Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

07-08-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA3094

Zaaknummer

12-216Alk

Inhoudsindicatie

Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Niet is gebleken dat de door verweerster als productie ingebrachte documenten zijn vervalst. Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 7 augustus 2012

in de zaak 12-216Alk

naar aanleiding van de klacht van:

de heer

klager

tegen:

mevrouw mr.

advocaat te ,

verweerster

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Alkmaar van 16 juli 2012 met kenmerk 2012.012-K, door de raad ontvangen op 19 juli 2012, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

Verweerster treedt op als advocaat voor de heer en mevrouw W in een procedure die klager jegens hen voert. Klager heeft de heer en mevrouw W gedagvaard voor de Rechtbank Alkmaar en een verklaring voor recht gevorderd dat klager de enige erfgenaam van mevrouw B (hierna "erflaatster") is.

In voormelde procedure heeft verweerster namens de heer en mevrouw W een verklaring van erfrecht als productie overgelegd, welke verklaring is voorzien van een notarieel stempel en handtekening. Uit die verklaring blijkt dat de heer en mevrouw W de (enige) erfgenamen van erflaatster zijn.

Bij vonnis van 20 juli 2011 heeft de Rechtbank Alkmaar de vorderingen van klager afgewezen en voor recht verklaard dat de heer en mevrouw W de enige erfgenamen van erflaatster zijn. Klager heeft van voormeld vonnis hoger beroep ingesteld, welk hoger beroep thans aanhangig is bij het Gerechtshof te Amsterdam.

Verweerster heeft in het hoger beroep een brief van notaris M van 6 februari 2012 overgelegd, waarin laatstgenoemde aan verweerster heeft geschreven dat het feit dat hij aan klager een kopie van het testament van erflaatster heeft verstrekt, geenszins inhoudt dat klager erfgenaam zou zijn van erflaatster.

Bij brief van 22 maart 2012 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerster.

KLACHT

Klager verwijt verweerster dat zij documenten in de procedure heeft ingebracht die als vals moeten worden aangemerkt. Hiermee heeft verweerster gegevens verstrekt waarvan zij weet, althans behoort te weten, dat deze onjuist zijn (artikel 30 van de Gedragsregels).

VERWEER

Verweerster acht de klacht ongegrond. Zij heeft bevestigd dat haar cliënten, de heer en mevrouw W, door klager zijn gedagvaard voor de Rechtbank Alkmaar. Verweerster betwist echter dat de stukken die zij als productie heeft ingebracht, zouden zijn vervalst. Voor de echtheid van de verklaring van erfrecht verwijst verweerster naar het stempel en de handtekening van een notaris op het stuk. Bovendien ontkent verweerster valse of vervalste brieven van notaris M in het geding te hebben gebracht.

BEOORDELING

De voorzitter stelt voorop dat, nu de klacht is gericht tegen de advocaat van klagers wederpartij, heeft te gelden de door het hof van discipline – de hoogste instantie in het advocatentuchtrecht – gehanteerde maatstaf dat de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goeddunkt.

Bedoelde vrijheid is echter niet onbegrensd. Deze kan onder meer worden ingeperkt, indien de advocaat (1) zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij, (2) feiten poneert waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat zij in strijd met de waarheid zijn, of indien (3) de advocaat (anderszins) bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend. Met betrekking tot de onder (2) genoemde beperking moet voorts in het oog worden gehouden dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid van dat feitenmateriaal en slechts in uitzonderingsgevallen is gehouden de juistheid daarvan te verifiëren. De voorzitter zal het optreden van verweerster derhalve aan de hand van deze maatstaf beoordelen.

Klager verwijt verweerster dat zij in de procedure tussen klager en de heer en mevrouw W gegevens heeft verstrekt waarvan zij weet, althans behoort te weten, dat deze onjuist zijn. Het is de voorzitter echter uit de hem ter beschikking staande stukken niet gebleken dat de door verweerster in de procedure ingebrachte stukken zouden zijn vervalst. Klager heeft slechts gesteld dat de verklaring van erfrecht en de brief van notaris M zouden zijn vervalst, maar heeft dat niet (nader) onderbouwd noch met bewijsstukken aannemelijk gemaakt.

Voor zover het gaat om een uitleg van het testament van erflaatster, is dit aan het oordeel van de (civiele) rechter. De voorzitter heeft uit de klachtbrief van klager opgemaakt dat klager ook aan de rechter kenbaar heeft gemaakt dat naar zijn mening sprake is van vervalste documenten. De rechter heeft voormelde stelling van klager echter terzijde geschoven. Nu niet is gebleken dat de door verweerster als producties overgelegde verklaring van erfrecht en de door notaris M geformuleerde brief zijn vervalst, laat staan dat dit aan verweerster bekend was, is de klacht kennelijk ongegrond.

BESLISSING

De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, met bijstand van mr. E.J.M. van Rijckevorsel-Teeuwen als griffier op 7 augustus 2012.

griffier                                                                         voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 7 augustus 2012 per aangetekende post verzonden aan:

- klager

en per gewone post aan:

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Alkmaar.

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klagers en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam, Postbus 75265, 1070 AG Amsterdam (fax: 020-7954275). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge¬lijk.