Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

25-06-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3068

Zaaknummer

B 231 - 2011

Inhoudsindicatie

Verweerster heeft de medische gegevens van klager uit een bezwaarschriftprocedure in een WIA-zaak zonder toestemming van klager ter kennis gebracht van haar cliënte, de werkgeefster van klager. Niet is komen vast te staan dat verweerster zich in de WIA-zaak als gemachtigde heeft gesteld met het enkele doel de beschikking over deze gegevens te verkrijgen.

Inhoudsindicatie

Klacht gegrond; maatregel: berisping.

Uitspraak

Beslissing van 25 juni 2012

in de zaak B 231 - 2011

naar aanleiding van de klacht van:

 

de heer X

 

klager

 

tegen:

mevrouw Y.

verweerster

 

1                Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 30 november 2011 met kenmerk K 11/12-004, door de raad ontvangen op 1 december 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Breda de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2         De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 7 mei 2012 in aanwezigheid van klager, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerster heeft bij brief aan de raad van 4 mei 2012 te kennen gegeven niet bij de behandeling aanwezig te zullen zijn. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3          De raad heeft kennis genomen van:

-          de onder 1.1 genoemde brief van de deken van 30 november 2011 met bijlagen;

-          de onder 1.2 genoemde brief van verweerster van 4 mei 2012.

 

 

2                FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1         Klager heeft op 23 juni 2011 bezwaar aangetekend tegen de afwijzende beslissing van Z. van 6 juni 2011 inzake zijn aanvraag om een WIA-uitkering en op 17 augustus 2011 heeft hij zijn bezwaar nader toegelicht aan de hand van zijn medisch dossier.

2.2         In de WIA is bepaald dat stukken die medische gegevens bevatten door Z. niet aan de werkgever ter inzage of ter kennisname mogen worden gegeven of toegezonden, tenzij de werknemer daarvoor schriftelijk toestemming heeft gegeven, hetgeen klager in deze situatie niet heeft gedaan.

2.3         Op 28 juli 2011 heeft de werkgeefster van klager een aanvraag tot verlening van een ontslagvergunning ingediend. Zij wilde de arbeidsovereenkomst beëindigen op grond van de langdurige arbeidsongeschiktheid van klager.

2.4         Nadat de werkgeefster van klager bij Z. per brief op 29 juli 2011 had aangegeven, dat zij in de bezwaarprocedure betrokken wilde worden en dat verweerster als haar gemachtigde optrad, heeft Z. op 25 augustus 2011 zowel het medische gedeelte als het niet medische gedeelte van het bezwaarschrift van klager toegezonden aan verweerster.

2.5     In de ontslagprocedure heeft de werkgeefster op 29 augustus 2011 de medische gegevens uit de bezwaarschriftprocedure bij Z. overgelegd.

 

3                KLACHT

3.1         De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.       verweerster zonder dat zij daartoe toestemming van klager had verkregen medische gegevens van klager uit een bezwaarschriftprocedure heeft toegezonden aan de werkgeefster van klager, althans deze daarvan in kennis heeft gesteld;

2.       verweerster voorts misbruik van haar bijzondere bevoegdheden op basis van het bepaalde in artikel 105 van de WIA heeft gemaakt door zich in de bezwaarschriftprocedure als gemachtigde van de werkgeefster van klager te stellen met het kennelijke doel deze medische gegevens te verkrijgen.

 

4                VERWEER

4.1         Verweerster erkent dat zij de door haar ontvangen medische gegevens van klager heeft toegezonden aan haar cliënte, de werkgeefster van klager, en daarmede onjuist heeft gehandeld. Zij wijt dit aan de haast van de dag en de drukte van haar praktijk. Zij merkt op dat de medische gegevens in de ontslagprocedure niet zijn meegewogen in de besluitvorming.

4.2         Verweerster ontkent dat zij misbruik heeft gemaakt van haar bevoegdheden, omdat zij zich in de bezwaarschriftprocedure niet als gemachtigde heeft gesteld met als doel de medische gegevens te verkrijgen.

 

5                BEOORDELING

5.1         De raad stelt vast dat door verweerster in haar reactie van 1 november 2011 aan de deken onomwonden is erkend dat zij de door haar van Z. ontvangen medische gegevens betreffende klager heeft doorgestuurd aan haar cliënte, de werkgeefster van klager, zonder daarvoor van laatstgenoemde toestemming te hebben verkregen.

5.2         Door aldus te handelen is verweerster tegenover klager als de wederpartij van haar cliënte tekort geschoten in de zorg die zij jegens een wederpartij in acht behoort te nemen. De wetgever heeft immers voor slechts een beperkte groep hulpverleners, waaronder ook die van de advocaat, een bijzondere bevoegdheid in het leven geroepen om kennis te nemen van medische stukken met uitsluiting van de cliënt. De raad acht dit onderdeel van de klacht gegrond.

5.3         Het verwijt aan verweerster dat zij misbruik van haar bevoegdheden heeft gemaakt door zich in de bezwaarschriftprocedure bij het UWV namens haar cliënte als gemachtigde te stellen met het kennelijke doel de beschikking te krijgen over deze medische gegevens, is door verweerster gemotiveerd bestreden.

5.4         Ter toelichting heeft verweerster aangevoerd dat zij zich op verzoek van haar cliënte als gemachtigde in de WIA-procedure heeft gesteld, niet om actief deel te nemen aan deze procedure maar om op de hoogte te worden gesteld van de afloop van de procedure, waarbij haar cliënte belang kon hebben.

5.5         Nu klager wat dit betreft zijn klacht niet verder heeft onderbouwd en er ook overigens geen aanwijzingen zijn, die de verweten gedraging ondersteunen, zal de raad dit onderdeel van de klacht ongegrond verklaren.

 

6                MAATREGEL

6.1         Nu in de WIA aan de advocaat een bijzondere positie is toegekend vanwege de kernwaarden die aan de advocatuur verbonden zijn, en verweerster een van deze kernwaarden, te weten de integriteit van de advocaat, geschonden heeft, acht de raad de maatregel van berisping op zijn plaats.

 

7        BESLISSING

 

De raad van discipline:

verklaart onderdeel 1 van de klacht gegrond en legt ter zake aan verweerster op  de maatregel van berisping;

 

wijst onderdeel 2 van de klacht als ongegrond af.

 

 

Aldus gewezen door mw. mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, mrs. mw. P.J.W.M. Theunissen, L.W.M. Caudri, A.J. Sol en L.R.G.M. Spronken, leden, bijgestaan door mr. C.M. van Lanschot als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 25 juni 2012.

 

 

          griffier                                                               voorzitter                                                                                                                        

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 26 juni 2012.

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-            klager

-            verweerster

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Breda

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-            klager

-            verweerster

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Breda

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.    Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.    Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl