Rechtspraak
Uitspraakdatum
03-12-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3683
Zaaknummer
M 205 - 2012
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
Verweerster had geen aanleiding om te veronderstellen dat haar cliënte op onoorbare wijze aan het stuk was gekomen. Het stond verweerster daarom vrij om, in het kader van de behartiging van de belangen van haar cliënte, de betreffende informatie in het geding brengen. Vanwege het ontbreken van een eigen belang bij klacht over procederen op basis van toevoeging door wederpartij is klager niet-ontvankelijk in dit onderdeel van zijn klacht.
Inhoudsindicatie
Klacht gedeeltelijk ongegrond en gedeeltelijk niet-ontvankelijk.
Uitspraak
Beslissing van 3 december 2012
in de zaak M205-2012
naar aanleiding van de klacht van:
A.
klager
tegen:
B.
verweerster
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief aan de raad van 26 juli 2012 heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Maastricht de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 8 oktober 2012 in aanwezigheid van klager en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van:
- De brief van de deken d.d. 26 juli 2012 en de daarbij gevoegde stukken.
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:
2.1 Verweerster is de advocaat van de ex-echtgenote van klager. Verweerster heeft de ex-echtgenote van klager op basis van een toevoeging bijgestaan in de echtscheidingsprocedure.
2.2 In die procedure heeft verweerster een overzicht van de waarde van een effectenpolis overgelegd. Dit overzicht was geadresseerd aan klager op zijn oude adres, zijnde het adres van de voormalige echtelijke woning, alwaar de ex-echtgenote van klager nog woonachtig is.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij het briefgeheim heeft geschonden door in de procedure een effectenoverzicht te overleggen, dat was geadresseerd aan klager op zijn oude adres, zijnde het adres van de voormalige echtelijke woning, alwaar de ex-echtgenote van klager woonachtig is. Bovendien heeft verweerster een toevoeging aangevraagd voor haar cliënte, terwijl ze wist dat deze daarvoor niet in aanmerking kwam.
4 VERWEER
4.1 De verwijten zijn onterecht. Verweerster heeft geen voet in de voormalige echtelijke woning gezet, noch een brief geopend. Verweerster heeft geen briefgeheim geschonden. Het overzicht van de effectenpolis moest in de procedure worden ingebracht. Klager heeft geen belang bij de klacht over het aanvragen van de toevoeging. Bovendien zou verweerster pas tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen indien zij geen toevoeging voor haar cliënte zou hebben aangevraagd.
5 BEOORDELING
5.1 De klacht betreft het optreden van de advocaat van een wederpartij. Bij de beoordeling van een dergelijke klacht behoort er van te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De raad zal de klacht met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen.
Klachtonderdeel 1
5.2 De raad overweegt dat het een advocaat, in het kader van de behartiging van de belangen van zijn cliënt, in beginsel vrijstaat om stukken in het geding te brengen die hij van zijn cliënt heeft verkregen. Op basis van de aan de raad overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht is de raad van oordeel dat verweerster geen aanleiding had te veronderstellen dat haar cliënte op onoorbare wijze aan het stuk was gekomen. Daarom mocht verweerster in het kader van de behartiging van de belangen van haar cliënte de door haar cliënte verstrekte informatie in het geding brengen. Het eerste onderdeel van de klacht is dus ongegrond.
Klachtonderdeel 2
5.3 De raad overweegt dat het klachtrecht niet in het leven is geroepen voor een ieder, doch slechts voor degenen die door een handelen of nalaten van een advocaat in zijn belang getroffen is of kan worden. Voorzover in het algemeen belang een tuchtrechtelijke procedure is vereist, wordt het klachtrecht uitgeoefend door de deken.
5.4 De raad is van oordeel dat klager er niet in is geslaagd aannemelijk te maken dat hij een eigen belang heeft bij het tweede onderdeel van de klacht. De raad overweegt voorts dat niet verweerster maar de Raad voor Rechtsbijstand de financiële gegevens controleert en op basis daarvan beslist.
5.5 Vanwege het ontbreken van een eigen belang zal de raad klager niet-ontvankelijk verklaren in zijn klacht.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart klachtonderdeel 1 ongegrond en verklaart klager niet-ontvankelijk in klachtonderdeel 2.
Aldus uitgesproken ter openbare zitting van 3 december 2012 door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, mrs. I.E.M. Sutorius, Th. Kremers , A.A. Freriks, H.C.M. Schaeken, leden, bijgestaan door mr. Th.H.G. van de Langenberg als griffier
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 4 december 2012
per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerster
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Maastricht
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- klager
- verweerster
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Maastricht
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl