Rechtspraak
Uitspraakdatum
04-06-2012
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2012:YA3613
Zaaknummer
6358
Inhoudsindicatie
Na negatief procesadvies van advocaat kan de deken het verzoek tot aanwijzing van een advocaat afwijzen. Beklag ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 4 juni 2012
in de zaak 6358
naar aanleiding van het beklag van:
klager
tegen:
De Deken van de Orde van Advocaten
in het arrondissement Rotterdam
de deken
1 HET VERZOEK ALS BEDOELD IN ART. 13 LID 1 ADVOCATENWET
Klager heeft een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat. Bij brief van 2 januari 2012 heeft de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam, verder te noemen ‘de deken’, geweigerd een advocaat aan te wijzen als zijn advocaat voor een zaak waarin vertegenwoordiging dan wel bijstand van een advocaat verplicht is. In een klaagschrift gedateerd 26 januari 2012 heeft klager zich beklaagd over het feit dat de deken heeft geweigerd een advocaat aan te wijzen.
2 HET GEDING BIJ HET HOF
2.1 Het klaagschrift is op 30 januari 2012 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg;
- de antwoordmemorie van de deken;
- de brief van klager aan het hof van 9 februari 2012;
- de brief van klager aan het hof van 15 maart 2012.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 13 april 2012, waar de deken is verschenen.
3 HET VERZOEK EX ARTIKEL 13 ADVOCATENWET
3.1 Klager heeft een verzoek ingediend bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam tot aanwijzing van een advocaat om een procedure te beginnen tegen mr. G. Kemper in zijn hoedanigheid van deken in het arrondissement Amsterdam strekkende tot vergoeding van de schade die klager stelt te hebben gelden als gevolg van het niet aanwijzen van een advocaat door mr. Kemper op diverse verzoeken van klager. Mr. Kemper heeft de zaak overgedragen aan de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam.
3.2 Deze deken heeft, teneinde een oordeel te kunnen vormen over de kans van slagen van de vordering van klager, met toestemming van klager, aan mr. X., advocaat te Amsterdam, een procesadvies gevraagd, hetwelk voor klager negatief uitviel.
3.3 De deken heeft vervolgens in zijn beslissing van 2 januari 2012 overwogen dat de afwezigheid van een gerede kans van slagen in de procedure voor hem een reden vormt om wegens gegrond redenen het verzoek ar artikel 13 af te ijzen.
4 BEKLAG
Klager stelt in zijn klaagschrift dat de deken op grond van artikel 13 altijd over moet gaan tot aanwijzing van een advocaat en dat in het onderhavige geval geen bijzondere redenen of gronden aanwezig zijn om van deze standaardregel af te wijken.
5 BEOORDELING
Met de deken is het hof van oordeel dat het negatieve procesadvies van mr. X. een gegronde reden oplevert als bedoeld in artikel 13 Advocatenwet. Om die reden dient het beklag van klager ongegrond te worden verklaard.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
verklaart het beklag van klager tegen de beslissing van de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam van 2 januari 2012 ongegrond.
Aldus gewezen door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, mrs. G. Creutzberg, A.H.A. Scholten, R. Verkijk en M.L. Weerkamp, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 juni 2012.