Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

11-06-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3139

Zaaknummer

R.3890/12.24

Inhoudsindicatie

Een advocaat behoort een uitdrukkelijke betalingstoezegging met betrekking tot een zakelijke, de praktijkvoering betreffende, schuld na te komen. Hiermee is verweerder in gebreke gebleven. De klacht is derhalve gegrond. Maatregel: enkele waarschuwing.

Uitspraak

 

1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de Raad van Discipline van 13 januari 2012 met kenmerk R 11/12/39, door de raad ontvangen op 16 januari 2012, heeft de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 16 april 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder. Verweerder werd ter zijde gestaan door mr. drs. R., advocaat te Rotterdam en tevens kantoorgenoot van verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

 

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 M. heeft in opdracht van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, waarvan verweerder enig aandeelhouder en bestuurder is, boekhoudkundige werkzaamheden verricht en een rapport opgesteld, welk rapport aan verweerder is verzonden.

2.3 M. heeft de werkzaamheden verricht tegen de met verweerder overeengekomen tarieven en is binnen de raming van de kosten gebleken.

2.4 Ondanks sommatie en/of aanmaning is verweerder niet tot betaling overgegaan van de declaratie van M., reden waarom M. verweerder in rechte heeft betrokken.

2.5 Bij vonnis van 3 september 2010 van de Rechtbank Rotterdam, sector kanton, locatie Rotterdam is verweerder, althans de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, waarvan verweerder enig aandeelhouder is, veroordeeld tot betaling van een openstaande nota voor verrichte werkzaamheden alsmede de proceskosten van M.

2.6 Verweerder heeft geen gevolg gegeven aan dit vonnis.

2.7 Bij brief van 25 februari 2011 heeft de toenmalige Rotterdamse deken verweerder gevraagd te reageren.

2.8 Bij brief van 1 maart 2011 heeft verweerder aangegeven een betalingsregeling voor te stellen aan M.

2.9 M. heeft vervolgens bij brief van 23 maart 2011 aan de toenmalige deken laten weten dat verweerder geen contact heeft opgenomen.

2.10 Bij brief van 24 maart 2011 heeft de toenmalige deken aan verweerder bevestigd dat een stafmedewerker van de deken telefonisch contact met verweerder heeft gehad, in welk onderhoud verweerder heeft toegezegd contact op te zullen nemen met M. voor het treffen van een betalingsregeling.

2.11 Bij brief van 22 april 2011 heeft M. laten weten dat verweerder nog steeds geen contact heeft opgenomen.

2.12 Bij brief van 27 april 2011 heeft de toenmalige deken verweerder gevraagd hierover opheldering te geven.

2.13 Bij brief van 13 mei 2011 is verweerder opnieuw om opheldering gevraagd.

2.14 Bij brief van 17 mei 2011 heeft M. laten weten dat zij inmiddels beslag heeft gelegd en aangegeven dat verweerder slechts nietszeggende beloftes doet.

2.15 Op 16 augustus 2011 hebben twee leden van de raad van toezicht een bezoek gebracht aan het kantoor van verweerder en is de kwestie met verweerder besproken. Verweerder heeft in dat gesprek aangegeven dat hij een betalingsregeling zou voorstellen aan M. en heeft deze toezegging herhaald op 22 september 2011.

2.16 Bij brief van 7 december 2011 heeft klager verweerder gerappelleerd en hem de gelegenheid gegeven binnen een week de vordering van M. te voldoen of een betalingsregeling aan te bieden, waarbij klager verweerder heeft bericht dat wanneer een reactie van zijn kant zou uitblijven, hij genoodzaakt zou zijn om ambtshalve te klagen.

2.17 Bij brief van 13 januari 2012 heeft klager een klacht tegen verweerder ingediend.

 

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.

3.2 Meer in het bijzonder verwijt klager verweerder dat hij halsstarrig weigert uitvoering te geven aan een vonnis met executoriale titel en diverse malen toezeggingen aan klager, de raad van toezicht en de wederpartij heeft gedaan om een betalingsregeling te treffen, doch deze tot heden niet is nagekomen.

 

4 VERWEER

4.1 Verweerder heeft gesteld dat hij mentaal geblokkeerd is om te betalen.

 

5 BEOORDELING

 5.1 Privé-gedragingen van een advocaat worden alleen dan van tuchtrechtelijk belang geoordeeld, wanneer er hetzij voldoende aanknopingspunten zijn met de praktijkuitoefening om tuchtrechtelijke maatstaven te laten gelden, hetzij de gedragingen voor een advocaat in het licht van zijn beroepsuitoefening absoluut ongeoorloofd moeten worden geacht.

 5.2 In dat verband vindt de raad het allereerst relevant dat verweerder meerdere malen door klager dan wel leden van de raad van toezicht is benaderd en verweerder daarbij niet betwist de stelling van klager dat hij meerdere malen toezeggingen tot betaling aan M. aan leden van de raad van toezicht en klager heeft gedaan. In ieder geval stelt de raad vast dat uit de brief van 24 maart 2011 volgt dat verweerder een dergelijke betalingstoezegging heeft gedaan. Voorts acht de raad het relevant dat uit het vonnis van 3 september 2010 van de rechtbank Rotterdam volgt dat de onbetaalde vordering betrekking heeft op werkzaamheden in het kader van een onderzoek naar de derdengeldenrekening zodat er voldoende aanknopingspunten zijn met de praktijkuitoefening van verweerder en de tuchtrechtelijke maatstaven hier gelding hebben. Een advocaat behoort een uitdrukkelijke betalingstoezegging met betrekking  tot een zakelijke, de praktijkvoering betreffende schuld na te komen. Hierbij is verweerder is gebreke gebleven. De klacht is derhalve gegrond.

 

6 MAATREGEL

 Gelet op de aard en de ernst van de begane overtreding acht de raad de maatregel van een enkele waarschuwing passend en geboden.

 

7 BESLISSING

De Raad van Discipline acht de klacht gegrond onder oplegging van de maatregel van een enkele waarschuwing aan verweerder.

 

Aldus gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter, mrs. W.P,. Brussaard, L.P.M. Eenens, P.C.M. van Schijndel, A.J.N. van Stigt, leden, bijgestaan door mr. M. Boender-Radder als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 11 juni 2012.

griffier voorzitter                     

 

Deze beslissing is in afschrift op 13 juni 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl