Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

02-04-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3132

Zaaknummer

R.3694/11.96

Inhoudsindicatie

Klager klaagt over de bijstand van verweerster aan zijn dochter. In beginsel kan slechts de dochter zelf daarover klagen. Gesteld noch gebleken is dat zich op die regel een uitzondering voordoet. Klager is niet-ontvankelijk. Ten overvloede overweegt de Raad dat voorzover klager wel ontvankelijk zou zijn, de klacht ongegrond is omdat de geheimhoudingsverplichting aan het afgeven door verweerster van het dossier aan derden in de weg staat.

Inhoudsindicatie

 

Uitspraak

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 21 april 2011 met kenmerk R 10/11/64, door de raad ontvangen op 26 april 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 30 januari 2012 buiten aanwezigheid van klager en in aanwezigheid van verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

 

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1 Klager is de vader van mevrouw G. Mevrouw G. heeft de diagnose schizofreen gekregen en is met tussenpozen in een gesloten afdeling geplaatst. Verweerster is als raadsvrouw van mevrouw G. opgetreden.

2.2 Bij e-mailbericht van 10 januari 2011 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerster.

2.3 Bij brief van 3 maart 2011 heeft de deken zijn visie op de klacht aan klager en verweerster kenbaar gemaakt.

 

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.

3.2 Meer in het bijzonder verwijt klager verweerster dat mevrouw G. ten onrechte schizofreen is verklaard, met tussenpozen is opgepakt, in een gesloten afdeling is geplaatst en onder dwang is ingespoten. Verweerster heeft daar nimmer bezwaar tegen gemaakt en weigert ook het dossier aan klager af te geven.

 

4 VERWEER

4.1 Verweerster is van mening dat klager niet tegen haar kan klagen over haar optreden als advocaat van mevrouw G.

 

5 BEOORDELING

5.1 Verweerster is als advocaat toegevoegd aan mevrouw G. Mevrouw G. is dus haar cliënte. In beginsel kan slechts haar cliënte over de bijstand van verweerster klagen. Gesteld noch gebleken is dat zich hier een uitzondering op die regel voordoet. Klager is om die reden in zoverre niet-ontvankelijk in zijn klacht.

5.2 Een advocaat is verplicht tot geheimhouding. Hij/zij moet zwijgen over bijzonderheden van door hem of haar behandelde zaken, de persoon van zijn/haar cliënt en de aard en omvang van diens belangen. Deze geheimhoudingsverplichting staat aan het afgeven van het dossier aan derden in de weg. Voorzover klager in dit klachtonderdeel al zou kunnen worden ontvangen, is dat klachtonderdeel derhalve ongegrond.

 

6 BESLISSING

De raad van discipline:

- wijst de klacht als niet-ontvankelijk althans ongegrond af.

 

Aldus gewezen door mr. jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voorzitter, mrs. W.J. Hengeveld, P.J.E.M. Nuiten, G.J. Schipper, C.A. de Weerdt, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 2 april 2012.

griffier voorzitter                     

Deze beslissing is in afschrift op 3 april 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerster

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl