Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

19-11-2012

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2012:YA4401

Zaaknummer

6252

Inhoudsindicatie

Verwijt dat de medische problemen van klaagster niet adequaat zijn aangepakt, ongegrond.

Uitspraak

Beslissing                                    

van 19 november 2012

in de zaak 6252

naar aanleiding van het hoger beroep van:

wonende te Kerkrade

klaagster

tegen:

advocaat te Maastricht

verweerster

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 21 november 2011, onder nummer M61 2011, aan partijen toegezonden op 22 november 2011, waarbij een klacht van klaagster tegen verweerster ongegrond is verklaard.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij klaagster van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 7 december 2011 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-     de stukken van de eerste aanleg;

-     de antwoordmemorie van verweerster;

-     de brief van klaagster aan het hof van 9 december 2011;

-     de brief van klaagster aan het hof van 16 januari 2012;

-     de brief van klaagster aan het hof van 29 januari 2012.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 21 september 2012, waar verweerster is verschenen. Klaagster heeft het hof voorafgaand aan de zitting bericht wegens ziekte niet te zullen verschijnen. Zij heeft op voorhand haar pleitnota aan het hof gezonden.

3    KLACHT

3.1    De klacht luidt als volgt:

1.    Verweerster heeft geen afschriften van het medisch dossier van huisarts VI. ter beschikking gesteld;

2.    Verweerster heeft geen juridische bijstand verleend in de kwestie tegen tandarts De B., ondanks toezegging die zaak aan te pakken;

3.    Verweerster heeft nagelaten juridische bijstand te verlenen aan klaagster in het kader van haar onderzoek naar mogelijk gemaakte medische fouten.

4    FEITEN

De raad heeft vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke  niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5    BEOORDELING

Kern van het bezwaar van klaagster tegen de beslissing van de raad is dat haar medische problemen niet adequaat zijn aangepakt. Klaagster heeft zich tot verweerster gewend in verband met haar medische problemen en de door haar ondervonden tegenstand bij de door haar gewenste behandeling van haar problemen en die van haar zoon bij diverse artsen. Uit de in deze procedure overgelegde stukken blijkt dat verweerster zich ter dege heeft verdiept in de problematiek van klaagster en zich zeer heeft ingespannen om klaagster te helpen een ingang te doen vinden bij de betrokken artsen. Verweerster heeft voor klaagster uitvoerig en gedegen de juridische mogelijkheden en onmogelijkheden van door haar gewenste procedures uiteen gezet. Meer kon van haar niet worden verwacht. Het onderzoek in hoger beroep heeft dan ook niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad. De grieven van klaagster tegen de beslissing van de raad falen. De beslissing van de raad zal worden bekrachtigd.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van 21 november 2011 van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch onder nummer M 61-2011.

Aldus gewezen door mr. G.J. Driessen-Poortvliet, voorzitter, mrs. J.H.J.M. Mertens-Steeghs,  A.D. Kiers-Becking, G.J. Niezink en B.J.Th. Bouma, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 november 2012.