschrijvingen ten aanzien van de koopwoning van klager.
2.2 Bij brief van 20 september 2010 heeft verweerder klager een opdrachtbevestiging gestuurd.
2.3 Bij brief van 30 september 2010 heeft verweerder zich als advocaat gesteld bij de gemeente en verzocht om een termijn van twee weken om inhoudelijk op de zaak te reageren.
2.4 Bij brief van 26 oktober 2012 heeft de gemeente een eerste reactie gegeven.
2.5 Bij brief van 3 november 2010 heeft de gemeente het beroep op verjaring afgewezen. Verweerder heeft deze brief op 8 november 2010 aan klager gestuurd.
2.6 Op 1 november 2011 zijn twee dwangbevelen van 22 september 2011 aan klager betekend.
2.7 Bij brief van 10 november 2011 heeft verweerder klager bevestigd dat deze onlangs het kantoor van verweerder gebeld heeft en verzocht heeft het dossier te sluiten.
2.8 Bij brief met bijlagen van 22 februari 2012 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.
3.2 Meer in het bijzonder verwijt klager verweerder dat hij onvoldoende actie ondernomen heeft in de richting van de gemeente. Hierdoor heeft de gemeente na één jaar een dwangbevel uitgevaardigd. Door de nalatigheid van verweerder heeft klager materieel en immaterieel schade geleden.
4 VERWEER
4.1 Verweerder heeft de zaak inhoudelijk, juridisch correct behandeld. Verweerder heeft de gemeente twee maal aangeschreven. Aangezien de gemeente het argument van verjaring niet accepteerde, heeft verweerder klager tijdens een gesprek bij hem op kantoor geadviseerd over te gaan tot betaling van het verschuldigde, althans over de hoogte van het te betalen bedrag te onderhandelen. Klager zou aan verweerder laten weten als hij financiële middelen ter beschikking had en er een voorstel aan de gemeente kon worden gedaan. Verweerder heeft pas weer van klager vernomen op het moment dat deze een dwangbevel betekend kreeg. Verweerder heeft met klager nog een gesprek gevoerd nadat klager het dwangbevel ontvangen had. Klager wenste een voorstel tot afkoop te doen aan de gemeente. Daags na het gesprek heeft klager verweerder meegedeeld dat het dossier gesloten kon worden.
4.2 Verweerder heeft verzuimd de met klager gemaakte afspraken schriftelijk vast te leggen.
5 BEOORDELING
5.1 Het is aan de advocaat om ter voorkoming van misverstand, onzekerheid of geschil belangrijke informatie en afspraken te bevestigen aan zijn cliënt. Klager heeft in ieder geval het door verweerder genoemde gesprek van november 2010 betwist, alsmede de door verweerder met klager genoemde afspraken. Derhalve had verweerder in ieder geval de volgens hem met klager gevoerde gesprekken, die door klager worden betwist, moeten vastleggen. Voorts heeft verweerder ten opzichte van klager onvoldoende zorg betracht door in het daarop volgende jaar onvoldoende contact te houden met klager, dan wel door die contacten niet schriftelijk te bevestigen. De raad heeft ook overigens niet kunnen vaststellen op welke wijze en hoe vaak verweerder met klager heeft gecommuniceerd over de voortgang in zijn zaak. Verweerder heeft daardoor de zaak te lang op zijn beloop gelaten en heeft dientengevolge niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt.
5.2 De klacht is derhalve gegrond
5.3 De raad wijst er voor de goede orde op dat de tuchtrechter niet oordeelt over mogelijke financiële schade. Dit is voorbehouden aan de civiele rechter.
6 MAATREGEL
Gelet op de aard en de ernst van de begane overtreding acht de raad de hierna te melden maatregel passend en geboden.
7 BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart de klacht gegrond;
- legt aan verweerder de maatregel op van enkele waarschuwing.
Aldus gewezen door mr. M.F. Baaij, voorzitter, mrs. M. Aukema, R. de Haan, J.P. Heinrich, H.E. Meerman, leden, bijgestaan door mr. A.H. van Haga als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 19 november 2012.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 20 november 2012 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- verweerder
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl