Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

06-08-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA3070

Zaaknummer

12-049A

Inhoudsindicatie

Aankondiging faillissement aan te vragen wegens niet voldoen aan vonnis is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar; klachtonderdeel ongegrond. Wel verwijtbaar is het klager onder druk te zetten de klacht in te trekken door hem aansprakelijk te stellen; klachtonderdeel gegrond.

Uitspraak

  Beslissing van 6 augustus 2012

 in de zaak   12-049A

naar aanleiding van de klacht van:

de heer

klager

tegen:

mr.

advocaat te Amsterdam

verweerder

   

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van discipline te ’s-Gravenhage van 2 februari 2012, wegens vestiging van verweerder te Amsterdam doorgezonden aan de raad van discipline te Amsterdam op 21 februari 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement ’s-Gravenhage de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad te Amsterdam op 30 mei 2012 in aanwezigheid van verweerder en zijn gemachtigde mr S..   Klager is met bericht niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de in 1.1 bedoelde brief van de deken aan de raad en van de stukken genummerd 1 t/m 10 op de bij die brief gevoegde inventarislijst.

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en op hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1 Klager is de tegenpartij van de cliënt van verweerder. Tussen partijen is geprocedeerd; bij vonnis van 12 juli 2011 heeft de rechtbank Amsterdam klager veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 1.064,47.

2.2 Op 11 oktober 2011 heeft verweerder een e-mail gestuurd aan de advocaat van klager met de volgende tekst: “Geachte confrère, op grond van het vonnis van de rechtbank Amsterdam d.d. 12 juli 2011 dient uw cliënt aan mijn cliënt nog een bedrag ad € 1.064,47 te betalen. Helaas heeft cliënt moeten constateren dat betaling nog niet heeft plaatsgevonden. Hierbij sommeer ik uw cliënt binnen vijf dagen na heden voornoemd bedrag over te maken naar mijn derdengeldrekening (…..). Ik heb vernomen dat uw cliënt in financieel zwaar weer verkeert. Wanneer ik de betaling niet binnen de gestelde termijn heb ontvangen, zal ik direct erna het faillissement van uw cliënt aanvragen. Cliënt voelt er weinig voor om kennelijk onnodige procedures te voeren tegen een partij die insolvent is met het risico dat cliënt achteraf met lege handen achterblijft.”

2.3 Naar aanleiding van de vorenstaande e-mail heeft klager op 7 november 2011 het hierna onder 3 sub a te omschrijven klachtonderdeel bij de deken ingediend.

2.4 Bij e-mail van 11 november 2011 aan de advocaat van klager heeft verweerder geschreven: ”Geachte confrère, ik weet niet of het bij u bekend is maar uw cliënt (klager) heeft een klacht tegen mij ingediend bij de deken. Graag verneem ik van u of u in deze kwestie de belangen van de heer (klager) behartigt. Bijgaand treft u mijn reactie aan. Zoals u weet is het een klacht van niks en is mijn verwachting dat de deken deze kwestie snel zal afhandelen. Mocht dat echter niet zo zijn, dan stel ik de heer (klager) aansprakelijk voor alle schade die ik hierdoor lijd en zal lijden. Ter info: mijn uurtarief is€ 230,-- ex BTW per uur, voor mijn reactie op de klacht en deze e-mail zal ik uw cliënt uit coulance niet factureren. Voor alles wat hierna komt wel.”

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet door:

a) zich te bedienen van zogenaamde “straatvechtersmanieren”, ondermeer door de aanzegging dat direct het faillissement zal worden aangevraagd indien niet binnen vijf dagen aan de veroordeling van de rechtbank werd voldaan, omdat klager in betalingsmoeilijkheden zou verkeren;

b) klager aansprakelijk te stellen voor de (schade voortvloeiende uit de) klacht en daarvoor te zullen factureren.

4. BEOORDELING

4.1 ad klachtonderdeel a:

  Het betreft een klacht tegen de advocaat van de wederpartij. De raad stelt voorop dat een advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goed dunkt. Die vrijheid is echter niet onbeperkt; zij kan ondermeer worden ingeperkt indien de advocaat zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij, feiten poneert waarvan hij weet dat zij in strijd met de waarheid zijn, of indien een advocaat (anderszins) bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt, zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend. Het handelen van verweerder zal aan deze maatstaf worden getoetst.

4.2 De raad stelt vast dat klager blijkbaar vanaf 12 juli 2011 in de positie verkeerde dat hij aan de cliënt van verweerder € 1.064,47 diende te betalen. Omstandigheden op grond waarvan klager niet aan dat vonnis hoefde te voldoen zijn gesteld noch gebleken. Eerst in oktober 2011 heeft verweerder aangezegd dat faillissement van klager zal worden aangevraagd indien niet binnen vijf dagen wordt betaald. Verweerder kiest daarbij voor ferme bewoordingen, waaronder de stelling dat hij van zijn eigen cliënt vernomen zou hebben dat klager in financieel zwaar weer verkeert. Met de woordkeuze in de e-mail van 11 oktober 2011 acht de raad echter geen tuchtrechtelijke grens overschreden, waarbij de raad gewicht toekent aan het feit dat klager blijkbaar gedurende drie maanden na het veroordelende vonnis niet heeft voldaan, zodat verweerder zich van stevige bewoordingen mocht bedienen en ook mocht aankondigen dat faillissement zou worden aangevraagd als niet binnen vijf dagen zou worden voldaan. Klager stoort zich nog aan de mededeling dat “hij in financieel zwaar weer zou verkeren”. Daarover heeft verweerder gesteld dat hij dat vernomen heeft van zijn cliënt en het is de raad niet gebleken dat verweerder er van uit moest gaan dat die mededeling onjuist was. Klachtonderdeel a zal ongegrond worden verklaard.

4.3 Ad klachtonderdeel b:

  Verweerder heeft, volgens klager, in reactie op de klacht in zijn email aan de advocaat van klager op ongepaste wijze druk uitgeoefend door klager aansprakelijk te stellen en aan te kondigen dat hij voor het vervolg van de klachtprocedure facturen zal sturen voor zijn uurtarief van € 230,-- exclusief BTW. Verweerder heeft aangevoerd dat hij vanwege het onredelijke karakter van de klacht de vrijheid had op deze wijze klager af te houden van het voortzetten van de klachtprocedure. Daarbij doet verweerder een beroep op de uitspraak van de raad van discipline te ’s-Hertogenbosch van 18 oktober 1999, adv.blad 5 april 2002, 3050. De raad verwerpt het verweer. Klager heeft niet meermalen evident ongegronde klachten tegen verweerder ingediend, de klacht heeft een incidenteel karakter. Onder die omstandigheden kan niet gesproken worden van misbruik van het recht om te klagen en behoort indiening van een klacht tot het beroepsrisico van verweerder. Met de dreiging die van de aansprakelijkstelling uitgaat en met het aankondigen van het sturen van facturen (aan klager die geen opdrachtgever is) bij voortzetting van de klacht, is de grens van hetgeen tuchtrechtelijk toelaatbaar is overschreden. Klachtonderdeel b zal gegrond worden verklaard.

 5. MAATREGEL

  De raad ziet in de gegrondverklaring van klachtonderdeel b geen aanleiding om verweerder een maatregel op te leggen. Daarbij neemt de raad in aanmerking hetgeen verweerder ter zitting over het gedrag van klager heeft aangevoerd, waarom hij daarop op de beschreven wijze heeft gereageerd en tenslotte weegt de raad mee het door verweerder getoonde inzicht in zijn handelen.

 

 BESLISSING

De raad van discipline:

  -     verklaart klachtonderdeel a ongegrond;

-         verklaart klachtonderdeel b gegrond.

Aldus gewezen door  mr. J. Blokland, voorzitter, mrs. M.A. Le Belle, A.G. van Marwijk Kooy, M.W. Schüller, M. Ynzonides, leden, bijgestaan door mr.  M.A. Hupkes als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 6 augustus 2012.

griffier voorzitter                     

Deze beslissing is in afschrift op 6 augustus 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam    

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan voor wat betreft het gegrond verklaarde klachtonderdeel  hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- verweerder

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Voor wat betreft het ongegrond verklaarde klachtonderdeel kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam    

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl