Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

16-01-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2413

Zaaknummer

R. 3687/11.89

Inhoudsindicatie

Verweerder heeft een gemotiveerde beslissing genomen op het verzoek van klager ex artikel 13 Advocatenwet. Een beklag tegen een dergelijke beslissing dient aan het Hof van Discipline te worden voorgelegd.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Verzet ongegrond.

Uitspraak

 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij e-mailbericht van 27 september 2010 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerder. Het door de Advocatenwet voorgeschreven onderzoek is verricht door de Deken van de Orde van Advocaten in Dordrecht. Het dossier is op 15 april 2011 ontvangen door de Raad.

1.2 Bij beslissing van 10 mei 2011 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de Raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard. De beslissing is aan partijen verzonden op 12 mei 2011.

1.3 Bij e-mailbericht van 26 mei 2011 heeft klager verzet aangetekend tegen voormelde beslissing.

1.4 De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet, ten kantore van de griffier, ter inzage hebben gelegen.

1.5 Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 14 november 2011. Ter zitting is klager, vergezeld van een tolk, verschenen. Verweerder is eveneens verschenen.

 

2. DE KLACHT EN HET VERZET

De klacht

Klager verwijt verweerder dat hij weigert hem een advocaat toe te wijzen en derhalve niet al zijn werkzaamheden als deken ten opzichte van klager wil verrichten. Volgens klager is verweerder alleen uit op het aanzien van het deken zijn en wenst verweerder niet de werkzaamheden die hieraan verbonden zijn te verrichten.

De gronden van het verzet

Klager heeft geen gronden voor zijn verzet aangevoerd anders dan een herhaling dan wel uitwerking van hetgeen hij in zijn klacht heeft gesteld.

 

3. VERWEER

Verweerder heeft tot zijn verweer aangevoerd dat hij een gemotiveerde beslissing heeft genomen op een verzoek ex artikel 13 Advocatenwet, hetgeen niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Verweerder heeft voorts gesteld dat klager zijn beklag tegen voornoemde beslissing kan doen bij het Hof van Discipline.

 

4. BEOORDELING VAN HET VERZET

De door klager in het verzet aangevoerde gronden zijn deels een herhaling en deels een uitwerking van de klachten zoals deze reeds door de plaatsvervangend voorzitter zijn beoordeeld. De Raad onderschrijft de visie van de plaatsvervangend voorzitter en maakt deze tot de zijne. Het verzet is derhalve ongegrond.

 

5. BESLISSING

De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:

 verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter, mr. W.P. Brussaard, mr. L.P.M. Eenens, mr. P.C.M. van Schijndel, mr. A.J.N. van Stigt, leden, en mr. M. Boender-Radder, griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 16 januari 2012

 

griffier