Rechtspraak
Uitspraakdatum
13-02-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2794
Zaaknummer
R. 3680/11.82a
Inhoudsindicatie
Verweerder heeft met klager een honorariumafspraak gemaakt. In strijd met deze honorariumafspraak heeft verweerder een hoger uurtarief in rekening gebracht aan de wederpartij in verband met het betalen van de proceskosten van de advocaat in het kader van een schadevergoedingsovereenkomst.
Inhoudsindicatie
Het feit dat verweerder het hanteren van een hoger en daarmee afwijkend uurtarief dan dat van klager zoals dat in rekening wordt gebracht bij de wederpartij, niet schriftelijk heeft bevestigd, wordt tuchtrechtelijk verwijtbaar geoordeeld.
Inhoudsindicatie
Het deel van de klacht dat ziet op het niet ontvangen hebben van kopieën van de aan de wederpartij toegezonden declaraties en de daarbij behorende urenspecificaties is eveneens gegrond.
Inhoudsindicatie
Volgt maatregel van enkele waarschuwing.
Uitspraak
PROCEDUREVERLOOP
1.1 Bij brief van 8 oktober 2010 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerder en een kantoorgenoot. Het door de Advocatenwet voorgeschreven onderzoek is verricht door de Deken van de Orde van Advocaten in het Arrondissement Dordrecht.
Het dossier is op 6 april 2011 bij de Raad binnengekomen.
1.2 De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet op het kantoor van de griffier ter inzage van partijen hebben gelegen.
1.3 De zaak is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 19 december 2011 waarbij klager met L, accountant te [plaatsnaam] en mevrouw E, tolk in de Engelse taal, alsmede verweerder en diens kantoorgenoot zijn verschenen.
FEITEN
2.1 Op 2 april 2009 heeft klager het kantoor van verweerder verzocht zijn belangen te behartigen in een procedure tegen de Staat.
2.2 De door klager aan het kantoor van verweerder verstrekte opdracht is bevestigd bij brief van 8 april 2009. In deze opdrachtbevestiging is onder meer meegedeeld dat indien de werkzaamheden niet op basis van de aan klager verstrekte toevoeging worden afgewikkeld het te hanteren uurtarief € 160,-- te vermeerderen met 6% kantoorkosten en 19% BTW bedraagt,.
2.3 Het kantoor van verweerder heeft de verrichte werkzaamheden aan de Staat in rekening gebracht bij facturen van 20 januari 2010, 12 mei 2010, 6 augustus 2010 en 2 september 2010. De werkzaamheden zijn in rekening gebracht op basis van een uurtarief van in eerste instantie € 220,-- en daarna € 240,-- exclusief BTW en exclusief 6% kantoorkosten.
2.4 Naar aanleiding van de door klager na 10 september 2010 geuite bezwaren, heeft het kantoor van verweerder de aan de Staat verzonden declaraties gecorrigeerd en is het overeengekomen uurtarief van € 160,-- gehanteerd.
2.5 Het dossier van klager is op verzoek van klager overgedragen aan een andere advocaat.
KLACHT
3.1 Klager verwijt - zakelijk weergegeven - verweerder dat:
a. in strijd met de met klager gemaakte afspraak de door verweerder en zijn kantoor verrichte werkzaamheden aan de Staat in rekening zijn gebracht tegen een uurtarief van € 240;
b. verweerder klager onvoldoende op de hoogte heeft gehouden in zijn zaak, door klager geen kopieën toe te sturen van de aan de Staat toegezonden declaraties en de daarbij behorende urenspecificaties.
VERWEER
4.1 Verweerder voert als verweer aan dat het zijn kantoor vrijstaat om een ander uurtarief te hanteren bij het factureren van de verrichte werkzaamheden aan de Staat dan het met klager afgesproken uurtarief. Het door verweerder gehanteerde uurtarief jegens de Staat is, gelet op hetgeen gebruikelijk als buitengerechtelijke kosten wordt gedeclareerd, redelijk. Klager was op de hoogte van het uurtarief dat gehanteerd werd jegens de Staat. Het uurtarief is onder meer opgenomen in de conceptdagvaarding die eind juli 2010 aan klager is toegestuurd. Daarenboven heeft verweerder steeds kopie van de correspondentie met en van de Staat ontvangen. Klager heeft weliswaar niet expliciet ingestemd met het wijzigen van de honoreringsafspraken, doch heeft dit impliciet gedaan door niet te reageren naar aanleiding van de aan hem toegestuurde correspondentie.
Verweerder heeft klager voldoende op de hoogte gesteld van de in diens zaak gevoerde correspondentie.
BEOORDELING VAN DE KLACHT
Ad klachtonderdeel a.
5.1 Vast staat dat verweerder met klager een uurtarief heeft afgesproken van
€ 160,--. Niet is komen vast te staan dat verweerder klager deugdelijk geïnformeerd heeft over de afwijkende manier van declareren aan de Staat en daarbij het hanteren van een hoger, en daarmee afwijkend, uurtarief dan dat klager in rekening zou worden gebracht. Ter zitting heeft verweerder erkend dat de afspraken niet aan klager zijn bevestigd. Het toezenden van een kopie van brieven aan de Staat zonder de facturen en bijbehorende urenspecificatie is onvoldoende om te kunnen aannemen dat verweerder klager deugdelijk geïnformeerd heeft. Hieruit kan evenmin volgen dat klager impliciet akkoord gegaan zou zijn met wijziging van de gemaakte honoreringsafspraken.
5.2 Het klachtonderdeel is in zoverre gegrond.
5.3 Klager heeft zijn stelling dat hij nadeel ondervonden heeft van het niet op de hoogte zijn van het gehanteerde hogere uurtarief niet nader onderbouwd. De Raad heeft ook overigens niet kunnen vaststellen dat klager hiervan enig nadeel ondervonden.
5.4 Het klachtonderdeel is in zoverre ongegrond.
Ad klachtonderdeel b.
5.5 Verweerder heeft erkend dat klager geen kopieën heeft ontvangen van de aan de Staat gezonden declaraties en de daarbij behorende urenspecificaties.
5.6 In zoverre is het klachtonderdeel gegrond.
5.7 Aan de hand van de stukken en het verhandelde ter zitting is niet komen vast te staan dat klager ook overigens niet, althans niet zorgvuldig, geïnformeerd zou zijn omtrent de met de Staat en de schaderegelaar gevoerde correspondentie.
5.8 Het klachtonderdeel is derhalve in zoverre ongegrond.
MAATREGEL
6.1 De Raad acht na te vermelden maatregel passend en geboden.
BESLISSING
7.1 De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:
verklaart klachtonderdeel a. deels gegrond;
verklaart klachtonderdeel b. deels gegrond;
verklaart de klachtonderdelen voor het overige ongegrond;
legt aan verweerder de maatregel op van enkele waarschuwing.
Aldus gewezen door mr. M.F. Baaij, voorzitter, mr. M. Aukema, mr. R. de Haan,mr. J.P. Heinrich, mr. H.E. Meerman, leden, in aanwezigheid van mr. A.H. van Haga, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 13 februari 2012.
griffier voorzitter
Van deze beslissing kan met inachtneming van art. 56 Advocatenwet binnen dertig dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.
De eerste dag van deze termijn van dertig dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiter¬lijk op de dertigste dag dient Uw appèlmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appèlmemorie maar om tijdige ontvangst door de griffie van het Hof van Discipline.
U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.
Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.
De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.
De appèlmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren tot 15.00 uur.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484608.
Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.
Voor het inwinnen van informatie: het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484607.