Rechtspraak
Uitspraakdatum
23-05-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2755
Zaaknummer
11-313Alk
Inhoudsindicatie
Verzetzaak. Klacht tegen advocaat wederpartij. Verzet ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 23 mei 2012
in de zaak 11-313Alk
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 2 december 2011 op de klacht van:
De heer
gemachtigde: mevrouw mr.
klager
tegen:
Mevrouw mr.
Advocaat te
verweerster
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 15 november 2011, door de raad ontvangen op 17 november 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Alkmaar de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 2 december 2011 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 2 december 2011 is verzonden aan (de gevolmachtigde van) klager.
1.3 Bij brief van 13 december 2011 door de raad ontvangen op 15 december 2011, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 20 maart 2012 in aanwezigheid van klager en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van:
- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop
de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;
- het verzetschrift van klager d.d. 13 december 2011, met bijlagen;
- de brief van de gemachtigde van klager aan de raad van 15 december 2011, met bijlagen;
- de brief van de deken aan de raad van 16 januari 2012 met bijlagen.
2 FEITEN EN KLACHT
2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.
3 VERZET
3.1 De grond van het verzet houdt, zakelijk weergegeven, het volgende in. De voorzitter heeft miskend dat verweerster wel degelijk de (gerechtvaardigde) belangen van klager heeft geschonden door hem zowel materieel als immaterieel te ruïneren met haar handelen, variërend van het opeisen van verbeurde dwangsommen en het leggen van beslagen tot het dwingen van klager om zijn voormalige echtelijke woning te ontruimen en te leven onder de armoedegrens.
4 BEOORDELING
4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kan de door klager aangevoerde verzetgrond niet slagen, nu die er aan voorbij ziet dat verweerster per definitie een partijdige belangenbehartiger is (in dit geval die van de voormalig echtgenote van klager). Niet is gebleken dat verweerster de vrijheid die haar daarbij toekomt, heeft overschreden. Het is – kort gezegd – vervolgens aan de advocaten van klager om ervoor te zorgen dat ook zijn belangen in toereikende mate worden behartigd. Als klager zich daarin benadeeld voelt, kan hij daarvan verweerster geen verwijt maken, maar dient hij dat aan zijn eigen raadslieden tegen te werpen. Aldus heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. A.P. Schoonbrood-Wessels, voorzitter, mrs. H.C.M.J. Karskens, R. Lonterman, B. Roodveldt en M.J. Westhoff, leden, bijgestaan door mr. R.N.E. Visser als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 23 mei 2012.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 23 mei 2012 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerster
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Alkmaar
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.