Rechtspraak
Uitspraakdatum
05-07-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3786
Zaaknummer
116/12
Inhoudsindicatie
Advocaat van de tegenpartij heeft een grote mate van vrijheid bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt en mag afgaan op de informatie die zijn cliënt hem verstrekt. De advocaat hoeft in beginsel niet te toetsen of deze informatie juist is.
Uitspraak
Beslissing van 5 juli 2012
in de zaak 116/12
naar aanleiding van de klacht van:
de heer [ ]
klager
tegen:
mr. [ ]
verweerster
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 De voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Groningen van 25 juni 2012 met kenmerk 011/012 KG031, door de raad ontvangen op 26 juni 2012, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.
2 FEITEN
2.1 Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:
2.2 Klager is vennoot van een vennootschap onder firma, gevestigd te S. Het pand waarin de vennootschap is gevestigd wordt gehuurd. Klager heeft de huurovereenkomst voor deze bedrijfsruimte opgezegd en diende uiterlijk 1 augustus 2005 ontruimd op te leveren. Hierover is tussen klager en de verhuurder onenigheid ontstaan. Verweerster stond de verhuurder bij in het geschil dat is uitgemond in een procedure.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat::
a) zij onvoldoende toezicht heeft gehouden op haar cliënt;
b) een onjuiste voorstelling van zaken geeft door aantoonbaar onjuiste facturen in te brengen;
c) het gerechtshof onjuist heeft voorgelicht door foto’s te sturen die afwijken van de werkelijkheid.
4 VERWEER
Het verweer luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.
Ad klachtonderdeel a en b)
4.1 Verweerster is voor wat betreft de feiten afgegaan op hetgeen haar cliënt haar heeft verteld. Dat de offertes van de schadebegroting hoger waren dan de uiteindelijke facturen, was haar niet bekend en haar cliënt aanvankelijk ook niet. Toen zulks bleek heeft zij aangegeven dat haar cliënt dat had moeten vertellen.
4.2 Verweerster betreurt de gang van zaken maar het valt haar niet tuchtrechtelijk te verwijten. De veronderstelling van klager dat een advocaat dient in te staan voor de juistheid van al hetgeen hij namens zijn cliënt stelt, is in zijn algemeenheid onjuist. Er zijn ook geen omstandigheden die meebrengen dat daarover in dit geval anders zou moeten worden geoordeeld.
Ad klachtonderdeel c)
4.3 Het merendeel van de foto’s die zijn overgelegd behoren bij een deskundigenrapport. Deze foto’s zijn gemaakt ter gelegenheid van diverse bezoeken aan het pand in augustus en september 2005. Het een en ander is door de deskundige van het expertisebureau als getuige onder ede verklaard tijdens een enquête d.d. 30 augustus 2011. Verweerster heeft geen aanleiding gehad om aan te nemen dat de haar verstrekte informatie onjuist was of dat de deskundige van het expertisebureau onder ede onwaarheid zou hebben verklaard.
5 BEOORDELING
5.1 Omdat alle klachtonderdelen betrekking hebben op informatie die verweerster van haar cliënt heeft ontvangen, zal de voorzitter deze gezamenlijk behandelen. Allereerst stelt de voorzitter vast dat uit vaste jurisprudentie van het Hof van Discipline blijkt dat bij de beoordeling van een klacht over het optreden van de advocaat van de wederpartij er van behoort te worden uitgegaan dat aan de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem, in overleg met zijn cliënt, passend voorkomt en dat deze vrijheid niet ten gunste van de wederpartij mag worden beknot, tenzij daarbij haar belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. Hieraan dient het handelen van verweerster te worden getoetst. De voorzitter is van oordeel dat verweerster de grenzen van haar vrijheid niet heeft overschreden. Immers zij mocht onder de geschetste omstandigheden afgaan op de door haar cliënt aan haar verstrekte informatie met betrekking tot de hoogte van de kosten en de overige aan haar door haar cliënt ter hand gestelde stukken, waaronder de foto’s. Verweerster hoefde in beginsel niet te onderzoeken of de verstrekte informatie juist was. In het onderhavige geval kan dan ook niet gesteld worden dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en de klacht is dan ook in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
BESLISSING
De voorzitter van de raad van discipline oordeelt de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond en wijst deze mitsdien af.
Aldus gewezen door mr. C. van den Noort, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier op 5 juli 2012.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 10 juli 2012 per aangetekende post verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Groningen.
Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Groningen binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de raad van discipline in het ressort Leeuwarden, Postbus 399, 9400 AJ Assen (fax: 0592-305759) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge¬lijk.