Rechtspraak
Uitspraakdatum
03-12-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3657
Zaaknummer
H 77 - 2012
Inhoudsindicatie
Gehandeld in strijd met gedragsregel 15 door een drietal brieven aan de rechtbank te sturen, zonder daarvan aan advocaat van de wederpartij een afschrift toe te sturen. Gelet op het feit dat hij in zijn brieven een inhoudelijke beslissing uit het tussenvonnis ter discussie stelde, had het niet alleen op de weg van verweerder gelegen om gelijktijdig afschriften aan klaagster toe te sturenmaar tevens om vooraf overleg te voeren met klaagster.
Inhoudsindicatie
Klacht gegrond. Waarschuwing.
Uitspraak
Beslissing van 3 december 2012
in de zaak H77-2012
naar aanleiding van de klacht van:
A.
B.
klagers
tegen:
C.
verweerder
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief aan de raad van 7 maart 2012 heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement ’s-Hertogenbosch de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 8 oktober 2012 in aanwezigheid van mr. R., die namens klagers is verschenen en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van:
- De brief van de deken d.d. 7 maart 2012 en de daarbij gevoegde stukken.
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:
2.1 Verweerder is de advocaat van klager sub 2, die wordt bijgestaan door klaagster sub 1. Sinds vele jaren is een procedure aanhangig bij de rechtbank Roermond.
2.2 Op 6 oktober 2011 en 25 november 2011 heeft verweerder brieven gestuurd aan de rechtbank, met daarin de opmerking dat afschriften van de brieven werden verzonden aan klaagster sub 1, doch dat is niet gebeurd. Klaagster sub 1 heeft verweerder hierop aangesproken waarna hij de correspondentie alsnog aan deze klaagster toezond.
2.3 Op 12 januari 2012 heeft verweerder opnieuw een brief met bijlage gestuurd aan de rechtbank, met daarin de opmerking dat een afschrift van de brief zou worden verzonden aan klaagster sub 1, doch klaagster sub 1 heeft wederom geen afschrift ontvangen. Klaagster sub 1 heeft verweerder hierop wederom aangesproken waarna hij de correspondentie alsnog aanhaar toezond, aanvankelijk zonder de bijlage, later met de bijlage. De bijlage betrof een brief van de kinderen, voorzien van foto’s.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
1. verweerder de gedragsregels 1,15, 17, 30 en 33 overtreedt, want hij heeft op 6 oktober 2011, 25 november 2011 en op 12 januari 2012 in een procedure de rechtbank aangeschreven zonder aan klaagster een exemplaar van die brieven toe te zenden;
2. verweerder bij de brief van 12 januari 2012 een bijlage had gevoegd, die een ongeoorloofde beïnvloeding van de rechter inhield. De brief bevatte namelijk een brief van de kinderen met foto’s, waarin op een suggestieve manier op de zaak werd ingegaan.
4 VERWEER
4.1 Het is juist dat verweerder op 6 oktober 2011 en 25 november 2011 in een procedure de rechtbank heeft aangeschreven zonder aan klaagster een exemplaar van die brieven toe te zenden. Na ontvangst van de brief van 1 december 2011 vernam verweerder pas dat abusievelijk geen afschriften aan klaagster waren toegestuurd. Daarvoor heeft verweerder zijn excuses aangeboden. Op 12 januari 2012 heeft verweerder de rechtbank wederom aangeschreven. Ook in die brief is aangegeven dat klaagster een afschrift zou ontvangen. Dat is wederom niet gebeurd. Ook daarvoor biedt verweerder zijn excuses aan. Van bewuste overtreding van gedragsregel 15 is geen sprake. De cliënten van klaagster hebben voorts geen nadeel ondervonden. Bij brief van 12 januari 2012 heeft verweerder namens zijn cliënt aangegeven dat hij de deskundigenkosten niet kon betalen. De bij de brief gevoegde bijlage beslaat feitelijk zaken die reeds in de processtukken naar voren waren gebracht. Van een beïnvloeding van de rechtbank kan derhalve geen sprake zijn.
5 BEOORDELING
5.1 Gedragsregel 15 bepaalt dat het de advocaat niet geoorloofd is zich in een aanhangig geding anders dan tezamen met de advocaat der wederpartij tot de rechter aan wiens oordeel of de instantie aan wier oordeel de zaak is onderworpen te wenden, tenzij schriftelijk en met gelijktijdige toezending van een afschrift der mededeling aan de advocaat van de wederpartij en voorts zo tijdig dat die advocaat voldoende gelegenheid heeft om op de mededelingen te reageren. Nadat om een uitspraak is gevraagd, is het de advocaat niet geoorloofd zich zonder toestemming van de wederpartij tot de rechter te wenden. De raad zal de klacht met inachtneming van deze uitgangspunten beoordelen.
5.2 Verweerder heeft erkend dat hij een drietal brieven aan de rechtbank heeft gestuurd, zonder daarvan aan klaagster sub 1 een afschrift toe te sturen. De raad is van oordeel dat verweerder aldus heeft gehandeld in strijd met gedragsregel 15. Gelet op het feit dat hij in zijn brieven een inhoudelijke beslissing uit het tussenvonnis ter discussie stelde, had het niet alleen op de weg van verweerder gelegen om gelijktijdig afschriften aan klaagster toe te sturen,maar tevens om vooraf overleg te voeren met klaagster.
5.3 De raad is op basis van het bovenstaande van oordeel dat de klacht gegrond is.
6 MAATREGEL
6.1 De raad acht een enkele waarschuwing een passende maatregel.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart de klacht gegrond en legt ter zake aan verweerder op een enkele waarschuwing.
Aldus uitgesproken ter openbare zitting van 3 december 2012 door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, mrs. I.E.M. Sutorius, Th. Kremers , A.A. Freriks, H.C.M. Schaeken, leden, bijgestaan door mr. Th.H.G. van de Langenberg als griffier
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 4 december 2012
per aangetekende brief verzonden aan:
- klager s
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement ’s-Hertogenbosch
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- verweerder
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl