Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

06-02-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2519

Zaaknummer

11-131

Inhoudsindicatie

Klacht tegen advocaat van wederpartij. Klager verwijt verweerder dat hij een voor klager bedoelde brief – in strijd met ten overstaan van de deken gemaakte afspraken-  niet rechtstreeks aan klager heeft gestuurd maar aan zijn advocaat. Zowel de deken, verweerder als de advocaat van klager hebben verklaard dat de deken juist geadviseerd heeft de correspondentie via de advocaten te laten verlopen. De handelwijze van verweerder is bovendien  in overeenstemming met de gedragsregels. Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

11-131

BESLISSING  VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM inzake:

 

klager,

tegen:

verweerder.

1. Bij brief d.d. 15 november 2011, door de raad ontvangen op 18 november 2011, is klager tijdig in verzet gekomen tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van 7 november 2011, waarbij klagers klacht tegen verweerder als kennelijk ongegrond is afgewezen.

2. Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 9 januari 2012, waar noch verweerder noch klager is verschenen. Klager heeft de raad tevoren laten weten niet te zullen verschijnen. De raad heeft bij de behandeling van het verzet zitting gehouden in de volgende samenstelling: mr. D. Vergunst, voorzitter, en mrs. E. Bige, H. Dulack, P.J.F.M. de Kerf en C.J. Lunenberg-Demenint,  leden van de raad, bijgestaan door mr. M.Y.A. Verhoeven als griffier.

3. Voor de inhoud van de klacht wordt verwezen naar alinea 2 van de bestreden beslissing, waarvan een kopie aan deze beslissing is gehecht.

4. Met de voorzitter is de raad van oordeel dat de klacht van klager tegen verweerder kennelijk ongegrond is. De door de voorzitter aangegeven gronden kunnen haar beslissing volledig dragen. Hetgeen door klager tegen de beslissing van de voorzitter is aangevoerd heeft de raad niet tot een ander oordeel gebracht.

DE BESLISSING VAN DE RAAD LUIDT ALS VOLGT:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op  6 februari 2012.

griffier      voorzitter

Gelet op het bepaalde in artikel 46 h lid 4 van de Advocatenwet staat tegen deze beslissing geen hoger beroep open.