Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

05-11-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3453

Zaaknummer

H189-2011

Inhoudsindicatie

Een advocaat kan geen gefundeerd advies geven, indien het voor hem niet mogelijk is om te beschikken over de benodigde gegevens. Een advocaat is niet gehouden een in zijn ogen kansloze procedure te voeren. Het staat de cliënt vrij zich bij dit advies neer te leggen, dan wel zich tot een andere advocaat te wenden. Verweerder heeft zich na de aangehouden eerste mondelinge behandeling alsnog in hoge mate ingespannen om klager te adviseren.

Inhoudsindicatie

Verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 5 november 2012

in de zaak H 189 - 2011

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 9 november 2011 op de klacht van: :

 

de heer J.

 

klager

 

tegen:

mr. G.

 

                                        verweerder

 

1                Verloop van de procedure

 

1.1         Bij brief aan de raad van 12 oktober 2012 met kenmerk 201101108K , door de raad ontvangen op 13 oktober 2011 , heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement S de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2         Bij beslissing van 9 november 2011 heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen, welke beslissing op 17 november 2011 is verzonden aan klager.

1.3         Bij brief van 17 november 2011, door de raad ontvangen op 21 november 2011 , heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4         Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 13 februari 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt. De raad heeft ter zitting de mondelinge behandeling aangehouden tot 2 april 2012. Vervolgens heeft de raad de mondelinge behandeling op verzoek van klager bij brief van 16 maart 2012 voor onbepaalde tijd aangehouden. Klager heeft bij brieven van 18 en 22 juni 2012 verzocht de behandeling van de klachtzaak voort te zetten, waarna partijen werden opgeroepen voor de mondelinge behandeling van 17 september 2012, waar beiden opnieuw zijn verschenen.

1.5         De raad heeft kennisgenomen van:

-                               de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop

                 de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

-                               het verzetschrift van klager d.d.17 november 2011 ;

-                               de brief van klager van 10 maart 2012;

-                               de brief van partijen van 16 maart 2012;

-                               de brief van klager van 18 juni 2012

-                               de brief van klager van 22 juni 2012

-                               de brief van klager van 24 augustus 2012

-                               de brief van verweerder van 30 augustus 2012

 

 

2                FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende vaststaande uitgegaan:

2.1         De feiten zoals door de voorzitter verwoord staan vast, aangezien  het verzet hiertegen niet was gericht.

2.2         De behandeling van het verzet is aangehouden omdat partijen tijdens de eerste mondelinge behandeling zijn overeengekomen dat verweerder zijn werk in de pensioenzaak van klager zou voortzetten.

2.3     Bij brieven van 18 en 22 juni 2012 heeft klager om voortzetting van de behandeling verzocht. Klager handhaaft zijn klacht en voegt hieraan toe dat afgesproken was dat verweerder onderzoek zou doen naar de voortzetting van de pensioenverzekering van klager bij B die ten onrechte niet in zijn pensioenoverzicht was verwerkt, en naar de opbouw van zijn pensioen bij M, en dat verweerder nu ontkent dat hij dit heeft afgesproken en dat verweerder dus een leugenaar is.

 

3                klacht en verzet

3.1         De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.      verweerder klager aan het lijntje heeft gehouden en geen hulp heeft geboden, terwijl klager wel twee keer naar S moest komen en een eigen bijdrage heeft moeten betalen;

2.      verweerder geen rechtszaak heeft aangespannen tegen de verschillende pensioenfondsen, zoals door hem was toegezegd, maar de zaak heeft neergelegd;

3.      verweerder klager nooit terugbelde en klager geen (duidelijk) antwoord kreeg op vragen;

4.      een juridisch medewerker van het kantoor van verweerder klager telefonisch intimiderend en grof bejegend heeft.

 

3.2     Het verzet houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder ten onrechte heeft geconcludeerd dat de zaak van klager is verjaard. Verweerder heeft zich onvoldoende voor klager ingespannen om ervoor te zorgen dat klager de pensioenaanspraken krijgt waarop hij recht heeft.

 

  4.   BEOORDELING

4.1     De raad oordeelt dat verweerder na afloop van de zitting van de raad van 13 februari 2012 zich (opnieuw, of ten minste alsnog) ten volle heeft ingespannen om klager in de pensioenkwestie te adviseren. Verweerder heeft bij brief van 19 juni 2012 uitvoerig geadviseerd ten aanzien van de pensioenopbouw van klager bij B. Niet gebleken is dat tussen partijen is afgesproken dat verweerder tevens de pensioenaanspraken bij M zou onderzoeken. De verklaringen van partijen ter zake staan lijnrecht tegenover elkaar, zodat niet kan worden vastgesteld welke van beide juist is.

4.2       Verweerder heeft zich voldoende gekweten van zijn taak om klager te adviseren in de pensioenkwestie. Ook overigens heeft h et onderzoek in verzet niet geleid tot de vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de raad zich verenigt. De raad zal het verzet tegen de beslissing van de voorzitter daarom als ongegrond afwijzen.

 

BESLISSING

 

De raad van discipline:

 

wijst het verzet als ongegrond af.

 

 

Aldus gegeven door mr. E.P. van Unen, voorzitter, en mrs. Th. Kremers, E.J.P.J.M. Kneepkens, A.L.W.G. Houtakkers en J.D.E. van den Heuvel, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van  5 november 2012 .

 

griffier                                                                         voorzitter                                     

 

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.

 

 

Deze beslissing is in afschrift op6 november 2012

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-            klager

-            verweerder

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement M

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.