Rechtspraak
Uitspraakdatum
06-08-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA3074
Zaaknummer
12-093A
Inhoudsindicatie
Verzetzaak. Klacht tegen advocaat wederpartij. Ruime vrijheid advocaat. Verzet ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 6 augustus 2012
in de zaak 12-093A
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 23 april 2012 op de klacht van:
De heer
klager
tegen:
De heer mr.
advocaat te Amsterdam
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 21 maart 2012 met kenmerk 1112-360, door de raad ontvangen op 23 maart 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 23 april heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 24 april 2012 is verzonden aan klager.
1.3 Bij fax van 2 mei 2012, door de raad eveneens op die datum ontvangen, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 4 juni 2012 in aanwezigheid van verweerder. Klager is met bericht van verhindering niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van:
- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop
de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;
- het verzetschrift van 2 mei 2012;
- de brief van klager aan de raad van 29 mei 2012.
2 FEITEN EN KLACHT
2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.
3 VERZET
3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in. De voorzitter heeft miskend dat, ongeacht welke maatstaf dient te worden aangelegd, een advocaat niet mag liegen. Tevens heeft de voorzitter verzuimd (zelfstandig) onderzoek naar de klachten van klager te doen.
4 BEOORDELING
4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen, nu ook naar aanleiding van het nader onderzoek daarnaar tijdens de mondelinge behandeling van 4 juni 2012 niet is gebleken dat verweerder heeft gelogen in de door klager voorgestane zin. Aldus heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mrs. L.D.H. Hamer, M. Pannevis, J.H.P. Smeets en J.J. Trap, leden, bijgestaan door mr. R.N.E. Visser als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 6 augustus 2012.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 6 augustus 2012 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.