Rechtspraak
Uitspraakdatum
02-04-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2727
Zaaknummer
B177-2011
Inhoudsindicatie
Voor zover juist is dat het ontruimingsvonnis niet aan klaagster is toegezonden, valt verweerder hiervan als -toen nog- niet behandelend advocaat geen verwijt te maken.
Inhoudsindicatie
Verzet ongegrond
Uitspraak
Beslissing van 2 april 2012
in de zaak B 177 - 2011
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 27 september 2009 op de klacht van:
mevrouw A
klaagster
tegen:
mr. B
verweerder
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief aan de raad van 21 september 2011 met kenmerk K , door de raad ontvangen op 23 september 2011 , heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement B de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 27 september 2011 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 27 oktober 2011 is verzonden aan klaagster.
1.3 Bij brief van 1 november 2011, door de raad ontvangen op 7 november 2011 , heeft klaagster verzet gedaan bij de raad tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 13 februari 2012 in aanwezigheid van klaagster en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van:
- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van
de stukken waarop
de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;
- de brief van klaagster van 13 oktober 2011;
- het verzetschrift van klaagster d.d. 1 november 2011.
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:
2.1 Klaagster is door verweerders kantoorgenoten bijgestaan in een aantal geschillen met de woningstichting O, de gemeente O, het U en de P. Verweerder heeft klaagster incidenteel bijgestaan naar aanleiding van een ontruimingsprocedure bij de kantonrechter.
2.2 Bij brief van 15 maart 2011 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.
3 KLACHT EN VERZET
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
a) verweerder heeft geweigerd om een ontruimingsvonnis aan klaagster toe te zenden;
b) klaagster een bedrag ad € 170,00 aan het kantoor van verweerder heeft moeten betalen, waarvoor zij nooit een rekening heeft ontvangen;
c) verweerder heeft geweigerd zaken van klaagster in behandeling te nemen (vordering op het U en op de woningstichting, zaak betreffende pensioen en andere zaken);
d) verweerder heeft nagelaten een taxateur voor de bij de ontruiming verdwenen spullen van klaagster te regelen, terwijl hij had toegezegd dat te zullen doen.
3.2 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat:
klaagster zich niet kan verenigen met de beslissing van de voorzitter; verweerder heeft de belangen van klaagster onvoldoende behartigd; hij heeft klaagster aan het lijntje gehouden en niets gedaan.
4 VERWEER
4.1 Verweerder is pas na het ontruimingsvonnis van de kantonrechter als behandelend advocaat bij deze zaak betrokken. Hij heeft geprobeerd om ontruiming te voorkomen door de zaak in onderling overleg te regelen; klaagster wenste echter niet akkoord te gaan met de voorwaarden van de gemeente.
4.2 Verweerder heeft klaagster een rekening gestuurd voor de eigen bijdrage van € 170,00. Klaagster heeft deze betaald. Bij de overige zaken van klaagster is verweerder niet als behandelend advocaat betrokken geweest. Hij heeft klaagster een enkele keer gesproken in het kader van vervanging van zijn kantoorgenoten.
5 BEOORDELING
5.1 Uit de aan de raad overgelegde stukken en uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht is niet gebleken dat verweerder, voordat het ontruimingsvonnis was gewezen, als behandelend advocaat betrokken is geweest bij de procedure die tot dat vonnis heeft geleid. Voor zover het ontruimingsvonnis niet aan klaagster is verzonden - wat door verweerder overigens wordt betwist - valt verweerder hiervan geen verwijt te maken. Hij was immers op de datum van het vonnis niet de behandelend advocaat in die zaak, zodat de verplichting de cliënte (klaagster) over relevante ontwikkelingen in de zaak te informeren niet op hem rustte.
5.2 De raad acht het aannemelijk dat, zoals verweerder stelt, een rekening is verzonden voor de eigen bijdrage van €170,00. Deze bijdrage is immers door klaagster is betaald. Ook zonder formele declaratie van verweerder impliceert de betaling door klaagster overigens dat zij ook zelf meende het betreffende bedrag verschuldigd te zijn.
5.3 Het onderzoek in verzet heeft niet geleid tot de vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de raad zich verenigt
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gegeven door mr. E.P. van Unen, voorzitter, en mrs. E.P.C.M. Teeuwen, P.A.M. van Hoef, A.L.W.G. Houtakkers en J.D.E. van den Heuvel, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huijsmans-van Opstal als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 2 april 2012.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op3april 2012
per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het
arrondissement Breda
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.