Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

06-08-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA3075

Zaaknummer

12-050H

Inhoudsindicatie

 Verzetzaak. Klacht tegen eigen advocaat. Eigen verantwoordelijkheid. Verzet ongegrond.

Uitspraak

 

Beslissing van 6 augustus 2012

in de zaak 12-050H    

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 20 maart 2012 op de klacht van:

 

de heer en mevrouw

klagers

tegen:

 

 mr.

 advocaat te

 

 verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 21 februari 2012 met kenmerk td/md/351, door de raad ontvangen op 23 februari 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Haarlem de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 20 maart 2012 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 20 maart 2012 is verzonden aan klagers.

1.3 Bij brief van 30 maart 2012 door de raad ontvangen op 3 april 2012, hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 4 juni 2012 in aanwezigheid van verweerder, zijn kantoorgenoot mr. W en klagers. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van:

- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop

 de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

- het verzetschrift van 30 maart 2012.

 

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

2.2 In het verzetschrift wijzen klagers er wél op dat in de beslissing van de voorzitter onder de vaststaande feiten niet is vermeld dat verweerder hun zaak heeft gesloten in overleg met DAS Rechtsbijstand. Voorts wijzen klagers er op dat onvermeld is gebleven dat zij een “second opinion” hebben gekregen en verweerder in een andere zaak tegen klagers heeft opgetreden. Deze feiten zijn echter voor de beslissing - waarvoor ten aanzien van mogelijke conflicterend belang geldt dat dit geen onderdeel van de oorspronkelijke klacht uitmaakt - niet van belang en behoefden derhalve niet in de uitspraak te worden vermeld.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, afgezien van het bovenstaande en zakelijk weergegeven, het volgende in. De voorzitter heeft miskend dat verweerder niet (voldoende) duidelijk heeft gemaakt dat er geen aansprakelijkstelling zou worden verzonden. Dat de brief waarin klagers daarover bij DAS Rechtsbijstand hun beklag doen niet ook aan verweerder is gestuurd, zou daarbij geen verschil moeten maken, nu DAS Rechtsbijstand en verweerder contact met elkaar onderhielden. Dat verweerder in de zaak waarin klagers de tegenpartij van zijn cliënt waren juist wel alles uit de kast heeft gehaald, bevestigt dat hij bij de zaak van klagers te lichtvoetig tot sluiting van het dossier is overgegaan.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klagers aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klagers tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

 

  BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. mr. H. Brouwer, voorzitter, mrs. L.D.H. Hamer, M. Pannevis, J.H.P. Smeets en J.J. Trap, leden, bijgestaan door mr. R.N.E. Visser als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 6 augustus 2012.

griffier   voorzitter                     

Deze beslissing is in afschrift op 6 augustus 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

- klagers

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Haarlem

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.