Rechtspraak
Uitspraakdatum
11-06-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2911
Zaaknummer
M7-2012
Inhoudsindicatie
In door klagers voor akkoord ondertekende opdrachtbevestiging is uiteengezet dat klagers in aanmerking zouden komen voor een toevoeging, maar dat verweerder in deze zaak niet op toevoegingsbasis zou optreden en een voorschot in rekening zou brengen.
Inhoudsindicatie
Klacht ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 11 juni 2012
in de zaak M7-2012
naar aanleiding van de klacht van:
A
klagers
tegen:
B
verweerder
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief aan de raad van 5 januari 2012 heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement M de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 23 april 2012 in aanwezigheid van verweerder . Klagers zijn niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van:
- De brief van de deken d.d. 5 januari 2012en de daarbij gevoegde stukken.
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:
2.1 Klagers hebben zich op 26 mei 2011 gewend tot verweerder inzake een kort gedingvonnis van 16 mei 2011 waarbij de ontruiming van klagers woning was bepaald op 30 mei 2011. Verweerder heeft namens klager een executie kort geding opgestart. Overeengekomen werd dat klagers verweerder een voorschotbedrag van € 2.000,-- inclusief BTW zouden betalen ter zake zijn honorarium. Deze afspraak heeft verweerder vastgelegd in zijn brief d.d. 26 mei 2011, die voor akkoord door klagers is ondertekend. In die brief heeft verweerder tevens uiteengezet dat klagers in aanmerking komen voor een toevoeging, maar dat verweerder in deze zaak niet op toevoegingsbasis zou optreden.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in:
Verweerder heeft zich niet gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt doordat hij klagers voor zijn werkzaamheden meer dan € 2.000,-- in rekening heeft gebracht, hoewel klagers voor een toevoeging in aanmerking zouden zijn gekomen.
4 VERWEER
4.1 Verweerder is van mening dat hem geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Verweerder heeft klagers erop gewezen dat zij in aanmerking zouden komen voor een toevoeging, maar dat hij in deze spoedzaak niet op toevoegingsbasis zou optreden. Daarmee gingen klagers akkoord. Partijen zijn overeengekomen dat klagers verweerder een voorschotbedrag van € 2.000,-- inclusief BTW zouden betalen ter zake zijn honorarium. Dit alles heeft verweerder vastgelegd in zijn brief d.d. 26 mei 2011, die voor akkoord door klagers is ondertekend.
5 BEOORDELING
5.1 De raad overweegt dat een advocaat niet verplicht is om op basis van een toevoeging te werken. Op basis van gedragsregel 24 lid 3 dient de advocaat, w anneer de cliënt mogelijk in aanmerking komt voor door de overheid gefinancierde rechtshulp en niettemin verkiest daarvan geen gebruik te maken, zulks wel schriftelijk vast te leggen.
5.2 Uit de aan de raad overgelegde stukken blijkt dat verweerder in zijn opdrachtbevestiging heeft uiteengezet dat klagers in aanmerking zouden komen voor een toevoeging, maar dat hij in deze zaak niet op toevoegingsbasis zou optreden en een voorschot van € 2.000,-- inclusief BTW aan klagers in rekening zou brengen. Deze brief hebben klagers voor akkoord ondertekend.
5.3 Aldus heeft verweerder naar het oordeel van de raad gehandeld overeenkomstig gedragsregel 24 lid 3. Verweerder kan van zijn handelwijze derhalve geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. De raad zal de klacht dan ook als ongegrond afwijzen.
BESLISSING
De raad van discipline verklaart de klacht ongegrond.
Aldus uitgesproken ter openbare zitting van 11 juni 2012 doormw. mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, mrs. H.C.M. Schaeken, M.B.Ph. Geeraedts, L.J.G. de Haas, A. Groenewoud, leden, bijgestaan door mr. Th.H.G. van de Langenberg als griffier.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 12 juni 2012 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Maastricht
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Maastricht
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline