Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

05-11-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3893

Zaaknummer

R. 3935/12.69

Inhoudsindicatie

Klacht betreffende het optreden van verweerster als advocaat van klagers wederpartij. Verweerster heeft een alimentatieverzoek bij de rechtbank ingediend, dat is gevolgd door een beschikking van de rechtbank. Verweerster heeft de beschikking aan de deurwaarder gestuurd met uitsluitend het verzoek de beschikking te betekenen. De deurwaarder heeft een fout gemaakt en een veronderstelde achterstand in betalingen – die er niet was – in het betekeningsexploot verwerkt. Klacht dat verweerster haar macht als advocaat heeft misbruikt door de deurwaarder in te schakelen en een niet bestaande vordering te laten opnemen in het exploot van betekening en bevel. Verweerster heeft de deurwaarder niet onjuist geïnformeerd. Zij heeft geen opdracht gegeven bevel tot betaling te doen dan wel een bedrag te incasseren. De door de advocaat te betrachten zorgvuldigheid gaat niet zover dat hij een door de deurwaarder uit te brengen betekeningsexploot vooraf op juistheid dient te controleren. De advocaat mag afgaan op de door hem verstrekte opdracht.

Inhoudsindicatie

Klacht kennelijk ongegrond. Verzet ongegrond.

Uitspraak

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de Raad van Discipline van 7 maart 2012, door de raad ontvangen op 8 maart 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    Bij beslissing van 30 maart 2012 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen, welke beslissing op 2 april 2012 aan partijen is verzonden.

1.3    Bij brief van 12 april 2012, door de raad ontvangen op 13 april 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 24 september 2012 in aanwezigheid van klager en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5    De raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

 

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de vaststaande feiten uitgegaan die de plaatsvervangend voorzitter heeft vermeld in de bestreden beslissing onder nummer 1.

2.2    De deurwaarder heeft klager in het betekeningsexploot abusievelijk gesommeerd tot betaling van een bedrag van € 3.000,00 plus rente en kosten. Klager had de alimentatie van € 150,00 per maand met ingang van 1 april 2010 betaald.

2.3    Bij brief van 30 november 2011 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerster.

 

3    KLACHT EN VERZET

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.

3.2    Klager verwijt verweerster meer in het bijzonder dat zij haar macht als advocaat heeft misbruikt door de gerechtsdeurwaarder in te schakelen en een niet bestaande vordering op te laten nemen in het exploot van betekening en bevel althans verweerster heeft nagelaten te verifiëren of er sprake was van een achterstand in de betalingen. Klager is van mening dat sprake is van oplichting en smaad.

3.3    In het verzet heeft klager zijn bezwaar tegen het handelen van verweerster gehandhaafd. Klager is van mening dat verweerster zich vooraf had moeten vergewissen of het betekeningsexploot in orde was en de deurwaarder duidelijk had moeten instrueren.

 

4    VERWEER

4.1    Verweerster heeft zich tegen de klacht verweerd, op welk verweer de raad hierna waar nodig zal ingaan.

 

5    BEOORDELING

5.1    De raad verenigt zich met het uitgangspunt voor de beoordeling van de klacht, zoals de plaatsvervangend voorzitter dit onder nummer 3.1 van de bestreden beslissing heeft vermeld.

5.2    De behandeling van het verzet heeft niet geleid tot andere conclusies ten aanzien van de klacht dan die van de plaatsvervangend voorzitter. De door de advocaat te betrachten zorgvuldigheid gaat niet zover dat hij een door de deurwaarder uit te brengen betekeningsexploot vooraf op juistheid dient te controleren. De advocaat mag afgaan op de door hem verstrekte opdracht. In dit geval was de opdracht uitsluitend om de beschikking te betekenen. Daarbij komt dat verweerster de fout heeft rechtgezet zodra zij er kennis van had genomen.

5.3    De raad verenigt zich gezien het voorgaande met de beoordeling van de klacht door de plaatsvervangend voorzitter en maakt die tot de zijne.

Dit brengt mee dat het verzet ongegrond is.

 

6    BESLISSING

De Raad van Discipline verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voorzitter, mrs. W.J. Hengeveld, P.J.E.M. Nuiten, G.J. Schipper en C.A. de Weerdt, leden, bijgestaan door mr. P. Rijpstra als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 5 november 2012.

griffier    voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 7 november 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.