Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

26-03-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2621

Zaaknummer

B172-2011

Inhoudsindicatie

Ook wanneer een advocaat wegens onvoorziene persoonlijke omstandigheden niet in staat is zijn werkzaamheden uit te voeren, dient hij ervoor zorg te dragen dat de praktijk wordt waargenomen. Nu verweerder zonder opgaaf van reden heeft nagelaten contact met klager op te nemen, klager informatie te verschaffen en een dagvaarding in kort geding uit te brengen, heeft hij tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Klacht gegrond. Maatregel; enkele waarschuwing.

Uitspraak

Beslissing van 26 maart 2012

in de zaak B 172-2011

naar aanleiding van de klacht van:

 

A

 

klager

 

gemachtigde:  B

 

tegen:

C

 

verweerder

 

 

1                Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 15 september 2011, met kenmerk K, door de raad ontvangen op 16 september 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement D de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2         De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 6 februari 2012 in aanwezigheid van gemachtigde van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

 

2                FEITEN

2.1     Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2     Klager heeft verweerder op 18 januari 2011 verzocht hem rechtsbijstand te verlenen ter zake een geschil met een zorginstelling. Verweerder heeft op diezelfde dag contact gezocht met de wederpartij van klager. Per e-mail van 21 januari 2011 heeft hij klager medegedeeld dat, gelet op de ontvangen reactie van de wederpartij, een kort geding diende te worden aangespannen. Gemachtigde van klager heeft op 24 januari 2011 aan verweerder verzocht dit kort geding aanhangig te maken. Op 6 februari 2011 zond verweerder aan klager een concept van de dagvaarding. Op 15 februari 2011 zond klager zijn reactie op dit concept. Daarna heeft klager, ondanks zijn herhaaldelijke verzoeken daartoe, op respectievelijk 22 februari 2011, 11 maart 2011, 20 maart 2011 en 7 april 2011, niets meer van verweerder vernomen.

Op 12 mei 2011 heeft klager contact opgenomen met het Bureau van de Orde van Advocaten te D. Na contact met de stafjurist heeft verweerder toegezegd om nog diezelfde middag contact met klager op te nemen. Dit contact bleef echter uit. Bij e-mail van 13 mei 2011 heeft verweerder aan klager medegedeeld dat hij wegens persoonlijke omstandigheden niet in staat was geweest aan de zaak de nodige aandacht te besteden, dat hij bezig was de dagvaarding in overeenstemming met klagers instructies te wijzigen en dat hij hoopte uiterlijk op dinsdag daaropvolgend aan klager een aangepast concept te kunnen toezenden. Verweerder is deze toezegging niet nagekomen.

2.3         Bij brief van 3 juni 2011, met bijlagen, heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder .

 

3.              KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk                      verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:                                                 

verweerder zonder opgaaf van redenen het contact met [gemachtigde van] klager heeft verbroken, heeft nagelaten de dagvaarding in Kort Geding uit te brengen en klager informatie te verschaffen over de voortgang van de zaak ondanks herhaalde verzoeken daartoe.

 

4.              VERWEER

Verweerder erkent de klacht.

 

5.              BEOORDELING

                        De raad stelt voorop dat een advocaat gehouden is bij de aan hem toevertrouwde zaken de grootst mogelijke zorg te betrachten. Daaronder valt in ieder geval (I) het zorgvuldig en voorvarend behandelen van de hem opgedragen zaken en (II) de cliënt op de hoogte te brengen en houden van belangrijke informatie. Ook wanneer een advocaat wegens onvoorziene persoonlijke omstandigheden niet in staat is zijn werkzaamheden uit te voeren, dient hij ervoor zorg te dragen dat de praktijk wordt waargenomen.Door dat niet te doen, hetgeen verweerder in zijn brief van 27 juli 2011 ook met zoveel woorden erkent, is verweerder naar het oordeel van de raad in de jegens zijn cliënt te betrachten zorg te kort geschoten en heeft hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De klacht is derhalve gegrond.

 

  6.        MAATREGEL

Bij het bepalen van de op te leggen maatregel houdt de raad rekening met de door verweerder ter zitting nader toegelichte, onbetwiste, medische- en persoonlijke omstandigheden die aan verweerders handelen ten grondslag hebben gelegen en voorts met het feit dat verweerder  daarvoor zijn excuses aan klager heeft aangeboden. De raad zal derhalve volstaan met de maatregel van enkele waarschuwing.

 

7.           BESLISSING

De raad van discipline:

-  verklaart de klacht gegrond;

 

-  legt op de maatregel van enkele waarschuwing.

 

 

Aldus gewezen door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, mrs. P.J.W.M. Theunissen, L.W.M. Caudri, R.G.A.M. Theunissen, H.C.M. Schaeken, leden, bijgestaan door mr. A.M.T.A. Verhagen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 26 maart 2012.

griffier                                                                         voorzitter                                     

 

 

Deze beslissing is in afschrift op  27 maart 2012                

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-            klager

-            verweerder

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Breda

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-            verweerder

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.    Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.    Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl