Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

26-11-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3523

Zaaknummer

H 104 - 2012

Inhoudsindicatie

Bij beroepschrift behorende producties te laat aangeleverd. Misleidende informatie daarover verschaft aan cliënten, wederpartij en klagers. Verweerster heeft noch ter zitting noch voorafgaand aan de zitting aannemelijk gemaakt dat haar gedragingen een direct gevolg waren van medicijngebruik. Wat hiervan ook moge zijn, ook indien het gedrag van verweerster een direct gevolg zou zijn geweest van medicijngebruik, zou dat niet hebben afgedaan aan het tuchtrechtelijk verwijtbare karakter daarvan.

Inhoudsindicatie

Klacht gegrond; berisping

Inhoudsindicatie

 

Uitspraak

Beslissing van 26 november 2012

in de zaak H 104-2012

 

naar aanleiding van de klacht van:

1.      A.

2.      B.

 

klagers

 

gemachtigde:

C.

 

tegen:

 

 

D.

 

                                        verweerster

 

 

1                Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 29 maart 2012 met kenmerk 20120102K, door de raad ontvangen op 30 maart 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement ‘s-Hertogenbosch de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2         De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 1 oktober 2012 in aanwezigheid van klagers, vergezeld door een tolk, de gemachtigde van klagers en verweerster . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3          De raad heeft kennis genomen van:

-       de brief van de deken van 29 maart 2012, met bijlagen.

 

 

2                FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

 

2.1         Verweerster heeft klagers in een asielprocedure bijgestaan  in de beroepsprocedure bij de rechtbank tegen de beslissing van de X.

 

2.2         Verweerster heeft op 25 mei 2010 beroep ingesteld tegen de besluiten van 29 april 2010 (10/18661 en 10/18667) waarbij verblijfsvergunningen voor bepaalde tijd asiel van klagers werden ingetrokken.

 

Verweerster heeft op 10 april 2011 beroep ingesteld tegen de besluiten van 15 maart 2011 (11/12346 en 11/12384) waarbij de aanvragen van klagers voor een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd zijn afgewezen.

 

2.3         Verweerster heeft op 8 juli 2011 nadere gronden van beroep ingediend bij de X. Verweerster heeft verzuimd de bij het beroepschrift behorende producties hierbij te voegen. Verweerster heeft de producties op 3 november 2011 aan de X nagezonden.

 

2.4         Bij brief van de griffier van 30 september 2011 zijn klagers opgeroepen voor de zitting van de rechtbank van 15 november 2011. In de oproepingsbrief stond onder meer het volgende: “(….) Deze zitting is op dinsdag 15 november 2011 om 12.20 uur in Haarlem, Stationsplein 80. (…)”

 

2.5         Verweerster heeft op 4 november 2011 om aanhouding van de behandeling van het beroep op 15 november 2011 verzocht. Verweerster gaf in deze brief een onjuiste verklaring voor de (te) late toezending van de bij het beroepschrift behorende producties. De X heeft inhoudelijk gereageerd op het verzoek om aanhouding van verweerster, waarna dit verzoek werd afgewezen.

 

2.6         Op 15 november 2011 heeft de mondelinge behandeling van het beroep plaatsgevonden. Verweerster is te laat ter zitting verschenen. Verweerster had zich aanvankelijk bij de verkeerde locatie van de rechtbank gemeld. De rechtbank heeft gewacht op de komst van verweerster, zodat de zitting in aanwezigheid van klagers en verweerster heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft de beroepen bij beslissing van 30 december 2011 ongegrond verklaard.

 

3                klacht

3.1         De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

 

1.      verweerster, ondanks herhaalde verzoeken van klagers, pas na de zitting van de rechtbank kopieën van de stukken aan klagers heeft toegestuurd;

2.      verweerster meerdere zittingen heeft afgezegd en uiteindelijk 30 minuten te laat op de zitting is verschenen;

3.      verweerster belangrijke documenten te laat naar de wederpartij (X) heeft gestuurd;

4.      verweerster klagers thuis heeft bezocht en een onwaar verhaal heeft verteld over het te laat opsturen van stukken, welk verhaal zij ook aan de rechtbank en de X heeft verteld. Verweerster heeft er daarbij bij klagers op aangedrongen om geen klacht tegen haar in te dienen.

1.1                         3.2         Als gevolg van het handelen van verweerster heeft de rechtbank het beroep van klagers ongegrond verklaard, waardoor zij alles wat zij hadden opgebouwd zijn kwijtgeraakt en een nieuwe asielprocedure moeten starten.      

 

4                VERWEER

4.1         Verweerster had in de hoger- beroepsprocedure abusievelijk noch de originele documenten, noch kopieën daarvan met de beroepsgronden meegezonden. Verweerster ontdekte dit pas kort voor de zitting. Verweerster heeft de documenten toen alsnog naar de rechtbank en de wederpartij verzonden. Dit was meer dan tien dagen voor de zitting, maar wel zodanig laat dat dit gevolgen had kunnen hebben voor de kans van slagen van het beroep. Verweerster heeft dit pas een dag voor de zitting aan klagers medegedeeld en hen voor wat betreft de late verzending een onjuiste voorstelling van zaken gegeven. Verweerster heeft deze onjuiste voorstelling van zaken ook in het aanhoudingsverzoek aan de rechtbank en aan de wederpartij vermeld.

4.2         Het is juist dat verweerster om aanhouding van de zitting heeft verzocht - welk verzoek is gehonoreerd - en op de uiteindelijke zitting te laat is verschenen. Verweerster betwist dat zij onvoorbereid was.

4.3         Verweerster heeft wel een kopie van het pro forma beroepsschrift aan klagers toegezonden. Zij heeft abusievelijk verzuimd een kopie van de ingediende nadere gronden aan klagers toe te zenden. Verweerster heeft het aanhoudingsverzoek, de begeleidende brief bij de documenten en het verweerschrift van de X ná de zitting van 15 november 2011 aan klagers toegestuurd.

4.4         Enige weken na de zitting is gebleken dat verweerster ten gevolge van het gebruik van een medicijn psychische klachten had. De onjuiste voorstelling van zaken is als gevolg daarvan tot stand gekomen.

4.5         Uit de uitspraak van de rechtbank blijkt dat noch de rechtbank, noch de X consequenties hebben verbonden aan de late toezending en dat het beroep op andere gronden ongegrond is verklaard.

 

5                BEOORDELING

5.1         Als door verweerster erkend staat vast dat zij het aanhoudingsverzoek, de begeleidende brief bij de documenten en het verweerschrift van de X ná de zitting van de rechtbank van 15 november 2011 aan klagers heeft toegestuurd. Het eerste onderdeel van de klacht is derhalve gegrond.

5.2         Uit de aan de raad overgelegde stukken en uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, is gebleken dat de eerste zitting op verzoek van verweerster, wegens een ziekenhuisopname van haar dochter, is aangehouden. Klagers hebben ter zitting verklaard dat hierover overleg met hen had plaatsgevonden. Vast is komen te staan dat verweerster ter zitting van 15 november 2011 te laat is verschenen, omdat zij zich bij de verkeerde locatie had gemeld. Een advocaat dient zich van te voren te vergewissen bij welke locatie zij wordt verwacht en dient vervolgens tijdig voor de zitting te verschijnen. Verweerster heeft derhalve niet zorgvuldig gehandeld door zich bij de verkeerde locatie te melden. Dit geldt temeer waar in de oproepingsbrief duidelijk stond vermeld bij welke locatie verweerster werd verwacht. Niet is komen vast te staan dat verweerster onvoorbereid ter zitting is verschenen. De raad zal het tweede klachtonderdeel gegrond verklaren, voor zover dit betrekking heeft op het te laat ter zitting verschijnen door verweerster.

5.3         Als door verweerster erkend staat vast dat verweerster de bij het beroep behorende producties te laat naar de wederpartij (X) heeft gestuurd. Ten gevolge hiervan heeft de X pas kort voor de zitting inhoudelijk gereageerd, welke reactie door verweerster niet meer aan klagers is toegezonden. Verweerster heeft aldus niet gehandeld zoals van een behoorlijk handelend advocaat mag worden verwacht. Het derde klachtonderdeel zal eveneens gegrond worden verklaard.

5.4         Verweerster heeft voorts erkend dat zij als verklaring voor de te late toezending van de producties onjuiste informatie aan klagers, de rechtbank en de wederpartij heeft gegeven. Verweerster stelt dat haar gedrag een direct gevolg was van medicijngebruik op dat moment. Klagers hebben de door verweerster aangevoerde medische gesteldheid ter zitting betwist. Verweerster heeft vervolgens ter zitting aangeboden hierover een verklaring van haar behandelend arts aan de raad te doen toekomen. Verweerster is bij brief van 13 augustus 2012 opgeroepen voor de zitting van 1 oktober 2012 en bij voormelde brief in de gelegenheid gesteld om tot uiterlijk 14 dagen voor de zitting nadere stukken over te leggen. Door verweerster zijn geen feiten of omstandigheden naar voren gebracht die de raad tot het oordeel brengen dat verweerster zou moeten worden toegestaan om nog na de zitting stukken aan de raad over te leggen.

5.5         Verweerster heeft noch ter zitting noch voorafgaand aan de zitting aannemelijk gemaakt dat haar gedragingen een direct gevolg waren van medicijngebruik. Wat hiervan ook zij, ook indien het gedrag van verweerster een direct gevolg zou zijn geweest van medicijngebruik, zou dat niet hebben afgedaan aan het tuchtrechtelijk verwijtbare karakter daarvan. De raad zal het vierde onderdeel van de klacht eveneens gegrond verklaren.

 

6                MAATREGEL

6.1         Vast staat dat verweerster aan zowel klagers als de X en de rechtbank te laat stukken heeft gezonden en daarvoor een onjuiste verklaring heeft gegeven. Met name door dit verschaffen van misleidende informatie aan cliënten en aan derden wordt het vertrouwen in de advocatuur geschaad. Dit valt verweerster dan ook tuchtrechtelijk ernstig aan te rekenen.

6.2         Uit de aan de raad overgelegde stukken en uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, is de raad gebleken dat verweerster zich hiervan achteraf terdege bewust is. Verweerster heeft ook excuses voor haar gedrag aangeboden. Op grond hiervan is de raad van oordeel dat kan worden volstaan met het opleggen van de maatregel berisping.

 

7        BESLISSING

 

De raad van discipline:

 

verklaart de klachtonderdelen 1,3 en 4  gegrond;

verklaart klachtonderdeel 2 gegrond voor zover dit betrekking heeft op het te laat ter zitting verschijnen door verweerster, en voor het overige ongegrond;

legt ter zake aan verweerster op de maatregel van berisping.

 

 

Aldus gegeven door mr. E.P. van Unen, voorzitter, en mrs. E.P.C.M. Teeuwen, A.L.W.G. Houtakkers, P.A.M. van Hoef en J.D.E. van den Heuvel, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 26 november 2012 .

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                     

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 27 november 2012

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-            klager

-            verweerder

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement ‘s-Hertogenbosch

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

 

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-            verweerder

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Voor zover de klacht ongegrond is verklaard kan bij het Hof van Discipline tevens hoger beroep worden ingesteld door:

-      klagers

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement ’s-Hertogenbosch

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

 

a.    Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

 

b.    Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

 

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

 

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl