Rechtspraak
Uitspraakdatum
25-06-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3166
Zaaknummer
R.3867/12.1
Inhoudsindicatie
De beklaagde advocaat werd door de deken onbehoorlijke praktijkvoering verweten, bestaande uit: het onjuist en onvolledig informeren van clienten over de stand van zaken van de procedure en (niet uitgevoerde) proceshandelingen, het produceren van brieven afkomstig van derden, waaronder een brief van de rechtbank Rotterdam, het bijwonen van een comparitie zonder cliente en zonder deze hierover te informeren en het bewerken van een vonnis alvorens deze aan de client te doen toekomen. Maatregel: schrapping van het tableau.
Uitspraak
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de Raad van Discipline van 30 december 2011, door de raad ontvangen op 2 januari 2012, heeft de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Dordrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 21 mei 2012 in afwezigheid van klaagster en verweerder. Klaagster en verweerder hadden beiden laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen. Van de behandeling is geen proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.
2 FEITEN
2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.
2.2 Op 24 november 2010 is klaagster benaderd door een kantoorgenoot van verweerder vanwege het feit dat er onregelmatigheden waren ontdekt en opgetreden in zijn praktijk.
2.3 Op 24 november 2010 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen klaagster en verweerder.
2.4 Op 26 november 2010 heeft verweerder zich vrijwillig laten schrappen van het tableau.
2.5 Door het kantoor van verweerder zijn alle cliënten op de hoogte gesteld van hetgeen zich heeft voorgedaan en zijn de nodige herstelacties ondernomen.
2.6 Op 8 december 2010 en 31 januari 2011 heeft een kantoorgenoot van verweerder rapportages opgesteld met betrekking tot de onregelmatigheden die in de praktijk van verweerder zijn waargenomen.
2.7 Het rapport van 8 december 2010 is door een extern adviseur op juistheid gecontroleerd.
2.8 Naar aanleiding van hetgeen na afronding van het onderzoek naar voren is gekomen heeft klaagster verweerder van haar voornemen om een klacht in te dienen op de hoogte gesteld bij brief van 14 juli 2011.
2.9 Klaagster heeft op 30 december 2011 een klacht ingediend tegen verweerder.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.
3.2 Klaagster verwijt verweerder onbehoorlijke praktijkvoering. Deze onbehoorlijke praktijkuitvoering bestaat onder meer uit het onjuist en onvolledig informeren van cliënten over de stand van zaken van de procedure en (niet uitgevoerde) proceshandelingen, het produceren van brieven afkomstig van derden, waaronder een brief van de Rechtbank Rotterdam (van welk feit de President van de Rechtbank Rotterdam aangifte heeft gedaan), het bijwonen van een comparitie zonder cliënte en zonder deze hierover te informeren, het bewerken van een vonnis van de Rechtbank Dordrecht van 17 juli 2009 door onder meer een gedeelte van de conventionele vordering en de reconventionele vordering geheel uit het vonnis te verwijderen.
4 VERWEER
4.1 Verweerder heeft gesteld dat aanvankelijk in onderling overleg was besloten dat zijn arbeidsovereenkomst middels een beëindigingovereenkomst per 31 december 2010 zou eindigen, maar dat deze overeenkomst op vrijdag 26 november 2010 werd vervangen door een beëindigingsovereenkomst waarbij het dienstverband met onmiddellijke ingang tot een einde kwam. Op 23 november 2010 is verweerder op non-actief gesteld naar aanleiding van constateringen door zijn werkgever in twee dossiers. Verweerder heeft voorts bevestigd dat hij op 25 november 2010 een gesprek met klaagster heeft gehad en dat tijdens dit gesprek klaagster de dossierlijst met door verweerder behandelde zaken aan hem heeft voorgehouden. Verweerder heeft aangegeven in welke dossiers onjuist zou zijn gehandeld. Verweerder heeft voorts bevestigd dat hij zich vrijwillig heeft laten schrappen van het tableau op 26 november 2010. Verweerder is onder psychologische behandeling gesteld op 3 december 2010 met wekelijkse individuele gesprekken. Uit een behandelverslag volgt dat de behandelaar van verweerder heeft geconstateerd dat er bij verweerder ontwijkende persoonlijkheidstrekken zijn die hem in zijn werkzaamheden bij zijn werkgever hebben doen vastlopen. Verweerder heeft gesteld dat hij in bepaalde situaties onvoldoende tegenwicht heeft kunnen bieden aan klanten. Dit heeft dan voornamelijk gezien op de klantencontacten, waarin voor de klant negatief juridisch advies, althans een advies wat niet in de lijn lag met de gedachten/wens van de klant, moest worden gegeven. Doordat verweerder zichzelf in een aantal dossiers in een spagaat zag en dat niet intern binnen zijn kantoor kenbaar heeft gemaakt, is verweerder verstrikt geraakt. Verweerder heeft gesteld dat het nooit zijn bedoeling is geweest iemand te benadelen. Verweerder heeft voorts aangegeven dat hij in een situatie terecht is gekomen, die hij niet het hoofd heeft kunnen bieden en daarin zelfs ten koste van zichzelf keuzes heeft moeten maken. Voorts heeft verweerder gesteld dat hij in dit kader geen enkel financieel voordeel heeft nagestreefd met zijn handelen. Verweerder heeft gesteld niet inhoudelijk op de rapporten omtrent de dossieronderzoeken in te gaan nu deze voor zich spreken. Wel heeft verweerder gesteld dat door de toonzetting, waar soms voor is gekozen, een iets vertekend beeld is ontstaan.
5 BEOORDELING
5.1 Op basis van de stukken stelt de raad vast dat verweerder de verweten gedragingen erkent. Verweerder heeft er blijk van gegeven en wel bij herhaling, dat hij niet in staat is de hem toevertrouwde zaken te behartigen en dat hij daarbij vlucht in aperte onwaarheden ten opzichte van zijn eigen cliënten. Verweerder heeft daardoor het vertrouwen in de advocatuur in zeer ernstige mate geschaad, reden waarom aan verweerder de navolgende maatregel zal worden opgelegd. De klacht is gegrond.
6 MAATREGEL
Gelet op de aard en de ernst van de begane overtredingen acht de raad de maatregel van schrapping van het tableau passend en geboden.
7 BESLISSING
De Raad van Discipline verklaart de klacht gegrond en legt aan verweerder de maatregel van schrapping van het tableau op.
Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, plaatsvervangend voorzitter, mr. W.J. Hengeveld, mr. T. Hordijk, mr. P.J.E.M. Nuiten, mr. G.J. Schipper, leden, bijgestaan door mr. M. Boender-Radder als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 25 juni 2012.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 27 juni 2012 per aangetekende brief verzonden aan:
- klaagster
- verweerder
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- klaagster
- verweerder
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl